Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verschillende druggerelateerde feiten, waaronder de handel in harddrugs en softdrugs. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de handel in harddrugs en voorbereidingshandelingen, omdat het bewijs, dat voornamelijk was gebaseerd op SkyECC-gesprekken, onvoldoende wettig bewijs opleverde. De rechtbank oordeelde dat deze gesprekken geen steun vonden in ander bewijs, waardoor de connectie tussen de chats en de realiteit ontbrak. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor het bezit van harddrugs, waarbij de rechtbank een taakstraf van 80 uur oplegde. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de verdachte en de aard van het bewezen verklaarde feit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten, niet opnieuw voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in aanmerking kwam. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 850,00 aan de verdachte. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.