ECLI:NL:RBGEL:2024:2702
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Bonder
- M.A. van Leeuwen
- S. Jansen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van handel in harddrugs en softdrugs op basis van onvoldoende bewijs uit SkyECC-gesprekken
Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van handel in harddrugs, voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs en handel in softdrugs. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering, die voornamelijk was gebaseerd op SkyECC-gesprekken, onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank stelde vast dat de gesprekken geen steun vonden in ander bewijs, waardoor de connectie tussen de chats en de realiteit ontbrak. Dit leidde tot de conclusie dat het wettige bewijs voor de tenlastegelegde feiten ontbrak.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en had aangevoerd dat de verdachte betrokken was bij de handel in verschillende soorten drugs, zoals amfetamine en cocaïne. De verdediging pleitte echter voor integrale vrijspraak. De rechtbank concludeerde dat het bewijs, dat voornamelijk afkomstig was uit de SkyECC-hack, niet voldeed aan het wettelijk bewijsminimum. Er waren geen drugs aangetroffen bij de verdachte en er waren geen andere bewijsmiddelen die de inhoud van de chats ondersteunden.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, inclusief de beschuldigingen van het telen en verhandelen van hennep. De rechtbank oordeelde dat het aantreffen van een hennepkwekerij en andere bewijsstukken niet voldoende steun boden voor de SkyECC-gesprekken. De voorlopige hechtenis van de verdachte was eerder opgeheven, en de rechtbank besloot dat er geen basis was voor een veroordeling.