ECLI:NL:RBGEL:2024:2688

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
C/05/433500 / HA ZA 24-152
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake waardeloosheid hypothecaire inschrijving en machtiging tot doorhaling

Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en gedaagden, [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.W.J. Theunissen, hebben gevorderd dat de hypothecaire inschrijving ten behoeve van de erfgenamen van mevrouw [erflaatster 1] als waardeloos wordt verklaard en dat de bewaarder wordt gemachtigd tot doorhaling van deze inschrijving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is, maar heeft de eis om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren afgewezen. Dit is gebaseerd op artikel 3:29 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een vonnis niet kan worden ingeschreven voordat het in kracht van gewijsde is gegaan. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

In de beslissing heeft de rechtbank de hypothecaire inschrijving van 27 juni 1980 op de onroerende zaak, kadastraal bekend als gemeente [plaats 1], sectie E, nummer 252, als waardeloos verklaard. Tevens is de bewaarder gemachtigd om tot doorhaling van de inschrijving over te gaan. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg op 17 april 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/433500 / HA ZA 24-152
Vonnis van 17 april 2024
in de zaak van

1.[eiser 1]

in privé en voor zover nodig als erfgenaam in de nalatenschap van [erflaatster 1] , geboren op [geboortedatum+plaats 1] , en overleden te [overlijdensdatum 1] ,
2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats 1] , gemeente [plaats 2] ,
eisers,
advocaat mr. B.W.J. Theunissen te Nijmegen,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [plaats 2] , in privé en voor zover nodig als erfgenaam in de nalatenschap van [erflaatster 1] , [geboortedatum+plaats 1] , en overleden te [overlijdensdatum 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats 3] ( [land] ), in privé en voor zover nodig als (vermoedelijk) erfgenaam in de nalatenschap van [erflaatster 2] , geboren op [geboortedatum+plaats 2] , en overleden te [overlijdensdatum 2] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [plaats 4] ( [land] ), in privé en voor zover nodig als (vermoedelijk) erfgenaam in de nalatenschap van [erflaatster 2] , geboren op [geboortedatum+plaats 2] , en overleden te [overlijdensdatum 2] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • het tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Eisers hebben gevorderd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Op grond van artikel 3:29 lid 4 BW kan het vonnis (dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde verklaring bevat) echter niet worden ingeschreven, voordat het in kracht van gewijsde is gegaan. Dit vonnis gaat in kracht van gewijsde als daartegen geen rechtsmiddel meer open staat. Dit betekent dat de vordering om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren niet toewijsbaar is. Verder is in artikel 3:29 lid 4 BW (onder meer) bepaald dat indien de waardeloze inschrijving een hypotheek betreft, het vonnis na inschrijving de bewaarder machtigt tot doorhaling daarvan.
2.3.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart de hypothecaire inschrijving ten behoeve van (de (opvolgend) erfgenamen van) mevrouw [erflaatster 1] van 27 juni 1980 op de onroerende zaak staande en gelegen aan de [adres+plaats] , kadastraal bekend als gemeente [plaats 1] , sectie E, nummer 252, waardeloos, met machtiging van de bewaarder om tot doorhaling ervan over te gaan,
3.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.