Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.I. Lagerweij, heeft vorderingen ingediend tegen gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond zijn, met uitzondering van enkele specifieke punten die verder worden besproken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot machtiging voor ontruiming door eiseres is afgewezen, omdat de wet bepaalt dat dit voorbehouden is aan de deurwaarder. Eiseres heeft geen machtiging nodig om de deurwaarder in te schakelen. Daarnaast zijn de vorderingen met betrekking tot ontruimingskosten afgewezen, omdat de rechtbank niet kan vaststellen of deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden.
De rechtbank heeft de wijze van verdeling van de woning bepaald, waarbij de woning aan derden moet worden verkocht. Indien gedaagde niet binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn medewerking verleent aan de verkoopopdracht, treedt dit vonnis in de plaats van de noodzakelijke wilsverklaringen van gedaagde. De rechtbank heeft ook bepaald dat gedaagde de woning binnen 60 dagen na het vonnis moet verlaten en ontruimen, en dat de verkoopopbrengst van de woning gelijkelijk tussen partijen wordt verdeeld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.