ECLI:NL:RBGEL:2024:2683

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
C/05/432029 / HA ZA 24-91
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake ontruiming en verkoop van woning met betrekking tot vorderingen van eiseres

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.I. Lagerweij, heeft vorderingen ingediend tegen gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond zijn, met uitzondering van enkele specifieke punten die verder worden besproken.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot machtiging voor ontruiming door eiseres is afgewezen, omdat de wet bepaalt dat dit voorbehouden is aan de deurwaarder. Eiseres heeft geen machtiging nodig om de deurwaarder in te schakelen. Daarnaast zijn de vorderingen met betrekking tot ontruimingskosten afgewezen, omdat de rechtbank niet kan vaststellen of deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden.

De rechtbank heeft de wijze van verdeling van de woning bepaald, waarbij de woning aan derden moet worden verkocht. Indien gedaagde niet binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn medewerking verleent aan de verkoopopdracht, treedt dit vonnis in de plaats van de noodzakelijke wilsverklaringen van gedaagde. De rechtbank heeft ook bepaald dat gedaagde de woning binnen 60 dagen na het vonnis moet verlaten en ontruimen, en dat de verkoopopbrengst van de woning gelijkelijk tussen partijen wordt verdeeld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/432029 / HA ZA 24-91
Vonnis van 27 maart 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. R.I. Lagerweij te Veenendaal,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor zover hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gelet op het door eiseres ex artikel 3:300 BW gevorderde, is ook het volgende van belang. De in artikel 3:301 lid 1 onder b BW genoemde termijn is gesteld op veertien dagen na betekening van de uitspraak. Dit betreft een richtlijn, waarvan de rechter kan afwijken. De vorderingen van eiseres omvatten geen afwijking van de hiervoor genoemde termijn. De rechtbank zal de termijn stellen op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
2.3.
De vordering tot machtiging van eiseres om het doen verlaten en het ontruimd doen houden van de woning zelf - met behulp van de sterke arm van politie en justitie - te bewerkstelligen, wordt afgewezen. Op grond van de wet mag eiseres het doen verlaten en het ontruimd doen houden van de woning niet zelf ter hand nemen. Dat is voorbehouden aan de deurwaarder. Eiseres heeft geen machtiging nodig om de hulp van de deurwaarder in te schakelen. De deurwaarder zelf behoeft, mede gelet op de artikelen 557 en 444 Rv geen rechterlijke machtiging om de hulp van de sterke arm in te roepen.
2.4.
De vordering ter zake van de ontruimingskosten zal worden afgewezen. In het algemeen geldt weliswaar dat dergelijke kosten in beginsel voor rekening van de geëxecuteerde zijn, maar de rechtbank kan gedaagde niet op voorhand in de executiekosten veroordelen, omdat nog niet vaststaat of die kosten gemaakt zullen worden en, zo ja, wat de (redelijke) omvang daarvan is (vgl. artikel 556 Rv jo. 237 lid 3 Rv). Deze vordering is in zoverre ook te onbepaald om te kunnen worden toegewezen.
2.5.
In de omstandigheden zoals vermeld op pagina 1 van de dagvaarding, te weten de woonplaats van eiseres en gedaagde en de persoon waaraan de dagvaarding betekend is, alsmede de summiere door of namens partijen gevoerde correspondentie, ziet de rechtbank aanleiding om te bepalen dat de onder II van het petitum bedoelde termijn wordt gesteld op twee weken, te rekenen vanaf de dag na betekening ex artikel 57 Rv van dit vonnis.
2.6.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
gelast de wijze van verdeling van de woning aan [adres] aldus dat die woning aan derden moet worden verkocht,
3.2.
bepaalt dat wanneer gedaagde niet binnen twee weken na betekening ex artikel 57 Rv van dit vonnis zijn medewerking heeft verleend aan het geven van de opdracht tot verkoop van de woning aan [adres] aan Ditters Makelaars te Wageningen, dit vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de voor het verstrekken van de verkoopopdracht noodzakelijke wilsverklaringen van gedaagde,
3.3.
veroordeelt gedaagde de woning aan [adres] , overeenkomstig de door Ditters Makelaars te Wageningen te geven aanwijzingen verkoopklaar te maken en te houden en veroordeelt gedaagde tot het verlenen van de vereiste medewerking aan het toegang verschaffen aan de woning aan de makelaar, eiseres en de potentiële kopers,
3.4.
veroordeelt gedaagde om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning wanneer een potentiële koper een bod op de woning doet dat minimaal gelijk is aan de door de makelaar te adviseren laatprijs en bepaalt dat dit vonnis in dat geval ex artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de voor de verkoop en levering van de woning noodzakelijke wilsverklaringen en leveringshandelingen van gedaagde indien hij hieraan niet binnen een redelijke en door de makelaar of notaris bepaalde termijn meewerkt,
3.5.
bepaalt de termijn van artikel 3:301 lid 1 onder b BW op veertien dagen na betekening van dit vonnis,
3.6.
veroordeelt gedaagde om de woning staande en gelegen aan [adres] , met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen 60 dagen na de datum van dit vonnis volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels aan eiseres in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking van eiseres te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
3.7.
bepaalt dat het bedrag van de verkoopopbrengst van de woning aan [adres] dat resteert nadat de op die woning rustende hypothecaire geldlening bij ING is afgelost en de door Ditters Makelaars te Wageningen in verband met de verkoop van die woning gemaakte kosten zijn voldaan, aan partijen ieder voor de helft toekomt,
3.8.
bepaalt dat de aan de hypothecaire geldlening gekoppelde gemeenschappelijke spaarpolis bij ING per de datum waarop de woning aan de nog te vinden kopers wordt geleverd, dient te worden beëindigd en bepaalt dat de in het kader van die beëindiging door ING uit te keren waarde van die spaarpolis aan partijen ieder voor de helft toekomt,
3.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.10.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.