In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Gelderland op 20 maart 2024 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.W. Huijzer, en gedaagden, LOEVESTEYN BEHEER B.V. De rechtbank heeft geoordeeld over de gevorderde beslagkosten, waarbij een deel van de kosten is toegewezen en een deel is afgewezen wegens onduidelijkheid over de gemaakte kosten. De eisvermeerdering is buiten beschouwing gelaten omdat niet is aangetoond dat deze aan de gedaagden is betekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten deels toewijsbaar zijn, maar dat de vordering tot vergoeding van bepaalde kosten te onbepaald is om te kunnen worden toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 216.000,00, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.