Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
786,00(1,0 punt × tarief € 786,00)
Rechtbank Gelderland
Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. van Snippenburg, en gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat een deel van de vordering niet-toewijsbaar is, met name de kosten voor het verhuizen en tijdelijk opslaan van meubilair en keuken, omdat deze kosten nog niet zijn gemaakt en de omvang daarvan onduidelijk is. De rechtbank heeft echter de vordering tot betaling van beslagkosten, begroot op € 1.564,79, toegewezen op basis van artikel 706 Rv.
Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 20.220,00 aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en een bedrag van € 5.631,76 voor deskundigenonderzoeken, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten aan de zijde van eisers zijn begroot op € 1.926,86, en gedaagde is ook veroordeeld in de nakosten, die onder bepaalde voorwaarden zijn toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.