ECLI:NL:RBGEL:2024:2668

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
C/05/430888 / HA ZA 24-49
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake vordering tot betaling en beslagkosten

Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. van Snippenburg, en gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat een deel van de vordering niet-toewijsbaar is, met name de kosten voor het verhuizen en tijdelijk opslaan van meubilair en keuken, omdat deze kosten nog niet zijn gemaakt en de omvang daarvan onduidelijk is. De rechtbank heeft echter de vordering tot betaling van beslagkosten, begroot op € 1.564,79, toegewezen op basis van artikel 706 Rv.

Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 20.220,00 aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en een bedrag van € 5.631,76 voor deskundigenonderzoeken, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten aan de zijde van eisers zijn begroot op € 1.926,86, en gedaagde is ook veroordeeld in de nakosten, die onder bepaalde voorwaarden zijn toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/430888 / HA ZA 24-49
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. S.A. van Snippenburg te Nijmegen,
tegen
[gedaagde],
[handelsnaam gedaagde] ,
wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor behoudens voor zover hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
De gevorderde ‘kosten voor het verhuizen en tijdelijk opslaan van het meubilair en de keuken (inclusief kookeiland)’ zullen worden afgewezen. De rechtbank kan gedaagde niet op voorhand in die kosten veroordelen, omdat nog niet vaststaat of die kosten gemaakt zullen worden en, zo ja, wat de (redelijke) omvang daarvan is. Deze vordering is in zoverre ook te onbepaald om te kunnen worden toegewezen.
2.3.
Eisers vorderen gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.564,79 (€ 323,47 + € 141,32 voor exploten, € 314,00 voor griffierecht en
€ 786,00 (1,0 rekest x € 786,00) voor salaris advocaat).
2.4.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- dagvaarding € 129,86
- griffierecht € 1.011,00 (€ 1.325,00 - € 676,00)
- salaris advocaat €
786,00(1,0 punt × tarief € 786,00)
Totaal € 1.926,86
2.5.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eisers te betalen een bedrag van € 20.220,00, vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eisers te betalen een bedrag van € 5.631,76 aan deskundigenonderzoeken, vermeerderd met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.564,79, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 1.926,86, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.