Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.De standpunten
3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
nahet voorval.
Rechtbank Gelderland
Op 19 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 18 juli 2023 in Nijmegen, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd een jonge vrouw, aangeduid als [slachtoffer], te dwingen tot seksuele handelingen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de verklaringen van de aangeefster en de verdachte, alsook op basis van DNA-onderzoek. De rechtbank concludeerde dat de aangifte van de aangeefster onvoldoende werd ondersteund door ander bewijs. Het DNA-onderzoek toonde aan dat er geen match was met het DNA-profiel van de verdachte, wat de verklaring van de verdachte ondersteunde dat de aangeefster zelf haar broek had uitgedaan. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster op specifieke punten onvoldoende steun vonden in ander bewijsmateriaal, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. Ook de subsidiaire tenlastelegging werd niet bewezen verklaard, omdat er onvoldoende bewijs was dat de aangeefster in een staat van bewusteloosheid verkeerde. De benadeelde partij, [slachtoffer], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen bewezenverklaring was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder de eigen kosten draagt.