Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
“
Het gehuurde, bestemming(…)
1.2Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als recreatiewoning met bergingruimte.
12 maandeningaande op
17 januari 2012 en lopende tot en met 16 januari 2013.
Bijzondere bepalingen
“ [gedaagde] ,
(…)”
1 september 2023 de recreatiewoning moet hebben verlaten (productie 3 bij dagvaarding). Deze brief is door Jacobs achtergelaten in de auto van [gedaagde] .
3.De vordering en het verweer
28 februari 2023 door Jacobs en bij brief van 26 april 2023 door zijn gemachtigde. Subsidiair legt [gezamelijke eisers] een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] aan zijn vordering ten grondslag, omdat zij in strijd met artikel 1.2 van de huurovereenkomst heeft gehandeld door de recreatiewoning voor permanente bewoning te gebruiken in plaats van als recreatiewoning. Meer subsidiair stelt [gezamelijke eisers] zich op het standpunt dat de huurovereenkomst door hem is opgezegd wegens dringend eigen gebruik als bedoeld in artikel 7:274 lid 1 aanhef sub c BW.