ECLI:NL:RBGEL:2024:2541
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Huurrecht woonruimte: Ontbinding en opzegging huurovereenkomst afgewezen wegens geen tekortkoming en dringend eigen gebruik
In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de huurovereenkomst van een woning. [eiser] vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, stellende dat [gedaagde] toerekenbaar tekortschiet in haar verplichtingen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] tekortschiet in haar verplichtingen. De kantonrechter overwoog dat [gedaagde] een gastouderopvang exploiteert vanuit de woning, maar dat dit niet in strijd is met de huurovereenkomst, aangezien er geen verbod op deze activiteiten is opgenomen. Bovendien was [eiser] al lange tijd op de hoogte van deze situatie en heeft zij geen actie ondernomen.
Daarnaast werd gesteld dat [gedaagde] in het verleden huurachterstanden had, maar de kantonrechter oordeelde dat deze achterstand voortkwam uit onduidelijkheid over de huurovereenkomst en dat [gedaagde] na de uitspraak van de kantonrechter in 2021 haar verplichtingen is nagekomen. Ook het weigeren van inspecties door [gedaagde] werd niet als tekortkoming aangemerkt, omdat [eiser] onvoldoende redenen had gegeven voor de inspectie.
Ten slotte werd de opzegging van de huurovereenkomst door [eiser] afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van slecht huurderschap en dat de belangenafweging in het voordeel van [gedaagde] uitviel, gezien haar woonsituatie en de zorg voor haar kinderen. De huurovereenkomst werd van rechtswege verlengd voor onbepaalde tijd, en [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten.