In deze zaak gaat het om de omgevingsvergunning die op 22 maart 2022 is verleend voor het vestigen van een Bed and Breakfast (B&B) op een perceel in Wijchen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar het college van burgemeester en wethouders heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland. De rechtbank heeft de zaak op 3 april 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van het college en de vergunninghouders aanwezig waren.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser betoogde dat de afstand tussen de B&B en een naastgelegen boomgaard, waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, niet in acht is genomen. Het college had volgens eiser geen rekening gehouden met de gezondheidsrisico's voor omwonenden en gasten van de B&B. De rechtbank oordeelde echter dat de norm voor de afstand tussen gevoelige bestemmingen en agrarische bedrijvigheid niet strekt tot bescherming van de belangen van eiser, maar van de toekomstige gebruikers van de B&B. Hierdoor kon eiser zich niet succesvol beroepen op deze norm.
Daarnaast betoogde eiser dat het college geen rekening had gehouden met stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. De rechtbank oordeelde dat er geen verwevenheid was tussen de belangen van eiser en de bescherming van de natuur, aangezien eiser meer dan 9 kilometer van het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied woont. Dit betekende dat eiser zich ook niet kon beroepen op de normen van de Wet natuurbescherming.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen mogelijkheid is om zelf in de zaak te voorzien. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.