Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Gaat mentaal verder helemaal niet, zie verslag met POS.
Conclusie: verstoorde arbeidsrelatie, zonder mediation geen progressie te verwachten.
Intervalanamnese Kreeg 11 mei brief dat ze niet naar collegae en paard mocht is mededeling geweest en ook aan collegae. Komt na 17 uur op de manege voor het paard, staat apart (altijd al zo). Heeft slaapmedicatie gekregen: Zolpidem. WG verzekerd via Interpolis, heeft eerst kennismakingsgesprek, ook 2 bestuursleden nu gesproken met mediator. Begeleider had het gevoel dat er escalatie was. Heeft nu verder geen contact met collegae. Afspraken worden gewijzigd. Rouw en overbelasting werd niet toegelaten door werkgever. Mediator was onafhankelijk.
Wil daar zelf terugkomen, als medewerker. POS vroeg zich dat sterk af. Begeleider (vriend) heeft hoop dat het lukt, acht expertise bij cliënt aanwezig. Perspectief is afhankelijk van herstel. POS is voldoende, geen reden tot uitbreiding van de behandeling.
Conclusie: geen medisch herstel, mediation is pas gestart, geen re-integratie mogelijkheid.
Medisch gezien is qua oorzakelijkheid van het verzuim de verhouding tussen ziekte of gebrek en de verstoorde arbeidsrelatie dermate nauw dat niet uit te maken is in hoeverre het een of het ander de reden is dat belanghebbende haar maatgevende arbeid net kan uitoefenen. Er kunnen dus naast medische redenen evenzeer niet-medische redenen zijn bij een gefaalde mediation procedure waardoor zij haar werkzaamheden niet kan vervullen.
Concrete arbeidsdeskundige advisering is tot op heden nog niet beschikbaar, en wordt afgewacht.
Zowel werkgever als werknemer zijn bereid tot communicatie en daartoe in staat, met in acht name van de volgende randvoorwaarden:
* Getalsmatig equivalent qua delegatie waarbij werkneemster ondersteund wordt door haar vertrouwenspersoon, zonder voorafgaande juridische eisen en zonder aanwezigheid van juridisch geschoolden,
* Het overleg is qua karakter van beide kanten ontspannen, niet intimiderend, met een open communicatie
* Het doel van het onderling gesprek is re-integratie
* Het gesprek wordt vastgelegd in een verslag en aan beide partijen voorgelegd ter instemming en ondertekening.
Het is op dit moment nog onzeker of werkneemster tegen een volledige loonwaarde van de oorspronkelijke functie kan hervatten bij de eigen werkgever. Daarom raad ik aan om naast gesprekken over terugkeer in de eigen organisatie (al dan niet met behulp van een opstart van mediation en volgens de advisering van de (bedrijfs-)arts) tevens naar mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt te zoeken. Hiermee worden de reintegratiekansen in loonvormend werk optimaal benut. Werkgever en werkneemster zullen een wijziging Plan van Aanpak op meten stellen, waarin het re-integratiedoel wordt gewijzigd in “terugkeer in het eigen werk of ander werk bij de eigen werkgever en gelijktijdig terugkeer in passend werk bij een andere werkgever”.
1. Gedeeld wordt eerst wat speelt op manege: speelt 10 jaar. Op de arbeidslocatie is het volgens [naam 8] en [naam 9] dermate ge-escaleerd dat er afbreukrisico zou zijn voor ander werknemers. Daarnaast zou WN een kort geding willen aanspannen om 4 verslagen van andere werknemers, over de angstcultuur wat zij met het bestuur gedeeld hebben, te verkrijgen. Daarmee komt op de werkvloer veel boven van emoties, angst en potentieel uitval.
2. Zij zijn gewend aan samenwerking met BA en ervaren dat nu niet: uitgelegd dat verzuimbegeleiding van cliënte centraal staat, en niet het al dan niet tevoren functioneren van cliente op arbeidslocatie. Daarnaast dat ik mij niet laat betrekken in de arbeidsjuridische verwikkelingen. Zij geven nogmaals aan dat zij de gesprekken, ook dit gesprek, als moeizaam ervaren.
3. Spoor 1 is volgens [naam 8] en [naam 9] geen optie. Uitgelegd dat werkgever geen blokkade mag zijn tot re-integratie in eigen werk. Gelet op het afbreukrisico en de juridische verwikkelingen achten zij dat echter niet realistisch. Benadrukt dat mediation wellicht een opening kan bieden.
Conclusie: wil niet op andere manege gaan werken wat ook niet gelijkwaardig is aan haar eigen werk, wil nadrukkelijk wel op eigen manege gaan werken.
Tenslotte is een arbeidsjuridische procedure binnenkort dienende in de vorm van een kort geding betreffende het recht op re-integratie op de eigen werkplek.
Spoor 2 in een andere manege verloopt naar wens en draagt bij aan de afname van belemmeringen van cliënte.
Voor de komende 26 weken kan als gevolg van niet-medische factoren niet verwacht worden dat cliënte haar eigen werk op de eigen arbeidslocatie gedeeltelijk of geheel kan hervatten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“zij het heftig vindt dat collega’s haar manier van communiceren vervelend en beangstigend hebben gevonden en dat het natuurlijk nooit haar bedoeling is geweest.”
“Het nieuw opgestelde teamleidersprofiel is op taken en werk- en denk niveau meer van strategisch en tactische aard. En daar horen andere vaardigheden en competenties bij. Die zien wij onvoldoende terug bij [naam 1] , ook in haar houding en gedrag richting omgeving en bestuur. Haar directheid en het frequent zwart/wit denken en handelen vindt bestuur onvoldoende passend bij de nieuwe rol die een zwaarder verbindend karakter zal hebben.”Hieruit volgt dat het bestuur zich bewust is van het karakter van [verwerende partij] en dat zij haar daarom niet geschikt vinden voor de rol die zij voor zich zien voor de nieuwe bedrijfsleider. Echter, er wordt met geen woord gesproken over grensoverschrijdend gedrag, de negatieve uitwerking op het team of het oordeel dat dit gedrag niet acceptabel zou zijn.
“Als groep van medewerkers waren jullie zeer terughoudend qua veranderingen in bedrijfsleiding met een zwaarder en overkoepelend profiel. Sterker nog; jullie gaven aan: "kom maar op, wij willen dit zelf gaan doen onder leiding van [naam 1] en [naam 2] en met alle talenten die binnen de groep aanwezig zijn." Het bestuur waardeert de grote betrokkenheid en ziet bij een ieder een enorm hart voor de manege en een grote geworden teamflow.”[verwerende partij] heeft een kans gekregen om een plan te schrijven voor haar invulling van het bedrijfsleiderschap. Het bestuur besluit evenwel toch een nieuwe bedrijfsleider aan te trekken. Dit besluit valt [verwerende partij] zwaar, mede gelet op de ontzettend zware periode die zij net achter de rug heeft. Samen met het bestuur wordt dan ook besloten een periode van rust in de bouwen. In januari 2022 spreken partijen elkaar nog een keer waarbij het bestuur uitlegt hoe zij tot haar keuze is gekomen en waarom zij [verwerende partij] niet geschikt acht. Ondertussen stelt de Manege een coach ( [naam 3] ) aan om na het besluit voor een nieuwe bedrijfsleider en een onrustige en zware periode te werken aan vitaliteit en teamgeest van alle medewerkers. De coach stelt ten aanzien van [verwerende partij] vast dat de omgang van collega’s met [verwerende partij] op de manege lastig is omdat zij daar komt om haar paard te verzorgen terwijl zij arbeidsongeschikt is. Zij merkt daarover op:
“En dan een lastig punt: de omgang met [naam 1] . Door de verwevenheid van privé en werk hebben een paar medewerkers een loyaliteitsconflict. Dat kan ook niet anders, dat is in de situatie ingebakken. In de praktijk betekent dit dat mensen in hun privé contact met [naam 1] het gevoel hebben iets te moeten doen voor haar en haar advies te moeten geven over hoe al dan niet terugkomen op de manege. Dit is voor niemand goed.”
“Dit houdt ook in dat de huidige afspraken tussen werkgever en werknemer over gesprekken, loonsanctie etc niet aan de orde zijn totdat er een geslaagde mediation heeft plaatsgevonden.”Tijdens de mediation wordt duidelijk dat de Manege alleen nog een einde van de arbeidsrelatie voor ogen heeft, althans zij neemt vanaf dat moment het standpunt in dat er geen enkele mogelijkheid voor [verwerende partij] is om te re-integreren binnen de Manege. De gezondheid van [verwerende partij] laat, gezien de rapporten van de bedrijfsarts, het starten van de re-integratie op dat moment nog helemaal niet toe.
Pas in deze procedure legt de Manege de verklaringen over van de betreffende collega’s die een terugkeer van [verwerende partij] niet aan zouden kunnen. [verwerende partij] heeft voor deze procedure van de Manege nooit een kans gekregen om ‘haar kant van het verhaal’ te vertellen. En al helemaal nooit een kans gekregen om met die collega’s, al dan niet onder deskundige begeleiding van een derde, in gesprek te gaan over hun gevoelens bij een terugkeer van [verwerende partij] . Dit terwijl [verwerende partij] meerdere keren kenbaar heeft gemaakt daar open voor te staan en zelf ook behoefte aan te hebben. Vanaf het moment dat er vier collega’s bij het bestuur hebben aangegeven niet meer met [verwerende partij] te kunnen werken heeft de Manege de deur dichtgedaan en alles in het werk gesteld om die deur dicht te houden.