ECLI:NL:RBGEL:2024:2448
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Burenrechtelijke geschil over eigendom en gebruik van een strook grond tussen buren
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een burenconflict tussen [eiser] en [gedaagde] over de eigendom en het gebruik van een strook grond. [eiser] is sinds 1989 eigenaar van een perceel met daarop een woning, terwijl [gedaagde] sinds 2004 eigenaar is van een aangrenzend perceel. In 2004 hebben partijen een gebruikersovereenkomst gesloten, waarbij [eiser] [gedaagde] toestond een strook cultuurgrond in gebruik te nemen. Echter, in 2022 heeft [eiser] [gedaagde] gesommeerd om een strook grond ontruimen die hij in gebruik had genomen, wat leidde tot deze rechtszaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] de strook grond in gebruik heeft, maar dat hij niet kan aantonen dat hij deze door schenking of bruikleen heeft verkregen. De rechtbank oordeelt dat [eiser] zijn eigendomsrecht kan uitoefenen op de strook grond, en dat [gedaagde] niet kan volhouden dat hij de grond rechtmatig in gebruik heeft. De rechtbank heeft de vordering van [eiser] toegewezen, waarbij [gedaagde] wordt veroordeeld om de strook grond binnen veertien dagen te ontruimen en in oude staat te herstellen, met een dwangsom van € 500,00 per dag bij niet-naleving. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De rechtbank heeft de vordering tot uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de primaire vordering afgewezen, omdat het belang van [gedaagde] bij behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van [eiser] bij onmiddellijke voldoening aan de veroordeling. De overige vorderingen zijn wel uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen op 3 april 2024.