Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks28 mei 2023 te Kootwijkerbroek, in de gemeente Barneveld
zeer, althansaanmerkelijk
,onvoorzichtig en
/ofonoplettend, terwijl hij verkeerde onder invloed van een hoeveelheid alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen, rijdend over voornoemde Veluweweg en
/ofgekomen nabij de T-kruising met de wegen, Kootwijkerdijk en
/ofTopperbinnenweg, een aldaar in de Veluweweg gelegen flauwe bocht naar rechts in te rijden en
/of(daarbij) niet
, althans niet voldoendehet verloop van de rijbaan van de Veluweweg te volgen, en
/of(vervolgens) op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer is terechtgekomen en
/ofis gaan rijden en
/of(daarbij)
op/tegen een tegemoetkomende medeweggebruiker (fietser) te botsen
en/of te rijden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8,
eerste,tweede,
derde, vierde of vijfdelid van de Wegenverkeerswet 1994
, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet;
of omstreeks28 mei 2023 te Kootwijkerbroek, in de gemeente Barneveld, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 630 microgram
, in elk geval hoger dan 220 microgram,alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
taakstraf van 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest;
12 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit.