ECLI:NL:RBGEL:2024:2426
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van wederrechtelijke vrijheidsberoving door verdachte niet als pleger of medepleger aangemerkt
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van wederrechtelijke vrijheidsberoving. De tenlastelegging omvatte verschillende gedragingen waarbij het slachtoffer, na in een taxi te zijn gestapt, door de verdachte en een medeverdachte zou zijn klemgereden, uit de taxi getrokken en in een auto geduwd. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 51 dagen voorwaardelijk, maar de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medeverdachte de feitelijke handelingen heeft verricht en dat de verdachte geen van de tenlastegelegde gedragingen heeft uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, en dat de bijdrage van de verdachte aan het geheel niet van voldoende gewicht was om als medepleger te worden aangemerkt. Daarom is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.