ECLI:NL:RBGEL:2024:2424
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wlz-indicatie wegens gebrek aan grondslag verstandelijke handicap
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd door het CIZ afgewezen op 5 januari 2021, en het bestreden besluit van 10 mei 2021 handhaafde deze afwijzing. Eiser, geboren in 2005 en bekend met het partieel foetaal alcoholsyndroom (FAS), heeft problemen met emotieregulatie en een lage sociale zelfredzaamheid. De rechtbank heeft op 23 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij de ouders van eiser aanwezig waren, maar de gemachtigde van eiser niet. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit, omdat hij inmiddels een Wlz-indicatie heeft gekregen op basis van een psychische stoornis, en er geen schade is geleden in de periode van de aanvraag tot het bestreden besluit.
De rechtbank beoordeelt vervolgens de afwijzing van de aanvraag om een Wlz-indicatie. Eiser stelt dat hij tijdens de beoordelingsperiode voldeed aan de voorwaarden voor een indicatie op grond van de Wlz, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoet aan de criteria voor een verstandelijke handicap. De rechtbank wijst erop dat de IQ-scores van eiser, die variëren van 82 tot 95, niet voldoen aan de vereisten voor een grondslag verstandelijke handicap. De rechtbank concludeert dat het CIZ terecht de aanvraag heeft afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.