In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de huurprijs van een woning. De Huurcommissie had op 12 april 2023 bepaald dat de huurprijs tijdelijk verlaagd moest worden tot € 194,37 per maand, vanwege ernstige gebreken aan de woning. [gedaagde] was verplicht om het teveel betaalde bedrag aan huur over de periode van 1 juni 2020 tot en met 31 augustus 2023, dat in totaal € 17.688,06 bedroeg, terug te betalen aan [eiseres]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de uitspraak van de Huurcommissie, waardoor deze vaststaat. De vordering van [eiseres] tot terugbetaling van € 15.000,00 is toegewezen, terwijl de tegenvordering van [gedaagde] is afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].