ECLI:NL:RBGEL:2024:2338
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot afgifte van een auto in kort geding met dwangsom
In deze zaak heeft de eiser, vertegenwoordigd door mr. R.T.A. Slof, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De eiser vorderde de afgifte van een Ford Fiësta, inclusief sleutels en kentekenbewijs, en stelde een spoedeisend belang aan de orde. De procedure begon met een dagvaarding op 4 januari 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 februari 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend aan de gedaagde, die niet op de zitting is verschenen, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft de vordering tot afgifte van de auto toegewezen, omdat deze niet is weersproken en het spoedeisend belang is erkend. Daarnaast heeft de eiser voldoende belang gesteld bij de gevorderde dwangsom, die is gemaximeerd tot € 25.000,00. De geldvorderingen van de eiser zijn echter afgewezen, omdat er geen feiten zijn gepresenteerd die een onmiddellijke voorziening rechtvaardigen. De gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot afgifte van de auto binnen vijf dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 250,- per dag bij niet-naleving. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 910,38. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.