Op 19 maart 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen het verzoek tot wraking van mr. E. van Dusschoten afgewezen. Verzoekster, wonende te Didam, had op 12 februari 2024 een schriftelijk verzoek ingediend om de zitting in haar strafzaak online te laten plaatsvinden of haar telefonisch te horen, omdat zij niet fysiek aanwezig kon zijn. De rechter had dit verzoek afgewezen, omdat verzoekster niet had onderbouwd waarom zij niet kon verschijnen. Verzoekster meende dat de afwijzing van haar verzoek een schijn van partijdigheid wekte en dat de rechter bevooroordeeld was.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De kamer stelde vast dat de afwijzing van het verzoek om een online zitting niet zo onjuist of onbegrijpelijk was dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kon worden verklaard. De rechter had verzoekster gewezen op de mogelijkheid om uitstel te vragen als zij echt niet kon verschijnen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten.
Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen en werd er geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier.