Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens houdende bevoegdheidsincident,
2.De beoordeling in het incident
Arbitration to be conducted and implemented according to ICC Publication 838’. Anders dan [gedaagden] stelt volgt hieruit niet ondubbelzinnig dat partijen zijn overeengekomen dat alle geschillen uit de overeenkomst middels arbitrage worden beslecht door het International Chamber of Commerce in Den Haag en dat [eiser sub 1] daarmee haar recht op toegang tot de gewone rechter (ex artikel 6 EVRM) heeft prijsgegeven. In de eerste plaats is in de overeenkomst niet nader omschreven wat wordt bedoeld met de afkorting ‘ICC’ en met ‘Resolution 838’. Het beding bevat ook anderszins geen verwijzing naar de toepasselijke arbitrageregels. Gesteld noch gebleken is dat het onderhavige geschil een internationaal handelsgeschil is waarvoor het ICC volgens [eisers] uitsluitend is bedoeld, terwijl [eiser sub 1] een consument is. Vervolgens is in sub d van artikel 13 vermeld dat geschillen uit de overeenkomst worden beslecht aan de hand van regels van de ‘Europese Gemeenschap’, zonder dat ook hier duidelijk wordt gemaakt welke regels dit betreffen en hoe deze bepaling zich verhoudt tot sub b.
3.De beoordeling in de hoofdzaak
4.De beslissing
woensdag 1 mei 2024voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
september tot en met november 2024, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
twee uurzal worden uitgetrokken,