In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om toepassing van artikel 2.4 van de Wet natuurbescherming (Wnb) beoordeeld. De minister voor Natuur en Stikstof heeft op 6 januari 2022 de aanvraag van eiseres afgewezen, en deze afwijzing is in het bestreden besluit van 3 februari 2023 gehandhaafd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, en de rechtbank heeft de zaak op 8 februari 2024 behandeld, samen met andere beroepen met betrekking tot stikstofdepositie van luchthavens.
De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat er voldoende andere passende maatregelen zijn getroffen om de stikstofbelasting van Schiphol op Natura 2000-gebieden te reduceren. De rechtbank stelt vast dat er een dreigende verslechtering van natuurwaarden in de omliggende Natura 2000-gebieden is, en dat Schiphol aanzienlijke stikstofdepositie veroorzaakt. De rechtbank concludeert dat de minister niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe de noodzakelijke daling van stikstofdepositie binnen een afzienbare termijn zal worden bereikt.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat er inmiddels een natuurvergunning aan Schiphol is verleend. Dit betekent dat de minister niet langer bevoegd is om op basis van artikel 2.4 van de Wnb passende maatregelen op te leggen. De rechtbank oordeelt dat de minister de proceskosten van eiseres moet vergoeden, en dat het griffierecht aan haar moet worden terugbetaald.