ECLI:NL:RBGEL:2024:2142
Rechtbank Gelderland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens geluidsoverlast en ontruiming van de woning
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiser, hierna te noemen [eiser], heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 15 november 2023, waarbij de gedaagde partij, Woonstichting De Kernen, de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning had gevorderd. De eiser betwistte de vorderingen van De Kernen en stelde dat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De Kernen voerde aan dat de eiser zich niet als een goed huurder gedroeg en geluidsoverlast veroorzaakte, wat door andere huurders werd bevestigd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat de eiser ontvankelijk is in zijn vordering. Vervolgens is de inhoudelijke beoordeling van de zaak aan de orde gekomen. De rechter heeft overwogen dat de eiser, door het veroorzaken van geluidsoverlast, in strijd handelt met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De Kernen heeft voldoende bewijs geleverd van de overlast, waaronder verklaringen van andere huurders en geluidsfragmenten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkoming van de eiser in de nakoming van de huurovereenkomst zodanig is dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis. De rechter heeft ook geoordeeld dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis gerechtvaardigd is, ondanks de mogelijke gevolgen voor de eiser. Tot slot is de eiser veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 306,00.