Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, college
[derde-partij]uit [vestigingsplaats] (hierna: derde-partij).
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor de bouw van een schuur. Eiser, eigenaar van een perceel in het buitengebied van Lingewaard, had op 25 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning. Deze vergunning werd aanvankelijk verleend op 9 maart 2022, maar na bezwaar van een derde-partij heeft het college van burgemeester en wethouders op 14 september 2022 besloten de vergunning te weigeren. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 9 februari 2024 de zaak behandeld. Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl het college en de derde-partij ook vertegenwoordigd waren. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag in strijd was met het bestemmingsplan, dat deels de bestemming 'wonen' en deels 'agrarisch met waarden – dijkzone' had. De rechtbank benadrukte dat het college bevoegd was om een omgevingsvergunning te verlenen, maar dat het college in dit geval had besloten om geen gebruik te maken van deze bevoegdheid, mede op basis van een stedenbouwkundig advies.
De rechtbank concludeerde dat het college zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat de schuur niet passend was in de omgeving, gezien de omvang en de stedenbouwkundige context. De beroepsgrond van eiser werd verworpen, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.