Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 maart 2024 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015, en op 27 maart 2024 over de verzoeken tot uithuisplaatsing. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De ouders van de minderjarige, die samenwonen, hebben een eigen visie op de opvoeding en zijn niet bereid om hulpverlening te accepteren, wat leidt tot zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om aan de behoeften van de minderjarige te voldoen, ondanks de aanwezige hulpverlening. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen, maar heeft het verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat er eerst onderzocht moet worden of de situatie thuis kan worden verbeterd met een deeltijdsteungezin en andere noodzakelijke hulp. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ouders moeten samenwerken met de hulpverlening om de situatie te verbeteren.