ECLI:NL:RBGEL:2024:1987

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
05.323767.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van twee mannen voor straatroof in Nijmegen wegens gebrek aan bewijs

Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen uit Nijmegen, die verdacht werden van het plegen van een straatroof op 6 december 2023. De rechtbank sprak de verdachten vrij, omdat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachten veroordeeld zouden worden tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak.

De zaak kwam voort uit een melding van aangever, die verklaarde dat hij op de parkeerplaats aan de Willemsweg in Nijmegen was aangevallen door twee personen. Hij had geld gepind en werd van achteren aangevallen, waarbij onder andere contant geld, een portemonnee en een sleutelbos werden weggenomen. De verdachten werden later aangehouden op basis van aanwijzingen van de aangever.

Tijdens het onderzoek werd DNA aangetroffen in de jaszak van de aangever, maar de rechtbank kon niet vaststellen wat er precies was gebeurd. De verklaringen van de aangever en de verdachten waren tegenstrijdig en er was geen ondersteunend bewijs voor het gebruik van geweld. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachten te veroordelen voor de diefstal met geweld. Daarom werden zij vrijgesproken en werd de voorlopige hechtenis opgeheven. Tevens werd de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van 100 euro aan de verdachte gelast.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/323767-23
Datum uitspraak : 3 april 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1983 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. C.Y. Kekik, advocaat in Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 december 2023, te Nijmegen
op de openbare weg (Willemsweg)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere
goederen te weten:
- Honderdvijftig euro, althans een geldbedrag en/of
- één of meerdere sleutel(s) en/of
- een portemonnee inclusief rijbewijs en/of pinpas en/of OV-kaart en/of
- een pakje sigaretten,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- die [slachtoffer] (met gebalde vuist) op zijn achterhoofd te slaan, ten gevolge waarvan
die [slachtoffer] op de grond viel en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag hem bij de kraag van zijn jas vast te pakken en/of
meermalen, in ieder geval éénmaal te roepen ‘geld’ en/of
- meermalen, in ieder geval éénmaal (met gebalde vuist(en)) in het gezicht van die
[slachtoffer] te slaan.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren met hieraan gekoppeld de geadviseerde bijzondere voorwaarden.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 6 december 2023 ’s ochtends geld had gepind en later op die ochtend van achteren is aangevallen door twee personen terwijl hij op de parkeerplaats aan de Willemsweg in Nijmegen stond te wachten. Hij heeft verklaard dat bij hem onder meer contant geld, een portemonnee, een sleutelbos en een pakje sigaretten zijn weggenomen. Op aanwijzingen van aangever zijn even later [verdachte] en [medeverdachte] aangehouden. Tijdens de fouillering van [medeverdachte] zijn bij hem aangetroffen: een sleutelbos – die van aangever bleek te zijn – een biljet van 50 euro en een pakje sigaretten. Bij verdachte zijn twee biljetten van 50 euro aangetroffen. Bij verdachte is DNA afgenomen ten behoeve van een DNA-onderzoek. De conclusie van het onderzoek is dat er een DNA-profiel is aangetroffen in de linker jaszak van aangever. Het is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer dit DNA in de bemonstering afkomstig is van aangever [slachtoffer] , verdachte en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van aangever en twee willekeurige onbekende personen. Tijdens de terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij contact heeft gehad met aangever op de parkeerplaats omdat aangever hem geld schuldig zou zijn. Hij heeft 100 euro van aangever gekregen, zo verklaarde hij.
De rechtbank stelt op basis van de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte vast dat zich op de parkeerplaats aan de Willemsweg iets heeft afgespeeld waar beiden bij betrokken waren. De rechtbank kan echter op basis van het dossier niet vaststellen wat zich precies heeft afgespeeld. De verklaring van aangever dat er geweld zou zijn gebruikt wordt niet ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. Zo is er geen foto van letsel van aangever en hebben verbalisanten, die aangever enkele minuten na het voorval troffen, niets over letsel geverbaliseerd. Ten aanzien van het aangetroffen DNA overweegt de rechtbank dat aangever juist heeft verklaard dat [medeverdachte] degene was die in zijn jaszak heeft gevoeld. Dit betekent dat de rechtbank op basis van het dossier onvoldoende kan vaststellen wat er precies is gebeurd en wat de rol van verdachte hierbij is geweest. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte daarom vrijspreken van de ten laste gelegde diefstal met geweld wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Nu verdachte zal worden vrijgesproken zal ook diens voorlopige hechtenis worden opgeheven. De beslissing ten aanzien van de opheffing van de voorlopige hechtenis is op 21 maart 2024 door de rechtbank opgesteld en ondertekend en is apart geminuteerd.

4.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van het geldbedrag van 100 euro ( voorwerpnummer: PL0600-2023562187-G3108776 ) aan verdachte gelasten.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 gelast de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van 100 euro aan verdachte ( voorwerpnummer: PL0600-2023562187-G3108776 ).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.F. Bögemann (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. M.L. Braaksma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 april 2024.