ECLI:NL:RBGEL:2024:1985

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
05.323753.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van twee mannen voor straatroof in Nijmegen wegens gebrek aan bewijs

Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen van 41 en 42 jaar uit Nijmegen, die verdacht werden van het plegen van een straatroof op 6 december 2023 op de parkeerplaats aan de Willemsweg in Nijmegen. De rechtbank sprak de verdachten vrij, omdat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De aangever had verklaard dat hij op de bewuste ochtend geld had gepind en vervolgens was aangevallen door twee personen. Tijdens de aanval zouden onder andere contant geld, een portemonnee en een sleutelbos zijn weggenomen. De verdachten werden kort na het voorval aangehouden, waarbij bij hen enkele van de gestolen goederen werden aangetroffen.

De rechtbank concludeerde echter dat de verklaringen van de aangever en de verdachten niet voldoende bewijs boden voor de beschuldiging van diefstal met geweld. Er ontbraken ondersteunende bewijsmiddelen, zoals foto's van letsel of getuigenverklaringen die het gebruik van geweld bevestigden. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen wat er precies was gebeurd en wat de rol van de verdachten was.

Als gevolg van deze vrijspraak werd ook de voorlopige hechtenis van de verdachten opgeheven. Daarnaast gelastte de rechtbank de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van 50 euro aan een van de verdachten. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen werden afgewezen, omdat er geen bewezenverklaring was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/323753-23; 05/227331-22 (tul); 01/134513-23 (tul)
Datum uitspraak : 3 april 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. D. van der Beek, advocaat in Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 december 2023, te Nijmegen
op de openbare weg (Willemsweg)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere
goederen te weten:
- Honderdvijftig euro, althans een geldbedrag en/of
- één of meerdere sleutel(s) en/of
- een portemonnee inclusief rijbewijs en/of pinpas en/of OV-kaart en/of
- een pakje sigaretten,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- die [slachtoffer] (met gebalde vuist) op zijn achterhoofd te slaan, ten gevolge waarvan
die [slachtoffer] op de grond viel en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag hem bij de kraag van zijn jas vast te pakken en/of
meermalen, in ieder geval éénmaal te roepen ‘geld’ en/of
- meermalen, in ieder geval éénmaal (met gebalde vuist(en)) in het gezicht van die
[slachtoffer] te slaan.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren met hieraan gekoppeld de geadviseerde bijzondere voorwaarden.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 6 december 2023 ’s ochtends geld had gepind en later op die ochtend van achteren is aangevallen door twee personen terwijl hij op de parkeerplaats aan de Willemsweg in Nijmegen stond te wachten. Hij heeft verklaard dat bij hem onder meer contant geld, een portemonnee, een sleutelbos en een pakje sigaretten zijn weggenomen. Op aanwijzingen van aangever zijn even later [verdachte] en [medeverdachte] aangehouden. Tijdens de fouillering van verdachte zijn bij hem aangetroffen: een sleutelbos – die van aangever bleek te zijn – een biljet van 50 euro en een pakje sigaretten. Bij [medeverdachte] zijn twee biljetten van 50 euro aangetroffen. Tijdens zijn verhoor en tijdens de terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij aangever heeft zien wegrennen en dat hij de sleutelbos en het pakje sigaretten vervolgens op straat heeft gevonden en mee heeft genomen. Het bij hem aangetroffen contante geld betreft zijn leefgeld, zo verklaarde hij.
De rechtbank stelt op basis van de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte vast dat zich op de parkeerplaats aan de Willemsweg iets heeft afgespeeld waar beiden bij betrokken waren. De rechtbank kan echter op basis van het dossier niet vaststellen wat zich precies heeft afgespeeld. De verklaring van aangever dat er geweld zou zijn gebruikt wordt niet ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. Zo is er geen foto van letsel van aangever en hebben verbalisanten, die aangever enkele minuten na het voorval troffen, niets over letsel geverbaliseerd. Dit betekent dat de rechtbank op basis van het dossier onvoldoende kan vaststellen wat er precies is gebeurd en wat de rol van verdachte hierbij is geweest. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte daarom vrijspreken van de ten laste gelegde diefstal met geweld wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Nu verdachte zal worden vrijgesproken zal ook diens voorlopige hechtenis worden opgeheven. De beslissing ten aanzien van de opheffing van de voorlopige hechtenis is op 21 maart 2024 door de rechtbank opgesteld en ondertekend en is apart geminuteerd.

4.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van het geldbedrag van 50 euro ( voorwerpnummer: PL0600-2023562187-G3108690 ) aan verdachte gelasten.
5. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 05/227331-22 en 01/134513-23)
Ten aanzien van het parketnummer 05/227331-22
De politierechter heeft verdachte op 12 januari 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van het parketnummer 01/134513-23
De politierechter heeft verdachte op 11 augustus 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

6.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 gelast de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van 50 euro aan verdachte ( voorwerpnummer: PL0600-2023562187-G3108690 );
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straffen onder de parketnummers 05/227331-22 en 01/134513-23.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.F. Bögemann (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. M.L. Braaksma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 april 2024.