Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden’.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks27 oktober 2022 te Arnhem, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Smith & Wesson, kaliber .38 Special zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer,revolver
en/of pistoolvoorhanden heeft gehad;
of omstreeks27 oktober 2022 te Arnhem, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten drie (3)
, althans een of meerdere,patronen (Federal.38 SPL) van het kaliber .38 Special voorhanden heeft gehad;
of omstreeks27 oktober 2022 te Arnhem,
opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten ongeveer 23.567,62 gram (bruto)
, althans een grote hoeveelheidhennep (gedroogde henneptoppen en
/ofhennepgruis en
/ofhenneppoeder), zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;