ECLI:NL:RBGEL:2024:196

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 januari 2024
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
05.331819.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van vrijheidsberoving en veroordeling voor beïnvloeding van getuige in strafzaak

Op 11 januari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van vrijheidsberoving en beïnvloeding van een getuige. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, namelijk de vrijheidsberoving van [slachtoffer 1]. De rechtbank oordeelde dat de handelingen die in de tenlastelegging waren beschreven onvoldoende onderbouwd waren met ondersteunend bewijs. Er was geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de vrijheid van [slachtoffer 1] had ontnomen, aangezien [slachtoffer 1] op elk moment de auto had kunnen verlaten.

Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het beïnvloeden van [slachtoffer 1] om zijn verklaring in een strafzaak in te trekken. Dit gebeurde op 21 november 2022, toen de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] [slachtoffer 1] confronteerde met zijn eerdere verklaring. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en zijn medeverdachten [slachtoffer 1] onder druk hebben gezet om zijn verklaring te wijzigen, wat in strijd is met artikel 285a van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De rechtbank benadrukte het belang van de bescherming van getuigen en de noodzaak om te waarborgen dat verklaringen onbelemmerd kunnen worden afgelegd in het strafproces. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. C.T.P.M. van Aarssen, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/331819-22, 05/050383-22
Datum uitspraak : 11 januari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres]
[woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. P.P.E. Buchele, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Voeging parketnummers
De raadsvrouw heeft verzocht de beide strafzaken van verdachte niet te voegen, omdat de strafzaken geen verband met elkaar houden, voeging niet in het belang van het onderzoek is en voeging een eventuele schadevergoeding voor ondergane voorlopige hechtenis zou kunnen frustreren.
Naar het oordeel van de rechtbank weegt het proceseconomisch belang zwaarder dan de door de raadsvrouw aangevoerde redenen om niet te voegen. Er is derhalve sprake van een situatie dat voeging in het belang van het onderzoek is.
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
05/331819-22
1.
hij
op of omstreeks 21 november 2022,
te Enschede en/of Groenlo en/of (elders) in Oost Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of
beroofd gehouden, door – zakelijk weergegeven –
- (al dan niet onder valse voorwendselen) een afspraak te maken om elkaar die
avond in Enschede te ontmoeten in/bij een [bedrijfsnaam] aldaar
en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 1] te ontmoeten op de parkeerplaats en/of tegen [slachtoffer 1] te zeggen
dat er allemaal wouten binnen waren en/of dat ze daarom niet naar binnen gingen,
althans (aldus) [slachtoffer 1] te bewegen (weer) in zijn auto te stappen
en/of
- (vervolgens) samen met (een) medeverdachte(n) bij [slachtoffer 1] in de auto(Porsche) te
stappen en/of gezamenlijk weg te rijden
en/of
- (gedurende die autorit) samen met medeverdachte(n), althans alleen, op
agressieve en/of intimiderende toon over en/of tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat ‘hij hem
erbij naaide’, althans een eerder door [slachtoffer 1] bij de politie – als verdachte –
afgelegde verklaring te bespreken en/of tegen [slachtoffer 1] (op boze/agressieve toon)
tekeer te gaan omdat hij had verklaard dat (mede)verdachte [verdachte] een tasje
met een pistool had
en/of
- met een ander voertuig (Volkswagen - met daarin medeverdachte [medeverdachte 2] ) achter
[slachtoffer 1] aan te rijden en/of tegen [slachtoffer 1] – over die medeverdachte [medeverdachte 2] - te zeggen
“die vent is gek maar doet je geen kwaad”
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] op te dragen zijn voertuig (Porsche) (omstreeks 21.27 uur)
op een voor [slachtoffer 1] onbekende (afgelegen) locatie (in een bosgebied) te stoppen
en/of
- het andere voertuig (Volkswagen) eveneens tot stilstand te brengen op deze locatie
en/of
- (aldaar) [slachtoffer 1] te dwingen/opdracht te geven zijn telefoon en/of autosleutel(s)
en/of portemonnee af te geven
en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 1] te dwingen/opdracht te geven uit zijn auto (Porsche) te
stappen en/of bij medeverdachte(n) [medeverdachte 2] en [verdachte] in de (andere) auto
(Volkswagen) te stappen
en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, tegen (mede)verdachte [medeverdachte 2] te zeggen dat
hij (die [medeverdachte 2] ) “normaal moest doen” en/of dat “hij (die [slachtoffer 1] ) ook maar een mens
was, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
- (vervolgens) met [slachtoffer 1] weg te rijden van die locatie
en/of
- met het voertuig van [slachtoffer 1] (Porsche) achter het voertuig (Volkswagen) met daarin
medeverdachte(n) en [slachtoffer 1] te blijven rijden en/of telefonisch contact te
onderhouden met medeverdachte(n) in het andere voertuig en/of af te spreken ‘rij
maar naar mijn bus toe’
en/of
- (vervolgens) met (met hoge snelheid met die [slachtoffer 1] rond te rijden en/of [slachtoffer 1]
opdracht te geven zijn gordel om te doen en/of onderwijl meermalen, althans
eenmaal, aan die [slachtoffer 1] te vragen: “hoe kun je dat nu doen”, althans woorden van
gelijke aard en/of strekking
en/of
- (vervolgens) de voertuigen op/bij een doodlopende weg tot stilstand te brengen
en/of aldaar die [slachtoffer 1] opdracht te geven zijn telefoon, die op dat moment in het
bezit was van (mede)verdachte, uit te schakelen
en/of
- (vervolgens) (wederom) met die [slachtoffer 1] (in de Volkswagen) rond te rijden
en/of
- telefonisch contact te onderhouden met medeverdachte (in het andere voertuig
(Porsche) en/of af te spreken ‘rij maar naar mijn bus toe’
en/of
- (vervolgens) (omstreeks 21.36 uur) op een voor [slachtoffer 1] onbekende locatie te
stoppen
en/of
- (aldaar) die [slachtoffer 1] te dwingen zich (gedeeltelijk) te ontkleden
en/of
- (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan
die [slachtoffer 1] te tonen, althans duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 1] vast te houden
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] te dwingen van die auto weg te lopen en/of voor de
koplampen van de auto weg te lopen
en/of
- meermalen, althans eenmaal, met die auto achter die [slachtoffer 1] aan te rijden en/of
(telkens) die auto (plotseling/onverhoeds) op korte afstand van die [slachtoffer 1] tot
stilstand te brengen, terwijl die [slachtoffer 1] geen zicht had op dat voertuig
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] op te dragen zich aan te kleden en/of (wederom) in die auto
plaats te nemen
en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer 1] naar (een bus op) een parkeerplaats te Groenlo te
rijden
en/of
- met het andere voertuig (Porsche) eveneens naar de (bus op de) parkeerplaats in
Groenlo te rijden
en/of
- (aldaar) tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij (verdachte [medeverdachte 3] ) zich verraden
voelde en/of dat hij (verdachte [verdachte] ) nog niet klaar was met voormelde [slachtoffer 1]
en/of dat hij (voormelde [medeverdachte 3] ) niet snapte dat hij ( [slachtoffer 1] ) dit gedaan had
en/of dat hij ( [slachtoffer 1] ) het recht moest zetten, althans woorden van gelijke dreigende
en/of intimiderende aard en/of strekking
en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij ( [slachtoffer 1] ) zijn auto terug zou krijgen als hij ( [slachtoffer 1] )
het op zou lossen met zijn verklaring en/of ik (verdachte [medeverdachte 2] ) weet precies waar je
familie woont, als er problemen komen, dan is jouw familie aan de beurt en/of als
er wat zou gebeuren, een inval of wat dan ook, dan is de pijpbom bijna klaar,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer 1] naar Almelo te rijden en/of aldaar die [slachtoffer 1] uit de auto
te zetten;
( art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij
op of omstreeks 21 november 2022 te
Enschede en/of Groenlo en/of (elders) in Oost Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift en/of afbeelding zich jegens J.
[slachtoffer 1] heeft/hebben geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of
geweten te verklaren ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af
te leggen te beïnvloeden terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist/wisten of
ernstige reden had/hadden te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
door
- (al dan niet onder valse voorwendselen) een afspraak te maken om elkaar die
avond in Enschede te ontmoeten in/bij een [bedrijfsnaam] aldaar
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] te dwingen bij (mede)verdachte(n) [medeverdachte 2] en/of [verdachte] in
een auto te stappen en/of met die [slachtoffer 1] (gedurende langere tijd) in een auto rond
te rijden
en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen (mede)verdachte [medeverdachte 2] te zeggen dat hij (die
[medeverdachte 2] ) “normaal moest doen” en/of dat “hij (die [slachtoffer 1] ) ook maar een mens was”
en/of
- (tijdens die autorit) meermalen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer 1] te vragen: “hoe
kun je dat nu doen”
en/of
- de door [slachtoffer 1] bij de politie afgelegde verklaring aan [slachtoffer 1] te tonen en tegen die
[slachtoffer 1] te zeggen dat:
= hij (verdachte [medeverdachte 3] ) zich verraden voelde en/of
= hij (verdachte [verdachte] ) nog niet klaar was met voormelde [slachtoffer 1] en/of
= hij (verdachte [medeverdachte 2] ) [slachtoffer 1] nog af moest werken en/of
= hij (voormelde [medeverdachte 3] ) niet snapte dat hij ( [slachtoffer 1] ) dit gedaan had en/of
= hij ( [slachtoffer 1] ) het recht moest zetten,
en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat
= hij ( [slachtoffer 1] ) zijn auto terug zou krijgen als hij ( [slachtoffer 1] ) het op zou lossen met zijn
verklaring en/of
= ik (verdachte [medeverdachte 2] ) weet precies waar je familie woont, als er problemen komen,
dan is jouw familie aan de beurt en/of
= als er wat zou gebeuren, een inval of wat dan ook, dan is de pijpbom bijna klaar,
althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking.
05/050383-22
hij op of omstreeks 15 juni 2021 te Winterswijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een [type auto 1] met kenteken
[kenteken 1] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk
geval aan een ander toebehoorde heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

05/331819-22 [1]
Beroep op bewijsuitsluiting
De verdediging heeft samengevat betoogd dat de verklaringen die aangever [slachtoffer 1] heeft afgelegd bij de politie en rechter-commissaris dienen te worden uitgesloten van bewijs. Daartoe is aangevoerd dat het zaaksdossier reeds op 21 juni 2023 aan de advocaat van aangever is verstrekt, terwijl aangever in een later stadium nog gehoord zou worden bij de rechter-commissaris. Dat aangever gehoord zou worden, was op het moment van het verstrekken van het dossier duidelijk voor de officier van justitie. Nu aangever dit dossier ter beschikking heeft gehad, en ook de dag voorafgaand zijn verhoor heeft doorgelezen, is niet vast te stellen of aangever bij de rechter-commissaris de vragen heeft beantwoord vanuit zijn eigen geheugen of vanuit zijn eerdere verklaring bij de politie, zoals die in het strafdossier is opgenomen. Het verstrekken van het gehele dossier aan aangever voorafgaand aan zijn verhoor levert dan ook een vormverzuim op in de zin van artikel 359a Sv, welke onherstelbaar is. Aangever kon en kan niet meer onbevangen gehoord (gaan) worden. Het ondervragingsrecht in de zin van artikel 6 EVRM is een van de belangrijkste waarborgen in het strafproces en dat is in deze zaak in ernstige mate geschonden. Dat leidt tot concreet en ernstig nadeel.
De officier van justitie heeft aangegeven dat van een schending van artikel 6 EVRM – zoals door de verdediging betoogd – geen sprake is. Bij de beoordeling van het vormverzuim in het licht van artikel 6 EVRM gaat het om de ‘fairness’ van de procedure ‘as a whole’. Er zijn in dit geval voldoende compenserende maatregelen. Bovendien kan de betrouwbaarheid van de verklaringen van getuige bij de politie worden gevonden in de andere bewijsmiddelen in het dossier. Getuige heeft telkens open verklaard en op alle vragen antwoord gegeven.
De rechtbank overweegt als volgt.
Dat het zaaksdossier aan aangever als benadeelde partij is verstrekt, terwijl deze later als getuige zou worden gaan gehoord, is een ongelukkige gang van zaken en levert een onherstelbaar vormverzuim op. De vraag is welk gevolg hieraan dient te worden verbonden. De rechtbank overweegt dat de verdediging de getuige twee dagen lang heeft kunnen ondervragen, waarbij tussen beide verhoren enige tijd heeft gezeten. Niet uit te sluiten is dat de getuige bij de beantwoording van een deel van de vragen heeft geput uit zijn eerdere verklaring in het dossier die hij daags daarvoor had doorgelezen. De verklaring van de getuige is echter slechts een deel van het bewijs dat zich in het dossier bevindt. Daar komt bij dat de getuige meermaals heeft verklaard dat hij door corona in coma heeft gelegen en zijn geheugen daardoor is aangetast. De rechtbank acht het daarom aannemelijk dat de verhoren niet méér of gedetailleerdere verklaringen zouden hebben opgeleverd, indien verstrekking van het dossier achterwege was gebleven. Al met al is de rechtbank van oordeel dat het vormverzuim niet van dusdanige aard is dat dit moet leiden tot bewijsuitsluiting. De rechtbank zal daarom volstaan met de vaststelling daarvan.
Ten aanzien van feit 1:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken, aangezien er onvoldoende steunbewijs voor de verklaring van aangever in het dossier zit. Daarnaast is er geen sprake geweest van wederrechtelijke vrijheidsberoving, omdat aangever op elk moment de auto had kunnen verlaten als hij dat wilde.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht feit 1 niet bewezen.
Vast staat dat er een autorit is geweest, waarbij zowel aangever als verdachte en de twee medeverdachten aanwezig waren. Er waren twee auto’s bij de rit betrokken en aangever en verdachten hebben in wisselende samenstellingen in beide auto’s gezeten. Tijdens de rit is op verschillende locaties gestopt. Hoewel er mogelijk ook sprake was van een zakelijk geschil tussen medeverdachte [medeverdachte 3] en aangever, duiden verschillende bewijsmiddelen er op dat een door aangever in het onderzoek [naam onderzoek 1] afgelegde verklaring over medeverdachte [medeverdachte 3] (en mogelijk ook over verdachte), (mede) reden was voor de afspraak die werd gemaakt tussen aangever en [medeverdachte 3] .
De in de tenlastelegging beschreven handelingen die zouden zien op het van de vrijheid beroven en beroofd houden van aangever worden op cruciale punten onvoldoende onderbouwd met ander, ondersteunend bewijs. De rechtbank kan op basis van het dossier dan ook niet vaststellen dat er daadwerkelijk sprake is geweest van een vrijheidsberoving van aangever. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder feit 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 2:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Aangever [slachtoffer 1] is verdachte in een strafrechtelijk onderzoek met de naam [naam onderzoek 1] . In dat onderzoek heeft hij een verklaring afgelegd over onder meer de hoofdverdachte in dat onderzoek, [naam hoofdverdachte] , over medeverdachte [medeverdachte 3] en (mogelijk) ook over verdachte. [naam hoofdverdachte] is een zwager van [medeverdachte 3] .
Op 21 november 2022 heeft [medeverdachte 3] een afspraak gemaakt met aangever bij het [bedrijfsnaam] in Enschede. Daarbij waren ook verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] aanwezig. De vier hebben, met de auto van [slachtoffer 1] en de auto van [medeverdachte 3] , een autorit gemaakt via onder andere Groenlo naar Almelo. In Almelo is [slachtoffer 1] afgezet. [medeverdachte 3] heeft aan het eind van de rit de Porsche van [slachtoffer 1] onder zich genomen. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is, kort gezegd, aangevoerd dat er geen sprake is van opzet, omdat [slachtoffer 1] zelf heeft aangedragen dat hij de verklaring zou intrekken, zonder dat daar beïnvloeding aan vooraf is gegaan. Daarnaast is er geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.
Beoordeling door de rechtbank
Artikel 285a van het Wetboek van Strafrecht bepaalt (kort samengevat) dat het niet is toegestaan om iemand (op welke manier dan ook) te beïnvloeden die tegenover een rechter of (politie)ambtenaar een verklaring wenst af te leggen. Voor een veroordeling ter zake van art. 285a is niet vereist dat komt vast te staan dat van de zijde van de verdachte sprake is geweest van enige vorm van intimidatie jegens de in die bepaling bedoelde persoon (HR 14 september 2010,
[nummer document 1]). Het gaat erom dat door de uiting de inhoud van de verklaring verandert, bijvoorbeeld omdat een persoon wordt ontmoedigd een belastende verklaring af te leggen of wordt aangemoedigd geen verklaring meer af te leggen (HR 13 november 2018,
[nummer document 2]). Onder het wetsartikel valt ook de beïnvloeding van een getuige om terug te komen op een eerder afgelegde verklaring, dan wel die eerdere verklaring te wijzigen (HR 12 september 2006,
[nummer document 3]).
Aangever heeft verklaard dat [medeverdachte 3] tijdens de autorit de verklaring van aangever meerdere malen ter sprake heeft gebracht:
“Toen ik aan het rijden was, kwam het grote verhaal naar buiten. [naam hoofdverdachte] [ [medeverdachte 3] ] zat naast mij en [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ) zat achter mij. [naam hoofdverdachte] vroeg wat ik hem geflikt had. [naam hoofdverdachte] zei dat hij alle verklaringen had gelezen en dat ik hem erbij naaide. De verklaringen had hij van zijn advocaat gekregen, zei [naam hoofdverdachte] . [naam hoofdverdachte] zei tegen mij dat hij de verklaring al had gelezen een dag nadat ik de verklaring had afgelegd. [verdachte] zat achter mij, [verdachte] ging ook tekeer, die was ook boos omdat ik had verklaard dat hij een tasje met een pistool had. (…)
Het enige wat ze aan mij vroegen was: "Hoe kun je dat nou doen"? Aan de ene kant een biertje drinken en aan de andere kant zo praten. Het ging blijkbaar over mijn verklaring die ik bij jullie heb afgelegd. (…)
[naam hoofdverdachte] zei tegen mij, ik mag je heel graag, ik snap niet dat je dit gedaan hebt, maar je moet dit rechtzetten. Dat ging over mijn verklaring. [naam hoofdverdachte] pakte toen de verklaring van mij uit zijn eigen kofferbak van zijn eigen zwarte auto met Duits kenteken. [naam hoofdverdachte] zei toen dat hij alle verklaringen gelezen had. [naam hoofdverdachte] zei dat hij een dag nadat ik de verklaring had gegeven, dat hij deze al gelezen had. [naam hoofdverdachte] zei toen dat ze hem op de korrel hadden, want er is een wijkagent in Winterswijk die het één en ander gezegd had tegen [naam hoofdverdachte] en die had ook gezegd dat [verdachte] op elk moment een inval kan verwachten. Dat is wat [naam hoofdverdachte] tegen mij zei tenminste. [naam hoofdverdachte] zei toen tegen één van de twee andere jongens, dat ik mijn auto wel terug mocht, maar dat ik het wel zelf moest oplossen eerst. Met oplossen, bedoel ik dat mijn verklaring ingetrokken moest worden. Echter, daarna ging [naam hoofdverdachte] nog met [verdachte] en [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ) praten en zeiden daarna tegen mij dat ik het eerst op moest lossen met de verklaring. Dan pas zou ik mijn auto terugkrijgen. Ze zeiden dat ze woensdag moesten weten hoe en wat. Het was een hele gespannen situatie. (…)
In de auto zei ik tegen [naam hoofdverdachte] dat ik het probleem op zou lossen, ik kan ook niet anders.” [3]
Aangever heeft verklaard dat hij in de ochtend van 23 november 2022 [medeverdachte 3] nog heeft gesproken. Deze zei hem dat hij had overlegd met [verdachte] en dat aangever zijn auto pas terug kreeg als hij het probleem heeft opgelost. [4]
Aangever heeft op 21 december 2022 tegen de politie gezegd dat hij zijn eerdere verklaringen in onderzoek [naam onderzoek 1] wil intrekken. [5]
De politie heeft [naam gesprek] -gesprekken opgevraagd van [naam hoofdverdachte] . In verschillende gesprekken wordt ondubbelzinnig gerefereerd aan een verklaring die iemand heeft afgelegd in het onderzoek tegen [naam hoofdverdachte] . Het betreft de volgende gesprekken:
Gesprek tussen [naam hoofdverdachte] en een ‘NN-man’ (een persoon wiens identiteit niet bekend is bij de politie) op 20 november 2022. De NN-man vraag aan [naam hoofdverdachte] of [naam hoofdverdachte] zijn zwagertje nog heeft gesproken. [naam hoofdverdachte] zegt dat hij die net nog heeft gesproken en dat ze het hadden over het kamp en het bos. Een dag eerder vertelde [medeverdachte 3] in een gesprek met [naam hoofdverdachte] dat hij op kamp was en aan het wandelen was in het bos. Daaruit blijkt dat het “zwagertje” [medeverdachte 3] betreft. [6]
Het gesprek, zoveel mogelijk letterlijk uitgewerkt:
[naam hoofdverdachte] : maar hij moet oppassen, ik heb hem gewaarschuwd. hij wordt aangehouden.
Nnman: hoe zeg je dat
[naam hoofdverdachte] : Hij word aangehouden. ja ik ga nu niets over de telefoon zeggen. Alleen [naam advocaat] kwam hier met het dossier hier, niets tegen hem zeggen of tegen [voornaam 2] . Ja die gek die wordt aangehouden en uiteindelijk heeft [naam advocaat] de officier gebeld of hij (zwager van [naam hoofdverdachte] ) dat er geen arrestatieteam thuis komt dar hij zich zelf kon melden. lk kan bijna niets tegen hem zeggen.
NNman: mhhh weet het ook niet
[naam hoofdverdachte] : 300 x gewaarschuwd blijf bij die en die uit de buurt. Maar ja luister niet.(…)
[naam hoofdverdachte] : Hij (zwager) moet gewoon langs gaan, hij wordt aangehouden alleen er kan een arrestatie team ingezet worden. Alleen ja..ze hebben een valse verklaring over hem afgelegd. lk heb geen zin in dat er in een keer dat die baby's iets gebeurd weet je wel. Het gaat mij niet om [naam hoofdverdachte] meer maar je weet wel hoe ze met bombarie thuis komen. (…)
NNman zegt hij (zwager van [naam hoofdverdachte] ) komt toch altijd op bezoek of niet?
[naam hoofdverdachte] zegt elke woensdag maar dan kan ik ook niets zeggen als hij die verklaring leest dan gaat het helemaal uit de hand lopen. [7]
Uit dit gesprek volgt dat [naam hoofdverdachte] uit het dossier heeft afgeleid dat [medeverdachte 3] gevaar loopt te worden opgepakt omdat er verklaringen zijn afgelegd over hem. [naam advocaat] betreft waarschijnlijk de advocaat van [medeverdachte 3] op dat moment, mr. [naam advocaat] . De rechtbank leidt dit af uit het feit dat die de officier van justitie heeft gebeld en het dossier aan [naam hoofdverdachte] heeft gegeven.
Dit ondersteunt de verklaring van [slachtoffer 1] dat [medeverdachte 3] in de auto heeft gezegd dat ze hem op de korrel hadden.
Op 21 november 2022, de dag van de autorit, heeft [medeverdachte 3] meerdere telefoongesprekken met [naam hoofdverdachte] , waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
Gesprek om 10.06 uur (met ‘ [naam hoofdverdachte] ’ wordt medeverdachte [medeverdachte 3] bedoeld):
[naam hoofdverdachte] zegt: he luister bel je nog om je gemoed toestand te verbeteren. Zeg even eerlijk.
[naam hoofdverdachte] zegt: nee gewoon even dinges ehh er zijn bepaalde valse verklaringen af gelegd. […]
[naam hoofdverdachte] zegt: ook over mij dus.
[naam hoofdverdachte] zegt: over mij en over jou. [...]
[naam hoofdverdachte] zegt: dat [naam hoofdverdachte] goed begrijpend moet lezen.
[naam hoofdverdachte] zegt: dat hij eerst ook boos was maar toen hij het een paar keer had gelezen en de vragen goed had bekeken, toen zag hij dat ze (derde personen) het op hun bordje proberen te leggen. [naam hoofdverdachte] zegt eigen kontje redden noemen ze dat.
[naam hoofdverdachte] zegt: de recherche doet eerlijk hun werk anders was je nu niet meer op straat.
[naam hoofdverdachte] : Ja.
[naam hoofdverdachte] zegt: dus blijf nuchter nadenken aub, nuchter nadenken, jij kan goed nuchter nadenken.
[naam hoofdverdachte] zegt: Ja maar wat heeft hij over mij gezegd dan. Wat heb ik met hem dan?
[naam hoofdverdachte] : niet jij je hoor het vanzelf wel straks. [8]
Gesprek om 14.06 uur:
[naam hoofdverdachte] : heb [naam advocaat] gesproken en die zei dat het beter is om contact te vermijden.
[naam hoofdverdachte] : ja, sowieso. Komt wel goed ik zal hem niet opzoeken. of confrontatie of wat dan ook. […]
[naam hoofdverdachte] : wat hij ook gezegd heeft hé. (Ntv)
[naam hoofdverdachte] : Wat zeg je?
[naam hoofdverdachte] : als jij eruit ben dat je zou zijn gevlucht.
[naam hoofdverdachte] : ja, dat had jij tegen hem gezegd, dat hij hij gezegd.
[naam hoofdverdachte] : Ja, mhh kut mongool of niet gehandicapte. […]
[naam hoofdverdachte] : Pas op dat die hoeren kind jou niet de schuld geeft, dat je niet in de problemen komt met Zigeuners/Kampers
[naam hoofdverdachte] : ja. ja..
[naam hoofdverdachte] : Wees op je hoede. Hij probeert jou aan te pakken. Hij heeft mij al gepakt.
[naam hoofdverdachte] : Ja ja precies. [9]
Uit deze gesprekken volgt dat [medeverdachte 3] in ieder geval op 21 november 2022 op de hoogte was of is geraakt van (een deel van) de inhoud van de verklaringen die [slachtoffer 1] op 14 en 15 november 2022 in onderzoek [naam onderzoek 1] bij de politie heeft afgelegd. [naam hoofdverdachte] waarschuwt [medeverdachte 3] om [slachtoffer 1] niet met die verklaringen te confronteren.
Eveneens op 21 november 2022 om 18.43 uur heeft [naam hoofdverdachte] een telefoongesprek met [medeverdachte 3] , waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[naam hoofdverdachte] : (opm. verbalisant: [naam hoofdverdachte] maakt grapje) Ja jouw zintuig alles wat ons is overkomen is door jouw zintuíg.
[naam hoofdverdachte] : (lacht ook) Ja klopt, niet door de leugens van [slachtoffer 1]
(de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 1] )maar door mijn zintuig.
[naam hoofdverdachte] : Ahh ik krijg hem niet uit mijn hoofd broer. (…)
[naam hoofdverdachte] : Je hebt een verklaring op je! Als de politie díe kneus serieus nam dan had je vrijdag een dik arrestatieteam thuis. Dat is niet erg voor jou, maar ik dacht dat trekt [naam] (fon) niet.(…)
[naam hoofdverdachte] : Ja maar hij, hij… weet je wat het is. Hij heeft niet alleen dingen over mij verzonnen he?
[naam hoofdverdachte] : Ook over mij.
[naam hoofdverdachte] : Ja ook over jou maar laat staan… kijk die jongen die bij mij is, over hem al helemaal.
[naam hoofdverdachte] : Ja. Daarom was ik bang. Want...
[naam hoofdverdachte] : (ntv) en hij heeft een tas altijd bij zich
[naam hoofdverdachte] : Ook over mij
[naam hoofdverdachte] : De jongen die bij mij is, over hem al helemaal...
[naam hoofdverdachte] : Ja daarom was ik bang
[naam hoofdverdachte] : Hij heeft verklaard, dat hij (derde persoon) heeft altijd een tas bij zich, altijd gewapend
( [naam hoofdverdachte] vloekt grof) bullshit. (…)
[naam hoofdverdachte] : Ja maar euhh...zal ik hem confronteren en zeggen waarom heb jij dit of dat gedaan? of...
[naam hoofdverdachte] : Nee! Nee helemaal niks! Helemaal niets!
(Stilte)
[naam hoofdverdachte] : NEE!
(Stilte)
[naam hoofdverdachte] : Ja maar wat kan ik dus nu doen? Helemaal niets, dus niet op ingaan?
[naam hoofdverdachte] : Afblijven....ntv gewoon zeg maar dat je in het buitenland zit.
[naam hoofdverdachte] : Ja maar en mijn auto dan?
[naam hoofdverdachte] : Ja wacht maar even! Wacht even. Wacht maar even!
[naam hoofdverdachte] : Hij is mij zoveel geld schuldig. (…)
[naam hoofdverdachte] : Zal ik hem gewoon eens opnemen? Gewoon normaal door laten praten zoals die normaal is?
[naam hoofdverdachte] : Niet doen!
[naam hoofdverdachte] : Hoe hij normaal is.
[naam hoofdverdachte] : Nee, gaat toch ontkennen. Hij gaat weer zeggen onder bedreiging van een wapen. Die man is levensgevaarlijk. Die is gek, Pathologische leugenaar.
[naam hoofdverdachte] : Ja, je hebt gelijk, ook al neem ik hem nu op ehh hij gaat zeggen: ik was onder
euuhh...onder dwang.
[naam hoofdverdachte] : Ja, beter afstand houden. Beter afstand houden geloof mij nou maar. Die man heeft mij de kop gekost daarom zit ik hier vast. Maar weet je wat hij (derde persoon) wil dat ik langer vast blijf zitten en dat jij ook vast komt te zitten. Die sukkel! Vraagt hij (derde persoon) waarom is [naam hoofdverdachte] nog niet aangehouden? lk snap er niets van, ik zit in verhoor en hij is nog niet aangehouden.
[naam hoofdverdachte] : Ehh, broer ik rij de dingen in.. ehh parkeergarage.
[naam hoofdverdachte] : Wat doe je dan? Waar ben je mee bezig. Wat spook jij uit? [10]
Een dag na de autorit, op 22 november 2022, telefoneert [naam hoofdverdachte] weer met [medeverdachte 3] .
Gesprek van 11.40 uur:
Gesprek tussen [naam hoofdverdachte] en [naam hoofdverdachte] . [naam hoofdverdachte] vraagt aan [naam hoofdverdachte] of hij zich wel rustig houdt zoals beloofd.
Dan vraagt [naam hoofdverdachte] aan [naam hoofdverdachte] of hij die auto heeft gepakt. [naam hoofdverdachte] zegt dat hij dat heeft gedaan.
[naam hoofdverdachte] wordt dan boos en vraagt waarom [naam hoofdverdachte] dat doet.
[naam hoofdverdachte] zegt dan: “hij gaat geen verhalen verzinnen, ik heb hem aangesproken. lk heb hem
gezegd…."
[naam hoofdverdachte] wil [naam hoofdverdachte] hem (derde) vermijdt.
[naam hoofdverdachte] zegt dan: "Heb je gezien wat hij over mij verklaard heeft dan?"
[naam hoofdverdachte] zegt ook: "Nee, hij heeft beloofd dat hij zijn leugens weer ging rechtzetten. Hij gaat er straks heen. Hij gaat zeggen, ik was kwaad en ik heb onzin zitten lullen." (…)
[naam hoofdverdachte] : nee, nee ik heb hem alleen aangesproken, echt ik heb hem alleen maar aangesproken.
[naam hoofdverdachte] : wat zei je dan.
[naam hoofdverdachte] : op zijn gedrag ik zeg, ik gun het jou nog, ik geloofde ze, dat ik nooít geloofde dat het zilver..ntv bij de..is afgepakt. Ik zei oké het zal wel. lk weet wel dat jij mij terug zou betalen. je vertikt het om mij te betalen, daarnaast ik laat je gewoon nog in die auto rijden als gunst als vriend. Omdat ik weet dat je even moeilijk zit. En dan ga je ook onzin over mij vertellen. Hij zegt ja sorry had ik niet moeten doen. lk zeg: ja maak het dan goed aub. Hij zegt is goed beloof ik. [11]
Gesprek van 17.24 uur:
[naam hoofdverdachte] : Je weet toch hoe die is.
[naam hoofdverdachte] : Ja.
[naam hoofdverdachte] : Hij maakt er zo'n verhaal van. Geloof me maar.
[naam hoofdverdachte] : Ja, ja, ja kan ie doen maar ehhh maar heeft hij niets aan. Dat kan ie geen eens doen.
[naam hoofdverdachte] : Goed
[naam hoofdverdachte] : Nee, niks ik heb hem net nog gesproken.
[naam hoofdverdachte] : Houd afstand, houd afstand, wat het ook is.
[naam hoofdverdachte] : Ja, ja...is.. Nu is het een beetje afstand houden nu is het goed. Zo is het prima. lk wil niets meer met hem te doen hebben. Hij gaat dat nog even wijzigen voor mij. Morgen heeft hij dat geregeld. [12]
Twee dagen na de autorit, op 23 november 2022, spreekt [naam hoofdverdachte] opnieuw met [medeverdachte 3] :
[naam hoofdverdachte] : Heb je die oplichter, die hoeren zoon gesproken/die gezien?
[naam hoofdverdachte] : De oplichter?
[naam hoofdverdachte] : (ntv) vriend (ntv).
[naam hoofdverdachte] : Hmm..ja. ja. ja.
[naam hoofdverdachte] : Wat heeft die gedaan?
[naam hoofdverdachte] : Niks hij...hij zeg euuh..'; "Ja".. lk heb hem ge.... ik geconfronteerd. Hij zegt: sorry dat ik valse verklaringen heb afgegeven. Dit dat. lk wil dat rechtzetten. Hij zegt: lk .. ik.. ik ga hem weer intrekken en aanpassen. En euhh..hij zegt: lk ga mijn best voor doen. (ntv). lk zeg: je weet niet wat je allemaal zegt zeg ik. Maar het wordt heel serieus opgevat. Hij zegt: Ja, het spijt me en dit en dat. lk heb het ook allemaal opgenomen nou.
[naam hoofdverdachte] : Stuur maar naar [naam advocaat] .
[naam hoofdverdachte] : Ja ik, ik ga, ik zal hem morgen of overmorgen...ik heb hem vandaag bericht maar hij
reageert niet meer...lk spreek hem morgen.
[naam hoofdverdachte] : Stuur die opname naar [naam advocaat] . Ze gaan die uit jouw telefoon wissen. Ze (ntv) jou.... [13]
Samengevat blijkt uit deze gesprekken het volgende.
  • op 20 november 2022 vertelt [naam hoofdverdachte] tegen een ander dat hij heeft gelezen dat [slachtoffer 1] een getuigenverklaring heeft afgelegd tegen hem en [medeverdachte 3] .
  • Uit het telefoongesprek op 21 november 2022 tussen [naam hoofdverdachte] en [medeverdachte 3] blijkt dat [medeverdachte 3] over (delen van) de verklaring van [slachtoffer 1] beschikt, dan wel deze heeft ingezien, althans over de inhoud van die verklaring is geïnformeerd.
  • Op 22 november 2022 geeft [medeverdachte 3] aan dat hij de verklaring van [slachtoffer 1] niet uit zijn hoofd krijgt. [slachtoffer 1] heeft ook verklaard over de jongen die bij hem, [medeverdachte 3] , is ( [verdachte] ). [medeverdachte 3] wil [slachtoffer 1] ermee confronteren, tegen de zin van [naam hoofdverdachte] .
  • Later die dag maakt [medeverdachte 3] een afspraak met [slachtoffer 1] , die uitmondt in een autorit met [verdachte] en [medeverdachte 2] erbij.
  • Op 22 november 2022 hoort [naam hoofdverdachte] dat [medeverdachte 3] [slachtoffer 1] auto heeft “gepakt”. [naam hoofdverdachte] is daar boos over en wil dat [medeverdachte 3] hem vermijdt. [medeverdachte 3] reageert door aan de verklaring van [slachtoffer 1] te refereren, en te zeggen dat [slachtoffer 1] de verklaring gaat “rechtzetten” door te gaan zeggen dat hij “onzin heeft zitten lullen”.
  • Op 22 en 23 november 2022 vertelt [medeverdachte 3] tegen [naam hoofdverdachte] dat hij [slachtoffer 1] heeft geconfronteerd en dat [slachtoffer 1] de verklaring gaat intrekken en aanpassen. [slachtoffer 1] zou hebben gezegd dat het hem spijt.
De conclusie uit het bovenstaande is dat het confronteren van [slachtoffer 1] met zijn verklaring en het laten intrekken of wijzigen daarvan door [slachtoffer 1] op zijn minst één van de redenen is geweest om met hem af te spreken. Vaststaat ook dat [slachtoffer 1] door [medeverdachte 3] en verdachte daadwerkelijk is aangesproken op zijn verklaring en naar aanleiding daarvan heeft beloofd om zijn verklaring aan te passen en/of in te trekken. Ook de dagen erna is [slachtoffer 1] door [medeverdachte 3] nog op zijn verklaring aangesproken.
[verdachte] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij tijdens de autorit ook aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd waarom hij een verklaring tegen hem had afgelegd, en dat [slachtoffer 1] dat zou gaan “rechtzetten omdat hij een valse verklaring had afgelegd.” [14]
Dat ook [medeverdachte 2] betrokken is bij dit feit blijkt uit de camerabeelden die op 22 november 2022 bij de [naam supermarkt] in Groenlo zijn gemaakt. Hierop zijn [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [slachtoffer 1] herkend.
Op de beelden is te zien dat persoon 2 en persoon 3 tegenover persoon 4 staan.
Persoon 1 staat naast persoon 4. Opvallend is dat persoon 2 veel gebaren maakt. Het lijkt alsof deze persoon staat te praten. Na 11.39 loopt de "kale" man (persoon 1) naar de witte bus. De bus wordt vermoedelijk geopend met een sleutel met afstandsbediening, gezien de lichten die knipperen.
Opvallend is dat persoon 4 de hele tijd tegen de auto aan blijft staan.
De politie heeft de personen geïdentificeerd als [medeverdachte 2] (persoon 1), [medeverdachte 3] (persoon 2), [verdachte] (persoon 3) en [slachtoffer 1] (persoon 4). [15]
Op de foto op pagina 49 van het procesdossier is te zien dat de andere drie dicht om [slachtoffer 1] heen staan.
Gelet op de wijze waarop [slachtoffer 1] is beïnvloed om zijn verklaring in te trekken, de voortdurende aanwezigheid van [medeverdachte 2] en de hierboven beschreven beelden acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat [medeverdachte 2] slechts mee is gegaan omdat hij zich verveelde, zoals hij zelf heeft verklaard. Uit alles blijkt dat [medeverdachte 2] de andere twee versterkte als drukmiddel. Als [medeverdachte 2] niet betrokken had willen zijn bij het gesprek met [slachtoffer 1] , dan was er voor [medeverdachte 2] op dat moment alle gelegenheid om zich aan dit gesprek te onttrekken door in zijn bus te stappen en weg te rijden. Zijn bus stond immers op het parkeerterrein van de [naam supermarkt] in Groenlo geparkeerd. [16] De rechtbank is dan ook van oordeel dat [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] het feit gezamenlijk hebben gepleegd.
Uiteindelijk heeft [slachtoffer 1] inderdaad zijn verklaring ingetrokken, omdat hij “niet anders kon”. Dat hij dit heeft gedaan uit eigen beweging wordt weerlegd door de inhoud van de [naam gesprek] -gesprekken tussen [naam hoofdverdachte] en [medeverdachte 3] .
05/050383-22 [17]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam slachtoffer] , p. 4.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 december 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 05/331819-22 feit 2 en 05/050383-22 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
05/331819-22 feit 2
hij
op
of omstreeks21 november 2022 te
Enschede en/of Groenlo en
/of(elders) in Oost Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,opzettelijk mondeling, door gebaren,
bij geschrift en/of afbeeldingzich jegens J.
[slachtoffer 1] heeft
/hebbengeuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of
geweten te verklaren ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af
te leggen te beïnvloeden terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) wist/wisten of
ernstige reden
had/hadden te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
door
- (al dan niet onder valse voorwendselen) een afspraak te maken om elkaar die
avond in Enschede te ontmoeten in/bij een [naam locatie] aldaar
en
/of-
(vervolgens) die [slachtoffer 1] te dwingen bij (mede)verdachte(n) [medeverdachte 2] en/of [verdachte] ineen auto te stappen en/ofmet die [slachtoffer 1] (gedurende langere tijd) in een auto rond
te rijden
en
/of- meermalen, althans eenmaal, tegen (mede)verdachte [medeverdachte 2] te zeggen dat hij (die[medeverdachte 2] ) “normaal moest doen” en/of dat “hij (die [slachtoffer 1] ) ook maar een mens was”en/of- (tijdens die autorit)
meermalen, althans eenmaal,aan die [slachtoffer 1] te vragen: “hoe
kun je dat nu doen”
en
/of- de door [slachtoffer 1] bij de politie afgelegde verklaring aan [slachtoffer 1] te tonen entegen die
[slachtoffer 1] te zeggen dat:
= hij (verdachte [medeverdachte 3] ) zich verraden voelde en
/of= hij (verdachte [verdachte] ) nog niet klaar was met voormelde [slachtoffer 1] en/of= hij (verdachte [medeverdachte 2] ) [slachtoffer 1] nog af moest werken en/of= hij (voormelde [medeverdachte 3] ) niet snapte dat hij ( [slachtoffer 1] ) dit gedaan had en
/of= hij ( [slachtoffer 1] ) het recht moest zetten,
en
/of- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat
= hij ( [slachtoffer 1] ) zijn auto terug zou krijgen als hij ( [slachtoffer 1] ) het op zou lossen met zijn
verklaring
en/of= ik (verdachte [medeverdachte 2] ) weet precies waar je familie woont, als er problemen komen,dan is jouw familie aan de beurt en/of= als er wat zou gebeuren, een inval of wat dan ook, dan is de pijpbom bijna klaar,althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking;
05/050383-22
hij op
of omstreeks15 juni 2021 te Winterswijk,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een [type auto 2] met kenteken
[kenteken 2] ,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam slachtoffer]
, in elk
geval aan een andertoebehoorde heeft vernield en beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
05/331819-22 feit 2
medeplegen van het opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd
05/050383-22
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en beschadigen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht geen straf op te leggen die hoger is dan het voorarrest.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van beïnvloeding van een getuige met als doel om een verklaring tegen hem en een ander in een strafzaak in te trekken, althans aan te passen. Dit is een ernstig feit. De strafbepaling van het feit beoogt de vrijheid van alle burgers te beschermen om onbelemmerd ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen. Dat burgers in vrijheid een dergelijke verklaring af kunnen leggen, acht de rechtbank van cruciaal belang voor een goede rechtspleging. Door hun handelen hebben verdachte en zijn mededaders die rechtspleging trachten te frustreren. Naar het oordeel van de rechtbank is voor dit feit alleen een gevangenisstraf passend. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank de straf die pleegt te worden opgelegd voor meineed als referentiepunt genomen.
Daarnaast heeft verdachte de auto van iemand met wie hij een beweerdelijk conflict had, vernield dan wel zwaar beschadigd. Een laf en brutaal feit, waarvoor enkel en alleen oplegging van een gevangenisstraf volstaat.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij al vaker is veroordeeld, ook voor feiten met een geweldscomponent.
Alles in aanmerking genomen legt de rechtbank voor beide feiten een gevangenisstraf van in totaal 4 maanden op.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 47, 57, 350 en 285a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 05/331819-22 als feit 1 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis, (voorzitter), mr. M.J. Ouweneel en mr. T.M.A. Arts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 januari 2023.
Mr. M.J. Ouweneel is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, Team Financieel-economische criminaliteit, opgemaakte proces-verbaal, nummer [nummer onderzoek] (onderzoek [naam onderzoek 2] ), gesloten op 3 mei 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36-38; verklaring verdachte ter terechtzitting van 7 december 2023.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36-38.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 38.
5.Verklaringen [slachtoffer 1] in onderzoek [naam onderzoek 1] , p. 700140.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 166.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 166-167; [naam gesprek] -gesprek, p. 173-174.
8.[naam gesprek] -gesprek 21 november 2022, p. 175-176.
9.[naam gesprek] -gesprek 21 november 2022, p. 179-180.
10.[naam gesprek] -gesprek 21 november 2022, p. 181-183.
11.[naam gesprek] -gesprek 22 november 2022, p. 186.
12.[naam gesprek] -gesprek 22 november 2022, p. 189.
13.[naam gesprek] -gesprek 23 november 2022, p. 191.
14.Proces-verbaal van verhoor [verdachte] bij de rechter-commissaris op 26 oktober 2023.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 46-53.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 53 en de verklaring van [medeverdachte 2] ter terechtzitting op 7 december 2023.
17.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, nummer [nummer procesverbaal] , gesloten op 5 maart 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.