Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 maart 2024.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om de verdeling van een woning tussen ex-echtgenoten, de man en de vrouw, na hun echtscheiding in 2011. De man heeft de woning in 2004 gekocht en is na de echtscheiding met de kinderen in de woning blijven wonen. De vrouw heeft na de echtscheiding elders gewoond. De man vordert dat de vrouw haar medewerking verleent aan de verdeling van de woning, waarbij hij haar aandeel in de woning wil overnemen en zij ontslagen wordt uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. De vrouw verzet zich tegen deze verdeling en vordert in reconventie dat er een 'spoorboekje' wordt vastgesteld voor de verkoop of overname van de woning.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de woning op het moment van de verdeling € 230.000,00 bedraagt. De man heeft vergoedingsrechten ingediend met betrekking tot de aflossingen van de hypothecaire lening en investeringen in de woning. De rechtbank oordeelt dat de peildatum voor de waardering van de woning de huidige waarde is, en niet de waarde in 2011, omdat partijen ten onrechte aannamen dat het huwelijksvermogen al was afgewikkeld. De rechtbank wijst de vorderingen van de vrouw in reconventie af en bepaalt dat de vrouw haar medewerking moet verlenen aan de verdeling van de woning, waarbij zij ontslagen wordt uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening.
De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen op 17 april 2024 door mr. S.J. Peerdeman.