ECLI:NL:RBGEL:2024:1910

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
05.255218.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen ten aanzien van de productie en verkoop van synthetische drugs

Op 2 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot de productie en verkoop van synthetische drugs. De verdachte, geboren in 1976 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van diverse chemicaliën en apparatuur die gebruikt worden voor de productie van (meth)amfetamine en MDMA. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, op meerdere tijdstippen tussen 23 juni 2023 en 2 oktober 2023 in Wijchen handelingen heeft verricht die gericht waren op het voorbereiden van deze strafbare feiten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, terwijl de verdediging aanvoerde dat er onvoldoende bewijs was voor een bewuste samenwerking en dat de verdachte niet op de hoogte was van de aard van de goederen die hij voorhanden had. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk wist dat de goederen bestemd waren voor de productie van drugs, en dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, en een Maatregel Kostenverhaal van € 38.618,41 voor de vernietiging van de in beslag genomen goederen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/255218-23
Datum uitspraak : 2 april 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. A. Sahin, advocaat in Lent.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 juni 2023 tot en met 2 oktober 2023 te Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van (meth)amfetamine(-olie), MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
- (een) locatie('s) aan de [adres 2] te Wijchen te huren/betreden en/of deze locatie('s) ter beschikking te stellen voor de opslag van aan de productie van (meth)amfetamine(-olie) en/of MDMA gerelateerde goederen,
- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van (meth)amfetamine(-olie) en/of MDMA te kopen,
- voorwerpen, vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit en/of die feiten door het voorhanden hebben van (onder andere)
- 450 kilogram, althans een hoeveelheid, wijnsteenzuur,
- 2050 kilogram, althans een hoeveelheid, caustic soda,
- 7 kilogram, althans een hoeveelheid, kwik(II)chloride,
- 360 liter, althans een hoeveelheid, methylamine in methanol,
- 400 liter, althans een hoeveelheid, aceton,
- 1700 liter, althans een hoeveelheid, formamide,
- 1500 liter, althans een hoeveelheid, fosforzuur,
- 500 liter, althans een hoeveelheid, mierenzuur,
- 420 liter, althans een hoeveelheid, tolueen,
- Blauw-oranje industrial solvent cleaner, althans een machine (van het merk “Ciemme”, waarvan de olieachtige inhoud positief testte op de aanwezigheid van BMK en een lage concentratie van metamfetamine),
- 2, althans een of meer, gasflessen (van het merk Antargaz) en/of 4, althans een of meer, gasflessen (met etiket UN1965),
- 2, althans een of meer, RVS-(reactie)ketel (s),
- een RVS-reactieketel (met een inhoudsmaat van circa 3825 liter),
- een RVS-destillatieketel,
- een RVS-koelbuis (behorend bij bovengenoemde destillatieketel),
- 2, althans een of meer, (zwarte) dopvaten (met een inhoudsmaat van circa 220 liter),
- 3, althans een of meer, diverse stuks RVS-Reflux,
- een (ongebruikt) koolstoffilter en/of
- 20, althans een of meer, IBC`s
ten behoeve van de productie van die (meth)amfetamine(-olie), MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 juni 2023 tot en met 2 oktober 2023 te Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/of voorhanden gehad,
te weten
- een of meer assimilatielamp(en),
- 23, althans een of meer, assimilatielampenkappen,
- 8, althans een of meer, transformatoren,
- 422, althans een of meer, plantenpotten,
- twee, althans een of meer, opticlimates,
- een schakelbord,
- een koolstoffilter en/of
- een elektra kast
en/of vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad, te weten een pand/ruimte aan de [adres 2] te Wijchen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder de feiten 1 en 2 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van beide feiten moet worden vrijgesproken. Niet bewezen kan worden dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij de ten laste gelegde feiten. Ook is geen sprake van medeplegen, nu er onvoldoende bewijs is voor een bewuste en nauwe samenwerking van verdachte met anderen. Ook is niet bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het verrichten van voorbereidingshandelingen. Ten aanzien van het voorhanden hebben van de goederen is aangevoerd dat verdachte niet wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de goederen bestemd waren tot het vervaardigen van harddrugs dan wel het telen van hennep. De goederen waren namelijk verpakt of afgedekt, zodat hij niet kon zien wat er in of onder zat.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
Naar aanleiding van TCI-informatie inhoudende het bericht “in de loods op de [adres 2] te Wijchen vinden criminele activiteiten plaats welke te maken hebben met de productie van synthetische drugs” ging de politie op 2 oktober 2023 ter plaatse. Verdachte was toen in het pand aanwezig. [2]
In het pand werden op de begane grond meerdere IBC’s aangetroffen. Ook stonden er meerdere pallets met voor synthetische drugs gebruikte goederen, met zwarte folie en etiketten. Bovenop de vide stonden ketels en andere hardware welke gebruikt kunnen worden voor de productie van diverse synthetische drugs. Bovenop de vide stonden daarnaast meerdere IBC’s, pallets met zwarte folie en kenmerkende etiketten, zakken caustic soda en diverse jerrycans met chemicaliën. In de laadruimte van de vrachtwagen die op de parkeerplaats voor het pand was geparkeerd stonden 6 IBC’s, een zwaar vervuilde destillatieketel en een zwaar vervuilde koelbuis. [3]
Meer specifiek is op de begane grond aangetroffen:
- 450 kg wijnsteenzuur;
- 1100 kg caustic soda;
- 7 kg kwik(II)chloride;
- 360 liter methylamine;
- 400 liter aceton;
- 1420 liter formamide;
- 1500 liter fosforzuur;
- 500 liter mierenzuur. [4]
Verder is op de begane grond aangetroffen:
- 2 gasflessen van het merk Antargaz;
- Een blauw-oranje ‘industrial solvent cleaner’ van het merk ‘Ciemme’, inhoudende restanten van een gele, olieachtige substantie, bevattende BMK en een lage concentratie metamfetamine;
- Een RVS-ketel. [5]
Op de vide is aangetroffen:
- 480 liter tolueen;
- 280 liter formamide;
- 950 kg caustic soda;
- 1x RVS-productieketel met een inhoudsmaat van circa 3825 liter;
- 3x diverse RVS-Reflux;
- 1x nieuw koolstoffilter;
- 1x RVS-ketel. [6]
Verder is op de vide aangetroffen:
- 2 x een zwart dopvat à 220 liter;
- 3x een RVS-reflux;
- 1 ongebruikt koolstoffilter;
- 1 RVS-ketel;
- 4x gasfles met etiket UN1965;
- Een RVS-reactieketel met een inhoud van circa 3825 liter. [7]
In de laadruimte van de vrachtwagen is aangetroffen:
- Een RVS-destillatieketel met een ingedeukte zijkant;
- Een RVS-koelbuis. [8]
Met de genoemde grondstoffen worden diverse drugs vervaardigd of bewerkt, waaronder amfetamine, metamfetamine en MDMA. De aangetroffen ketels en overige hardware zijn gemodificeerd en typisch voor de (grootschalige) productie van diverse soorten synthetische drugs. [9]
Verder is op de vide aangetroffen:
- 2 opticlimates;
- 23 assimilatielampenkappen;
- 1 assimilatielamp;
- 1 koolstoffilter;
- 422 plantenbakken;
- 8 transformatoren;
- 1 schakelbord;
- een elektrakast.
Deze goederen worden gebruikt in de hennepteelt. [10]
Bij het pand is op 23 juni 2023 een camera geplaatst. [11] De camerabeelden liepen van 23 juni 2023 tot en met 4 juli 2023. NN1, herkend als verdachte [12] , is meermaals bij het pand gezien, te weten op 23 juni, 27 juni, 28 juni en 4 juli 2023. Op 23 juni 2023 bestuurde verdachte een heftruck en maakte verdachte handgebaren naar de vrachtwagen die door Berends werd bestuurd. Vervolgens werden 8 IBC’s in de vrachtwagen geladen. In de genoemde periode zijn meerdere voertuigen en personen bij het pand gezien. [13]
Ook op camerabeelden van een bedrijf gevestigd in het achterste gedeelte van het pand is verdachte meermaals gezien. De camerabeelden betroffen de periode 18 september 2023 tot en met 2 oktober 2023. Verdachte is bij het pand gezien op 19 september, 20 september, 22 september, 23 september, 26 september, 27 september, 28 september, 30 september en 2 oktober 2023. Op 23 september 2023 haalde verdachte met een heftruck twee stapels met goederen uit een vrachtwagen. In de genoemde periode zijn tevens meerdere voertuigen en personen bij het pand gezien. [14]
Verdachte heeft regelmatig bestellingen aangenomen en geholpen met het lossen van goederen, waaronder goederen die in de loods zijn aangetroffen. [15]
Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat de goederen die in de loods zijn aangetroffen bestemd waren voor de productie van synthetische drugs en voor hennepteelt.
De rechtbank overweegt dat op de pallets etiketten zaten waarop de inhoud van de jerrycans beschreven stond. Ook zaten daarop doodshoofdjes, de kenmerkende markering voor stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid en/of het milieu. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte, als huurder van de loods die daar tevens vaak aanwezig was en met een heftruck goederen aannam, wist dat de goederen die in de loods zijn aangetroffen goederen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en goederen ten behoeve van de hennepteelt betroffen.
Verdachte heeft verklaard dat hij de loods huurde [16] voor zijn bedrijf in de opvang van regenwater en dat hij de loods onderverhuurde. Verdachte wil de naam van de onderverhuurder niet noemen, omdat hij naar zijn zeggen bedreigd wordt en vreest voor zijn leven. Deze onderverhuurder handelde in zeep en schoonmaakproducten en verdachte dacht dat het daadwerkelijk schoonmaakproducten betrof. Volgens verdachte rook het in het begin ook naar zeep in de loods.
De rechtbank overweegt het volgende. Verdachte heeft zijn stelling dat hij de loods heeft onderverhuurd op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Verdachte heeft bijvoorbeeld geen huurovereenkomst of berichten over de onderverhuur van de loods overgelegd. Zijn verklaring dat hij geen borg heeft gevraagd, dat hij het ondertekende huurcontract nog van de onderverhuurder zou krijgen en dat hij alvast de sleutel had verstrekt, omdat hij onderzoek had gedaan naar de onderverhuurder en hem vertrouwde, acht de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte kreeg namelijk zelf pas de sleutel nadat het huurcontract met de verhuurder was ondertekend en drie maanden huur vooruit was betaald als een soort borg. [17] Niet valt in te zien dat verdachte, die om geld verlegen zat, niet een zelfde soort financiële garantie met zijn onderhuurder heeft afgesproken. Daarnaast acht de rechtbank het onaannemelijk dat verdachte, zoals door hem ter zitting verklaard, de onderaannemer zag als een betrouwbare ondernemer, terwijl de onderhuurder hem bedreigd zou hebben en na vier maanden nog geen huur zou hebben betaald. Verdachte heeft daarnaast zijn bedrijfsvoering ten aanzien van de opvang van regenwater niet aannemelijk gemaakt. Er is geen enkel stuk ter onderbouwing hiervan overgelegd. De rechtbank is daarom van oordeel dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is geworden.
Concluderend acht de rechtbank het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 23 juni 2023 tot en met 2 oktober 2023 te Wijchen,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en
/of- het opzettelijk vervaardigen van (meth)amfetamine(-olie), MDMA en/of een of meer ander
(e
)stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en
/of- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en
/of- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), wist
(en
) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
-
(een
)locatie
('s)aan de [adres 2] te Wijchen te huren/betreden en
/ofdeze locatie
('s)ter beschikking te stellen voor de opslag van aan de productie van (meth)amfetamine(-olie) en/of MDMA gerelateerde goederen,
- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van (meth)amfetamine(-olie) en/of MDMA te kopen,- voorwerpen, vervoermiddelen en
/ofstoffen voorhanden te hebben, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), wist
(en
) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit en/of die feiten door het voorhanden hebben van
(onder andere)- 450 kilogram, althans een hoeveelheid, wijnsteenzuur,
- 2050 kilogram, althans een hoeveelheid, caustic soda,
- 7 kilogram, althans een hoeveelheid, kwik(II)chloride,
- 360 liter, althans een hoeveelheid, methylamine in methanol,
- 400 liter, althans een hoeveelheid, aceton,
- 1700 liter, althans een hoeveelheid, formamide,
- 1500 liter, althans een hoeveelheid, fosforzuur,
- 500 liter, althans een hoeveelheid, mierenzuur,
- 420 liter, althans een hoeveelheid, tolueen,
- Blauw-oranje industrial solvent cleaner
, althans een machine(van het merk “Ciemme”, waarvan de olieachtige inhoud positief testte op de aanwezigheid van BMK en een lage concentratie van metamfetamine),
- 2
, althans een of meer,gasflessen (van het merk Antargaz) en
/of4
, althans een of meer,gasflessen (met etiket UN1965),
- 2
, althans een of meer,RVS-(reactie)ketel
(s
),
- een RVS-reactieketel (met een inhoudsmaat van circa 3825 liter),
- een RVS-destillatieketel,
- een RVS-koelbuis (behorend bij bovengenoemde destillatieketel),
- 2
, althans een of meer,(zwarte) dopvaten (met een inhoudsmaat van circa 220 liter),
- 3
, althans een of meer, diversestuks RVS-Reflux,
- een (ongebruikt) koolstoffilter en
/of- 20
, althans een of meer,IBC`s
ten behoeve van de productie van die (meth)amfetamine(-olie), MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 23 juni 2023 tot en met 2 oktober 2023 te Wijchen,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, stoffen en/ofvoorwerpen
heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/ofvoorhanden heeft gehad, te weten
-
een of meerassimilatielamp
(en
),
- 23
, althans een of meer,assimilatielampenkappen,
- 8
, althans een of meer,transformatoren,
- 422
, althans een of meer,plantenpotten,
- twee
, althans een of meer,opticlimates,
- een schakelbord,
- een koolstoffilter en
/of- een elektrakast
en/of vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevensvoorhanden heeft gehad,
te weten een pand/ruimte aan de [adres 2] te Wijchenwaarvan hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige reden had(den) te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen trachten te verschaffen, en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
feit 2:
medeplegen van voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde of vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast vordert de officier van justitie verdachte te veroordelen tot vergoeding van de kosten gemaakt voor de vernietiging van de in de loods aangetroffen goederen, te weten een bedrag van € 38.618,41.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd. Wel heeft de raadsvrouw verzocht het bevel voorlopige hechtenis op te heffen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen ten aanzien van de productie en verkoop van synthetische drugs. Verdachte heeft een door hem gehuurde loods ter beschikking gesteld voor de opslag van diverse grondstoffen van synthetische drugs en hardware geschikt voor de productie van synthetische drugs. In de loods stonden meerdere pallets met vele jerrycans met daarin verschillende stoffen en chemicaliën. Ook lagen in deze loods goederen ten behoeve van de hennepteelt opgeslagen.
Zowel hard- als softdrugs zijn zeer verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid. De handel in drugs is zeer lucratief. De productie/teelt en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, waaronder ernstige vormen van geweld. Daar komt bij dat het afval dat ontstaat door de productie van synthetische drugs vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, hetgeen grote schade aan het milieu veroorzaakt. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en voor het milieu. Hij heeft met zijn handelen een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie van harddrugs en het telen van softdrugs.
Uit het strafblad van verdachte volgt dat verdachte first offender is. De reclassering heeft in haar rapport van 5 december 2023 geadviseerd een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Alles overziend acht de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. De rechtbank zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
Gelet op deze strafoplegging wijst de rechtbank het verzoek tot opheffing van het bevel voorlopige hechtenis af.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Maatregel Kostenverhaal
Op 1 juli 2022 is de Maatregel Kostenverhaal in werking getreden. De maatregel is van toepassing op strafbare feiten die na de inwerkingtredingsdatum worden opgespoord en vervolgd. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp. De Maatregel Kostenverhaal is opgenomen in artikel 13d van de Opiumwet.
Bij de stukken bevindt zich een rekening voor het ontmantelen van de opslagplaats, inclusief de afvoer ter vernietiging van de aangetroffen chemicaliën. De gemaakte kosten zijn vastgesteld op € 38.618,41. De inbeslaggenomen voorwerpen moesten vernietigd worden, omdat zij ernstig gevaar opleverden voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid.
De rechtbank overweegt dat vast is komen te staan dat in de loods gevaarlijke goederen aanwezig waren. Eveneens is vast komen te staan dat kosten zijn gemaakt om de loods te ontmantelen, inclusief de btw. Ten aanzien van de hoogte van het gevorderd totaalbedrag overweegt de rechtbank dat deze kosten niet irreëel voorkomen. De rechtbank legt daarom de Maatregel Kostenverhaal ter hoogte van € 38.618,41 aan verdachte op. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen gelet op artikel 13d, derde lid van de Opiumwet in samenhang met artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht 772 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 10 a, 11a en 13d van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 3 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 wijst af het verzoek tot opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
 legt op de Maatregel Kostenverhaal tot een bedrag van € 38.618,41;
 bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd op 772 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors (voorzitter), mr. E.H.T. Rademaker en
mr. A. Bril, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Clevers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 april 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2023254131, gesloten op 6 februari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14-15.
3.Spoed proces-verbaal van bevindingen, p. 23-24.
4.Spoed proces-verbaal van bevindingen, p. 24.
5.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2024, p. 4-5.
6.Spoed proces-verbaal van bevindingen, p. 24.
7.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2024, p. 6.
8.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2024, p. 6.
9.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2024, p. 7.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 52.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 50.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 32-49.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 69-86.
15.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 maart 2024.
16.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 maart 2024.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 60.