In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 4 april 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van 22 juni 2022 beoordeeld. Eiseres, eigenaar van twee bedrijfspanden, had een last onder dwangsom opgelegd gekregen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel vanwege illegale bewoning door arbeidsmigranten. De rechtbank oordeelt dat de opgelegde begunstigingstermijn van zes weken te kort was en vernietigt het besluit van 22 juni 2022. De rechtbank herroept het besluit van 22 februari 2022, waarbij de last onder dwangsom werd opgelegd, voor zover het de begunstigingstermijn betreft. De rechtbank stelt de begunstigingstermijn vast op 26 weken na dagtekening van het besluit van 22 februari 2022. De rechtbank concludeert dat er geen zicht op legalisatie was en dat de handhaving door het college gerechtvaardigd was, maar dat de termijn voor het beëindigen van de overtreding niet in overeenstemming was met de omstandigheden van de zaak. Eiseres had aangevoerd dat de korte termijn onredelijk was, gezien de noodzaak om alternatieve woonruimte voor de bewoners te vinden. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de bewoners niet voldoende zijn meegewogen bij het vaststellen van de begunstigingstermijn. De rechtbank bepaalt dat het college het griffierecht en de proceskosten aan eiseres moet vergoeden.