ECLI:NL:RBGEL:2024:1870
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om transitievergoeding na beëindiging arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen [verweerder] betreffende de betaling van een transitievergoeding. [verzoeker] was werkzaam als verpleegkundige in een hospice dat in juni 2023 zijn activiteiten heeft gestaakt. Na het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst heeft [verzoeker] op 4 augustus 2023 verzocht om uitbetaling van de transitievergoeding, maar [verweerder] gaf aan geen financiële middelen te hebben om deze te voldoen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] het initiatief heeft genomen om de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten, waardoor [verzoeker] recht heeft op de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 1 onder a sub 3 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] toegewezen en [verweerder] veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 1.198,33 bruto, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 september 2023.
Daarnaast is [verweerder] ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 214,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het verzoek tot hoofdelijke veroordeling van de leden van de Raad van Bestuur is afgewezen, omdat zij geen partij in de procedure zijn. De uitspraak benadrukt de verplichting van de werkgever om de transitievergoeding te betalen, ongeacht de financiële situatie van de werkgever.