Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de conclusie van [gedaagde]
- de antwoordconclusie van [eiser] .
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de totstandkoming van een koopovereenkomst voor een woning. De rechtbank heeft op 10 april 2024 vonnis gewezen in deze zaak, waarin de vorderingen van [eiser] zijn afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen, omdat [eiser] niet heeft bewezen dat [gedaagde] haar handtekening onder de e-mail van 1 december 2020 heeft gezet. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van getuigen en de omstandigheden van het geval in aanmerking genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet de intentie had om de woning te verkopen en dat [eiser] niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op een overeenkomst. De proceskosten zijn voor rekening van [eiser].