Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 maart 2024
[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker
de burgemeester van Arnhem
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
De derde voorwaarde: gaat het noodbevel niet te ver?
Rechtbank Gelderland
Op 29 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, de voorman van Pegida, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen een gebiedsverbod dat door de burgemeester van Arnhem was opgelegd. Dit gebiedsverbod was ingesteld op basis van artikel 175 van de Gemeentewet en had een duur van zes maanden. Verzoeker was het niet eens met deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om het verbod te schorsen, omdat hij op korte termijn wilde demonstreren in Arnhem.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 maart 2024 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van de burgemeester aanwezig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot het besluit kon komen om een gebiedsverbod op te leggen, gezien de eerdere demonstratie op 13 januari 2024 die uit de hand was gelopen en de vrees voor ernstige wanordelijkheden. Echter, de voorzieningenrechter vond de duur van zes maanden te lang en schorste het gebiedsverbod met ingang van 10 april 2024, waardoor verzoeker na deze datum weer in Arnhem mag zijn.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen had, omdat de burgemeester niet voldoende had onderbouwd waarom het gebiedsverbod voor drie maanden noodzakelijk was. De voorzieningenrechter droeg de burgemeester op om het betaalde griffierecht aan verzoeker te vergoeden, maar wees een proceskostenvergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken.