Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
moordop [slachtoffer] aan verdachte ten laste te leggen, subsidiair (b) de
gekwalificeerde doodslagen pas onder het meer subsidiair (c) tenlastegelegde de
doodslagvan [slachtoffer] .
3.De bewezenverklaring
of omstreeks21 maart 2023 te Lent,
althans in de gemeente Nijmegen, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleenopzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door
(telkens) opzettelijk meermalen, althans eenmaal met krachtmet een mes
, althans met een scherp en/of puntig voorwerpin de
hartstreek dan welborststreek,
althans in het bovenlichaamvan die [slachtoffer] te steken, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Beschrijvend diagnostisch gaat het om een jongeman die in een
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
ten tijde van de gebeurtenissprake moest zijn van de eerder benoemde nauwe en persoonlijke relatie. [nabestaande 4] woonde weliswaar in hetzelfde gebouw als zijn broer en zij woonden gedurende een groot deel van hun leven in het ouderlijk huis, (zoals gebruikelijk bij familieleden), maar ten tijde van het overlijden van het slachtoffer op 21 maart 2023 woonden zij niet in hetzelfde (ouderlijk) huis. Dat zij regelmatig tijd met elkaar doorbrachten, activiteiten ondernamen of bedragen aan elkaar voorschoten, onderscheidt [nabestaande 4] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende van andere broers en zussen om te kunnen spreken van dusdanig uitzonderlijke omstandigheden, dat de hardheidsclausule kan worden toegepast. [nabestaande 4] zal, hoezeer de rechtbank zijn verdriet ook begrijpt, dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van negen jaren;
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelop grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [nabestaande 2] van € 17.500,00 aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [nabestaande 2] een bedrag te betalen van € 17.500,00 aan affectieschade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 82 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [nabestaande 1] van € 17.500,00 aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [nabestaande 1] , een bedrag te betalen van € 17.500,00 aan affectieschade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 82 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [nabestaande 2] van € 812,91 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [nabestaande 2] , een bedrag te betalen van € 812,91 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.) Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 16 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [nabestaande 3] van € 679,86 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [nabestaande 3] , een bedrag te betalen van € 679,86 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 maart 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 13 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;