In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 14 februari 2024 een verstekvonnis uitgesproken. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft gedaagden, die niet verschenen zijn, gedagvaard. De rechtbank heeft het gevorderde, inclusief de betaling van beslagkosten, toegewezen, met uitzondering van de vordering voor de nog te maken beslag- en executiekosten. De rechtbank oordeelde dat deze kosten niet op voorhand konden worden toegewezen, omdat het nog niet vaststaat of deze kosten daadwerkelijk gemaakt zullen worden en wat de redelijke omvang daarvan is. Tevens is het bevelschrift voor nakosten afgewezen wegens gebrek aan belang.
De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de eiseres, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens aan de zijde van de eiseres begroot. De rechtbank heeft de gedaagden ook veroordeeld in de beslagkosten en de proceskosten, met de mogelijkheid van wettelijke rente over deze bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft alle overige vorderingen afgewezen.