N1 heeft aan haar incidentele vorderingen, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Hoewel [eiser] in de dagvaarding rekening heeft gehouden met een mogelijk bevoegdheidsverweer van N1, heeft hij daarin niet reeds voldoende en specifieke feiten gesteld op grond waarvan rechtsmacht zou kunnen worden aangenomen. Door niet alle voor de bevoegdheid noodzakelijke feiten te stellen, heeft hij niet aan zijn stelplicht voldaan. Nadien (bijvoorbeeld bij antwoord in dit incident) door hem ingenomen stellingen zijn te laat en daaraan moet worden voorbijgegaan, althans moet N1 - gelet op het beginsel van hoor en wederhoor - in de gelegenheid worden gesteld daarop bij akte of tijdens een mondelinge behandeling te reageren.
[eiser] - die als politiefunctionaris / wetshandhaver werkt en daarom beter dan gemiddeld in staat moet worden geacht om financiële risico’s in te schatten - heeft bij het aangaan van de kansspelovereenkomst niet als consument gehandeld. Ook als [eiser] een account heeft aangemaakt met zijn persoonlijke gegevens en hij stortingen van zijn eigen bankrekening of creditcard heeft gedaan, maakt dit nog niet dat hij louter voor particuliere consumptiebehoefte heeft gespeeld, althans kan het beroeps- of bedrijfsmatige karakter van zijn handelwijze niet worden uitgesloten. Van een consumentenovereenkomst is geen sprake, zodat afdeling 4 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 (hierna: Brussel I-bis) toepassing mist. De activiteiten van N1 (inclusief exploitatie van de betreffende website) zijn of waren niet op Nederland gericht. De enkele omstandigheid dat een website toegankelijk is in een bepaald land, houdt niet tevens in dat de betreffende website daarmee op dat land is gericht. Aanwijzingen dat N1 van plan was om handel te drijven, of overeenkomsten te sluiten, met personen die woonplaats hebben in Nederland zijn door [eiser] niet gesteld en evenmin heeft hij daartoe in de dagvaarding bewijs aangedragen of aangeboden.
De door partijen gesloten overeenkomst kwalificeert als een overeenkomst tot verstrekking van diensten, die alle niet in of vanuit Nederland (en in elk geval niet in of vanuit het arrondissement van deze rechtbank, omdat [eiser] elders in Nederland speelde) maar in of vanuit Malta worden verstrekt. [eiser] zelf stelt dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst een uitdrukkelijke forumkeuze hebben gemaakt en daarbij de rechter te Malta hebben gekozen als exclusieve instantie om over geschillen als deze te oordelen. Op grond daarvan heeft de rechtbank geen rechtsmacht. N1 heeft geen woonplaats in Nederland, zodat - ook zonder een exclusieve forumkeuze - artikel 4 Brussel I-bis geen aanknopingspunt vormt voor de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Er zijn geen alternatieve grondslagen voor het aannemen van bevoegdheid, zoals op grond van artikel 7 lid 1 Brussel I-bis (want de door N1 aangeboden dienst wordt niet in Nederland verricht c.q. de overeenkomst wordt niet uitgevoerd in Nederland) of artikel 7 lid 2 Brussel I-bis (want de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft niet in Nederland en in elk geval niet in het arrondissement van deze rechtbank plaatsgevonden). Voor het lokaliseren van het
Handlungsortof
Erfolgsortheeft [eiser] geen aanknopingspunten of onderbouwing aangevoerd. [eiser] heeft meerdere ‘deposits’ gedaan op zijn account, op een bankrekening die wordt aangehouden bij een in Malta gevestigde bank en waarop de vermeende schade is geleden. N1 heeft geen nauwe band met Nederland. Daarbij komt dat zij onder Maltees toezicht staat.
Het voorgaande maakt dat voor N1 niet was te voorzien dat zij in Nederland zou kunnen worden opgeroepen, wat van groot belang is bij het aannemen van bevoegdheid. Voor zover uit lagere rechtspraak zou volgen dat in dergelijke zaken wel kan worden aangeknoopt bij de woonplaats van de eiser, geldt dat die uitspraken nog niet in kracht van gewijsde zijn gegaan dan wel stoelen op andere feiten en/of omstandigheden, zodat die conclusies niet kunnen worden overgenomen; de onderhavige zaak vergt een zelfstandige beoordeling.
Op de overeenkomst is Maltees recht van toepassing. Op grond van artikel 3 Rome I is het door partijen gekozen recht van toepassing. In de algemene voorwaarden die op de tussen N1 en [eiser] gesloten overeenkomst toepasselijk zijn, is een rechtskeuzebeding opgenomen waarin het recht van Malta van toepassing is verklaard. Op grond van het Maltese recht worden de diensten die N1 aanbiedt alle in of vanuit Malta verstrekt.
Toewijzing van het verzoek om tussentijds hoger beroep te mogen instellen is gerechtvaardigd, omdat de proceseconomie erbij gebaat is dat zo snel als mogelijk - en met voorkoming van mogelijk onnodige kosten en inspanningen - komt vast te staan dat de rechtbank jurisdictie in zaken als deze heeft, aldus N1.