Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Na herhaalde vragen in verschillende verhoren van de politie over de aangetroffen bloedsporen in de slaapkamer, heeft verdachte later verklaard dat zij [slachtoffer] met een bijl heeft geslagen in de slaapkamer en dat die bijl zich in het bed onder [slachtoffer] kussen bevond. De eerdere verklaringen zou zij, naar eigen zeggen, in strijd met de waarheid hebben afgelegd op advies van haar toenmalig advocaat. De rechtbank vindt het lastig te volgen dat en waarom een advocaat een dergelijk advies zou geven. Bovendien is opvallend dat verdachte bij de eerste verhoren als verdachte door de politie dus herhaaldelijk en gedetailleerd (zoals zij nu zelf aangeeft) verklaringen heeft verzonnen, om dit eerdere scenario aannemelijk te maken. Dit tast de geloofwaardigheid van haar verklaringen aan, ook de verklaringen waar zij in een later stadium aan vast houdt in haar beroep op een noodweersituatie. De geloofwaardigheid van verdachtes laatste verklaringen wordt verder ondergraven door het feit dat zij na de dood van [slachtoffer] meteen vanaf de eerste ochtend aan anderen een (nog weer ander) verzonnen verhaal heeft verteld, dat er op neer komt dat [slachtoffer] haar zojuist had verlaten, dat hij zijn tas had gepakt en in een auto met een buitenlands kenteken was gestapt. Deze - eveneens gedetailleerde - verklaring heeft zij vervolgens maandenlang volgehouden, zowel tegenover [slachtoffer] werkgever, zijn familie en naasten als tegenover de politie. Ook dit bleek uiteindelijk niet waar.
in zijn nakiestond op 16 september 2022, toen zij van zolder naar beneden kwam gelopen. Dit, terwijl zij in haar latere verklaringen steeds beschrijft dat [slachtoffer] op dat moment een onderbroek en een T-shirt droeg.
(de rechtbank begrijpt een soortgelijke bijl), waarmee zij [slachtoffer] heeft geslagen. [6]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks16 september 2022
, althans in of omstreeks de maand september
een of
, althans met een –scherp- (slag-)voorwerp,tegen het
en/of het lichaamte slaan;
of omstreeks16 september 2022
, althans in of omstreeks de maand september
, weggevoerd en/of weggemaakt, met het
ofende oorzaak van het overlijden te verhelen, door met dat
/ofte
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Aan de voorwaarden voor oplegging van genoemde maatregel is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Daarbij wordt de oplegging van de maatregel geadviseerd door de reclassering. Gelet op de ernst van het delict is langdurig toezicht, ook na afloop van de detentie, noodzakelijk.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.281,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 1.281,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 22 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.580,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 1.580,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.580,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 1.580,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.580,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 1.580,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;