ECLI:NL:RBGEL:2024:1551

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
c/05/429164
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident over onbevoegdheid van de rechtbank in civiele procedure met betrekking tot nalatenschap

Op 20 maart 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een incident waarbij de gedaagden vorderden dat de rechtbank zich onbevoegd zou verklaren om kennis te nemen van het geschil. De gedaagden stelden dat er een boedelnotaris was benoemd die bevoegd was om het geschil te behandelen, en dat de rechtbank pas weer aan de beurt zou zijn als de notaris niet in staat was om partijen te verenigen. De eisende partijen voerden verweer en stelden dat de notaris wel was benaderd, maar dat de gedaagden medewerking hadden geweigerd, waardoor de notaris het dossier had moeten sluiten.

De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of zij bevoegd was om kennis te nemen van het incident en of het Nederlands recht van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat zij bevoegd was, gezien de woonplaats van de eisers en de toepasselijkheid van het Nederlands recht. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in het ongelijk waren gesteld en dat de incidentele vordering moest worden afgewezen. De eisende partijen werden ontvankelijk verklaard in hun vorderingen.

De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van het incident, vastgesteld op € 614,00 voor salaris advocaat. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door de gedaagden, waarbij iedere verdere beslissing werd aangehouden. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.F.A. Bierbooms.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/429164 / HZ ZA 23-446
Vonnis in incident van 20 maart 2024
in de zaak van

1.[eis.hfdz./verw.inc. 1] ,

te [plaats 1] ,
2.
[eis.hfdz./verw.inc. 2],
te [land 1] ,
3.
[eis.hfdz./verw.inc. 3],
te [plaats 2] ,
4.
[eis.hfdz./verw.inc. 4],
te [plaats 3] ,
5.
[eis.hfdz./verw.inc. 5],
te [plaats 4] ,
eisende partijen in de hoofdzaak,
verwerende partijen in het incident,
hierna samen te noemen: [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] ,
advocaat: mr. G.H.J. Spee te Nijmegen,
tegen

1.[ged.hfdz./eis.inc. 1] ,

te [plaats 5] ,
2.
[ged.hfdz./eis.inc. 2],
te [plaats 6] ,
gedaagde partijen in de hoofdzaak,
eisende partijen in het incident.
hierna samen te noemen: [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] ,
advocaat: mr. J. van Andel te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid
- de conclusie van antwoord in incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
[gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] vorderen in het incident dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren om kennis te nemen van dit geschil c.q. [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vorderingen met veroordeling van [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] in de kosten.
2.2.
[gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] leggen aan hun incidentele vordering kort gezegd ten grondslag dat er een boedelnotaris is benoemd die bevoegd is om van het geschil kennis te nemen (artikel 677 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv)). Pas als de boedelnotaris partijen niet kan verenigen, is de rechtbank weer aan zet.
2.3.
[eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] voert verweer in het incident. [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] concludeert tot verwerping van het incident. [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] verzoekt de rechtbank hem ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen met veroordeling van [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] in de kosten van het incident.
2.4.
Ter onderbouwing van het verweer voert [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] samengevat aan dat de boedelnotaris wel is benaderd, maar dat [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] medewerking hebben geweigerd. Daardoor heeft de boedelnotaris het dossier moeten sluiten, aldus [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5]

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Gezien de woonplaats van [eis.hfdz./verw.inc. 2] (eiser sub 2) dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen of zij bevoegd is om kennis te nemen van het in incident gevorderde en of het Nederlands recht van toepassing is. Deze vragen moeten bevestigend worden beantwoord.
De rechtbank is niet bekend met een tussen Nederland en Nieuw-Zeeland geldend verdrag dat op onderhavige zaak van toepassing is. Gelet daarop beoordeelt de rechtbank de rechtsmacht en het toepasselijke recht op basis van het nationale (Nederlands) recht. Gelet op de woonplaats van gedaagden en artikel 107 Rv is de rechtbank Gelderland bevoegd om van dit geschil kennis te nemen. De toepasselijkheid van het Nederlands recht is in deze procedure niet in geschil, zodat de rechtbank van die toepasselijkheid uitgaat.
3.2.
Bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 23 februari 2011 is mr. [notaris] , notaris te Amersfoort, tot boedelnotaris benoemd voor de verdeling van de nalatenschappen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] (artikel 677 Rv).
3.3.
Uit de door [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] overgelegde correspondentie volgt dat de boedelnotaris heeft geprobeerd om partijen tot elkaar te brengen, maar dat dit niet is gelukt. In een brief van [notaris] aan [eis.hfdz./verw.inc. 1] en [eis.hfdz./verw.inc. 2] (eisers sub 1 en 2) van 14 september 2012 staat bijvoorbeeld: “
Omdat ik niet van iedereen informatie ontving die nodig is om tot een afwikkeling te komen, en ik wel tijd investeerde, hetgeen om genoemde reden helaas niet tot enig resultaat leidde, bericht ik dat ik mijn werkzaamheden op dit moment zal staken.”. Ook heeft [ged.hfdz./eis.inc. 1] (gedaagde sub 1) bij brief van 2 augustus 2015 aan onder andere [eis.hfdz./verw.inc. 1] geschreven: “
Vooruitlopend op de dingen die komen gaan, staat mij als rode draad het volgende voor ogen:Zonder tussenkomstvan die notaris uit A’foort in wie ik gelet de op slechte bericht geving absoluut geen vertrouwen heb ( kost ons alleen maar klauwen met geld ) wil ik de nalatenschap door [eis.hfdz./verw.inc. 1] en mij afgewikkeld en geregeld hebben(…)”. De rechtbank komt op basis van het voorgaande tot het oordeel dat het de boedelnotaris, hoewel daartoe wel een serieuze poging is ondernomen, niet gelukt is om partijen te verenigen.
3.4.
Uit lid 2 van artikel 678 Rv volgt dat partijen zich weer tot de rechter kunnen wenden als het de boedelnotaris niet lukt om partijen te verenigen. Het is dan aan de rechter om te oordelen over de geschilpunten die partijen nog verdeeld houden. De aanwezigheid van een proces-verbaal waarin de notaris constateert partijen niet te hebben kunnen verenigen (lid 1 van artikel 678 Rv), is geen vereiste dat vervuld moet zijn, willen partijen zich opnieuw tot de rechter kunnen wenden. De incidentele vordering van [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] moet worden afgewezen. De rechtbank is bevoegd en [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] is ontvankelijk.
3.5.
[gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De proceskosten in het incident worden vastgesteld op € 614,00 voor salaris advocaat (1 punt × tarief € 614,00).

4.De beoordeling in de hoofdzaak

4.1.
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen voor het nemen van een conclusie van antwoord door [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] .
4.2.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] in de kosten van het incident, aan de zijde van [eis.hfdz./verw.inc. 1 tm 5] begroot op € 614,00,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
1 mei 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedn.hfdz./eis.inc. 1+2] ,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2024.
ES/PB