Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Verdachte heeft verklaard dat hij vrijwel direct dusdanig bang was dat hij een mes heeft gepakt en hiermee heeft gezwaaid om aangever op afstand te houden. Dit zou gaan om een vouwmes dat verdachte uit het messenblok op het aanrecht dan wel van het aanrecht zou hebben gepakt. Desondanks viel aangever hem aan en werd hij door aangever geslagen, is hij gevallen en heeft uiteindelijk [getuige] aangever van hem afgetrokken. Nadat aangever via de voordeur is vertrokken heeft verdachte het (ingeklapte) mes in een struikenperk aan de achterzijde van de woning verstopt, waar het mes later door een speurhond van de politie is aangetroffen.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks31 augustus 2023 te Zevenaar
die [slachtoffer] meermalen
, althans éénmaalin
/opzijn arm
(en)en
/ofin
/opde hand
(en)en
/ofin
/opzijnvinger
(s), althansenhet bovenlichaam, met een
(vlees)mes
, althans eenscherp en/of puntig voorwerp,te steken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden;
mr. R.M.H. Pennings, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 februari 2024.