ECLI:NL:RBGEL:2024:1534

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
05.109163.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor betrokkenheid bij drugslaboratorium in Millingen aan de Rijn met gevangenisstraffen en maatregel kostenverhaal

Op 19 maart 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij een drugslaboratorium in Millingen aan de Rijn. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen, waarbij twee van hen ook de maatregel kostenverhaal opgelegd kregen op basis van artikel 13d van de Opiumwet. De zaak kwam voort uit een politieonderzoek dat op 1 februari 2023 leidde tot de ontdekking van een drugslaboratorium, waar aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën en stoffen voor de productie van amfetamine werden aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023, opzettelijk betrokken was bij de productie en verwerking van amfetamine. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de resultaten van DNA-onderzoek in overweging genomen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 28 maanden geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, rekening houdend met de rol van de verdachte en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft ook de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/109163-23
Datum uitspraak : 19 maart 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsman: mr. R. den Riet, advocaat Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
Hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023
te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
Hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023 te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:
een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) in een loods/stal/pand en/of op een perceel gelegen aan de [adres 2] aldaar, chemicaliën en/of stoffen te weten:
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 1175 kilogram, caustic soda en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 715 liter, oxomethanol (mierenzuur) en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 400 liter, ophosphoric acid (fosforzuur) en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 720 liter, amide C1 (formamide)
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 205 kilogram zout van BMK-glycidezuur en/of glycidezout
en/of
goederen en/of voorwerpen te weten:
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en/of (bijbehorende) koelbuis en/of
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brewmonk) en/of
- een kunststof scheitrechter en/of
- een aantal gasflessen en/of
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel en/of
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels en/of
- een destillatiebuis en/of
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die chemicaliën en/of stoffen en/of goederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De rechtbank zal vanwege de samenhang de feiten 1 en 2 samen bespreken.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 februari 2023 treft de politie in een schuur op het perceel van de [adres 2] in Millingen aan de Rijn een drugslaboratorium aan. Medewerkers van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen van de Landelijke Eenheid van de politie (LFO) ruiken bij het betreden van het drugslaboratorium de kenmerkende geur van amfetamine. [2]
De volgende chemicaliën en stoffen zijn aangetroffen [3] :
- 1175 kilogram Caustic Soda;
- 715 liter oxomethanol (mierenzuur);
- 400 liter ophoshoric acid (fosforzuur);
- 720 liter amide C1 (formamide);
- 205 kilogram zout van BMK (BenzylMethylKeton)-glycidezuur en/of glycidezout.
Daarnaast zijn de volgende goederen/voorwerpen aangetroffen [4] :
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en bijbehorende koelbuis;
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brew monk);
- een kunststof scheitrechter;
- een aantal gasflessen;
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel;
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels;
- een destillatiebuis.
Aangetroffen DNA
In het drugslab en de ruimte naast het drugslab is een aantal goederen bemonsterd en van een SIN-nummer voorzien. De bemonsteringen zijn onderzocht en vergeleken met het DNA-profiel van verdachte, wat heeft geleid tot de volgende resultaten:
- op een groene werkhandschoen uit een vuilniszak met [SIN-nummer 1] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] . [5]
- op de drinkrand van een flesje uit een vuilniszak in de voorruimte me [SIN-nummer 2] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] . [6]
- op een drinkrand van een blikje in een vuilniszak in de ruimte voor het drugslab met [SIN-nummer 3] is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [7]
- op de drinkrand van een flesje uit een vuilniszak in de ruimte voor het drugslab met [SIN-nummer 4] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [verdachte] . [8]
- op een sigarettenpeuk uit de vuilniszak in de ruimte voor het drugslab met [SIN-nummer 5] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [9]
- op een sigarettenpeuk uit de vuilniszak in de ruimte voor het drugslab met [SIN-nummer 6] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [10]
- op twee sigarettenpeuken uit de vuilniszak in de ruimte voor het drugslab, ter hoogte van de achterzijde van het drugslab, met [SIN-nummer 7] is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [11]
- op een drinkrand van een blikje uit de vuilniszak in de voorruimte van het drugslab met [SIN-nummer 8] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [12]
- op een drinkrand van een opengesneden blikje uit een vuilniszak in de voorruimte van het drugslab met [SIN-nummer 9] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [13]
- op de binnenzijde van drie blauwe latex handschoenen uit een vuilniszak met [SIN-nummers] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [14]
- op het handvat van een gasaansteker bovenop een reactieketel midden in het drugslab met [SIN-nummer 10] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [15]
- op een drinkrand van een glas die bovenop een IBC stond achterin het drugslab met [SIN-nummer 11] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [verdachte] . [16]
- op tie-wraps bevestigd aan een slang van twee reactieketels aan de linkerzijde van het drugslab met [SIN-nummer 12] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [17]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 ten laste gelegde. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de twee [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat verdachte aanwezig is geweest ten tijde van het actief draaien van het drugslaboratorium of dat hij anderszins een significante bijdrage heeft geleverd aan het productieproces.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Verdachte is enkel op 16 december 2022 in de schuur geweest om daar op te ruimen, hetgeen wordt bevestigd door de historische verkeersgegevens. Op dat moment was er geen (operationeel) drugslaboratorium aanwezig in de schuur. Het DNA van verdachte in de schuur is aangetroffen op verplaatsbare objecten en daarbij komt dat secundaire overdacht mogelijk is.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd onder feit 1.
Uit het dossier volgt niet dat verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de productie van amfetamine, zodat de rechtbank verdachte vrijspreekt van het ten laste gelegde onder feit 1.
Ten aanzien van feit 2
Verklaringen
[getuige] heeft verklaard dat begin november 2022 een man bij hen aan de deur is geweest met de vraag of zij een ruimte te huur hadden. In de tweede of derde week van januari 2023 kwam [getuige] in de schuur. [getuige] zag in de ruimte één grote ketel en twee of drie kleine roestvrijstalenketels. Onder de grote ketel stonden branders aan. [18]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij voor het einde van het jaar (de rechtbank begrijpt: 2022) in de schuur gelegen aan de [adres 2] in Millingen aan de Rijn is geweest. [19]
Onderzoek telefoons/telefoonnummers/verkeersgegevens
De historische verkeersgegevens van de nummers [telefoonnummer 1] ( [IMEI-nummer 1] ) en [telefoonnummer 2] ( [IMEI-nummer 2] ) zijn opgevraagd. Deze nummers zijn in gebruik bij de moeder en de zoon van verdachte. Uit de analyse van de historische gegevens blijkt dat de telefoon met nummer [telefoonnummer 2] op 16 december 2022 gebruik heeft gemaakt van cell-id’s in Millingen aan de Rijn. De cell-id’s waarvan gebruik is gemaakt bieden dekking op plaats delict. [20]
Conclusie:
[getuige] heeft enerzijds verklaard dat er in november 2022 interesse was in de huur van de schuur en anderzijds dat hij in de tweede of derde week van januari 2023 het drugslaboratorium heeft aangetroffen. Dit drugslaboratorium moet dus ergens in de tussenliggende periode zijn opgebouwd. Op basis van de verklaring van verdachte in combinatie met de analyse van de historische verkeersgegevens concludeert de rechtbank dat verdachte op 16 december 2022 in de schuur gelegen op het perceel aan de [adres 2] in Millingen aan de Rijn is geweest. Uit de bevindingen van het NFI trekt de rechtbank de conclusie dat het DNA van verdachte op dertien goederen is aangetroffen, die zowel in de voorruimte van het drugslaboratorium lagen, als in het drugslaboratorium zelf. Het betreft onder meer voorwerpen die gerelateerd kunnen worden aan (de opbouw van) het aangetroffen drugslaboratorium en voorwerpen die daarmee verband houden, zoals meerdere latex handschoenen, tie-wraps bevestigd aan een slang van twee reactieketels, een gasaansteker bovenop een reactieketel en een glas bovenop een IBC. De rechtbank trekt hieruit de conclusie dat op het moment dat verdachte daar aanwezig was, op 16 december 2022, wel degelijk sprake was van een drugslaboratorium (al dan niet in aanbouw) en dat verdachte in het drugslaboratorium is geweest. Dat het DNA van verdachte is aangetroffen op verplaatsbare objecten, staat aan die conclusie niet in de weg. De rechtbank acht het volstrekt onaannemelijk dat het drugslaboratorium pas is opgebouwd na 16 december 2022 en dat toen diverse voorwerpen met daarop DNA van verdachte zouden zijn verplaatst het drugslab in. Voor secundaire overdracht van DNA-materiaal zijn geen aanwijzingen. De rechtbank volgt verdachte dan ook niet in zijn verklaring dat hij enkel aanwezig was op het perceel om de schuur op te ruimen en dat hij niets heeft gezien dat met een drugslaboratorium te maken zou kunnen hebben. De rechtbank gaat ervan uit dat de goederen in de schuur aangetroffen op 1 februari 2023 daar ook aanwezig waren op 16 december 2022. Verdachte heeft deze goederen daarmee voorhanden gehad. De rechtbank spreekt verdachte (partieel) vrij van het voorhanden hebben van de op 1 februari 2023 in de paardentrailer aangetroffen 400 liter fosforzuur en 400 liter formamide en de in de auto bij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangetroffen destillatiebuis, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte deze voorwerpen/stoffen op 16 december 2022 voorhanden heeft gehad.
Medeplegen
De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van het deel van de tenlastelegging, voor zover dit ziet op het medeplegen van het onder feit 2 ten laste gelegde, nu uit het dossier niet volgt dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
Hij
in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023op 16 december 2022te Millingen aan de Rijn,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althansalleen, om een feit, bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken
, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengenvan:
een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,voor te bereiden en
/ofte bevorderen, hebbende verdachte
en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)in een
loods/stal/
panden
/ofop een perceel gelegen aan de [adres 2] aldaar, chemicaliën en
/ofstoffen te weten:
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 1175 kilogram, caustic soda en
/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 715 liter, oxomethanol (mierenzuur) en
/of
-
een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 400 liter, ophosphoric acid (fosforzuur) en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal)
720320liter, amide C1 (formamide)
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 205 kilogram zout van BMK-glycidezuur en
/ofglycidezout
en
/of
goederen en
/ofvoorwerpen te weten:
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en
/of(bijbehorende) koelbuis en
/of
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brewmonk) en
/of
- een kunststof scheitrechter en
/of
- een aantal gasflessen en
/of
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel en
/of
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels en
/of
-
een destillatiebuis en/of
voorhanden gehad,
waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s)wist
(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden,dat
dat/die chemicaliën en
/ofstoffen en
/ofgoederen en
/ofvoorwerpen bestemd waren en
/ofbenodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en
/ofbewerking en
/ofverwerking en
/ofvervaardiging van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2:
plegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Voorts vordert de officier van justitie opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaat verweer gevoerd. De raadsvrouw heeft wel verzocht om het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen bij einduitspraak, wegens het ontbreken van ernstige bezwaren en onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen, gericht op de productie van amfetamine. Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid is. De handel in harddrugs is zeer lucratief. De productie en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, waaronder ernstige vormen van geweld. Daar komt bij dat het afval dat ontstaat door de productie van synthetische drugs vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, hetgeen grote schade aan het milieu veroorzaakt. Verdachte heeft met zijn handelen een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie van harddrugs, met alle eerder genoemde gevolgen van dien. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en voor het milieu.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat het een drugslab betrof, dat bedoeld was om grote hoeveelheden amfetamine(-olie) te produceren. Verdachte is in de schuur geweest om te helpen bij het inrichten van het drugslaboratorium. De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de rol die hij heeft gehad. De aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf rekening gehouden met de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor een drugslab met deze productiecapaciteit en rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat verdachte geen recente veroordelingen op zijn strafblad heeft.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden. De tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal daarop in mindering worden gebracht. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank – anders dan de officier van justitie – ervanuit gaat dat verdachte één dag aanwezig is geweest om voorbereidingshandelingen te verrichten.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen. Het feit dat er sprake is van een veroordelend vonnis acht de rechtbank in het onderhavige geval onvoldoende om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen en de voorlopige hechtenis te laten herleven.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op artikel:
- 10a van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. P. Verkroost, rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, team opsporing, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023049569, gesloten op 29 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van eerste bevindingen LFO, p. 86 (ZD-01).
3.Proces-verbaal van relaas, p. 8 (ZD-01).
4.Proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen LFO, p. 103-108 (ZD-01).
5.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
6.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
7.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
8.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
9.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
10.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
11.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
12.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
13.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
14.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
15.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 143 (ZD01).
16.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
17.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 143 (ZD01).
18.Proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris, d.d. 10 oktober 2023, p. 11.
19.Verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 20 februari 2024.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 262-264 (ZD01).