ECLI:NL:RBGEL:2024:1532

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
05.032949.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor betrokkenheid bij drugslaboratorium in Millingen aan de Rijn met gevangenisstraffen en maatregel kostenverhaal

Op 19 maart 2024 heeft de Rechtbank Gelderland drie mannen veroordeeld voor hun betrokkenheid bij een drugslaboratorium in Millingen aan de Rijn. De rechtbank oordeelde dat de verdachten opzettelijk amfetamine hebben geproduceerd en voorbereidingshandelingen hebben verricht voor de productie van deze harddrug. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een volledig ingericht drugslab aanwezig was, waar grote hoeveelheden chemicaliën en productiemiddelen zijn aangetroffen. De verdachten zijn in de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023 actief geweest in het lab. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en het bewijs van DNA-analyse als overtuigend beschouwd. De verdachten hebben ontkend betrokken te zijn geweest, maar de rechtbank heeft hun verklaringen niet geloofwaardig geacht. De rechtbank heeft de straffen vastgesteld op 48 maanden gevangenisstraf, met aftrek van de tijd in voorlopige hechtenis. Daarnaast is de maatregel kostenverhaal opgelegd, waarbij de verdachten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de kosten van de ontmanteling van het drugslaboratorium, die zijn vastgesteld op € 32.760,76. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf bevolen, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/032949-23; 21/0011423-17 (tul)
Datum uitspraak : 19 maart 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1965 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] ,
raadsman: mr. R.A.C. Frijns, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot aanpassing omschrijving van de feiten in de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
Hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023
te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
Hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023 te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:
een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) in een loods/stal/pand en/of op een perceel gelegen aan de [adres 2] aldaar, chemicaliën en/of stoffen te weten:
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 1175 kilogram, caustic soda en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 715 liter, oxomethanol (mierenzuur) en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 400 liter, ophosphoric acid (fosforzuur) en/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 720 liter, amide C1 (formamide)
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 205 kilogram zout van BMK-glycidezuur en/of glycidezout
en/of
goederen en/of voorwerpen te weten:
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en/of (bijbehorende) koelbuis en/of
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brewmonk) en/of
- een kunststof scheitrechter en/of
- een aantal gasflessen en/of
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel en/of
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels en/of
- een destillatiebuis en/of
voorhanden gehad,
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die chemicaliën en/of stoffen en/of goederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De rechtbank zal vanwege de samenhang de feiten 1 en 2 samen bespreken.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 februari 2023 treft de politie in een schuur op het perceel van de [adres 2] in Millingen aan de Rijn een drugslaboratorium aan. Medewerkers van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen van de Landelijke Eenheid van de politie (LFO) ruiken bij het betreden van het drugslaboratorium de kenmerkende geur van amfetamine. [2]
De volgende chemicaliën en stoffen zijn aangetroffen [3] :
- 1175 kilogram Caustic Soda;
- 715 liter oxomethanol (mierenzuur);
- 400 liter ophoshoric acid (fosforzuur);
- 720 liter amide C1 (formamide);
- 205 kilogram zout van BMK (BenzylMethylKeton)-glycidezuur en/of glycidezout.
Daarnaast zijn de volgende goederen/voorwerpen aangetroffen [4] :
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en bijbehorende koelbuis;
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brew monk);
- een kunststof scheitrechter;
- een aantal gasflessen;
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel;
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels;
- een destillatiebuis.
Verdachte is op 1 februari 2023 aangehouden toen hij als bestuurder in een Citroën Berlingo zat. [5] [medeverdachte 1] zat als bijrijder in de auto. [6] Door leden van het observatieteam was gezien dat deze auto zojuist vertrokken was van het perceel aan de [adres 2] in Millingen aan de Rijn. [7] In de auto lagen een roestvrijstalenbuis met poten en de aansluiting voor een slang (de rechtbank begrijpt: de hierboven genoemde destillatiebuis) en een gasmasker. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat er geen enkel objectief bewijsmiddel is voor de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde. Enkel uit de verklaring van [getuige 1] zou kunnen volgen dat verdachte betrokken is, maar deze verklaring spreekt zichzelf tegen en kan niet worden verankerd in ander bewijsmateriaal. De verklaring van [getuige 1] en die van zijn partner [getuige 2] dienen om die reden niet te worden gebruikt voor het bewijs.
Verdachte heeft ontkend betrokken te zijn bij het drugslaboratorium. Hij was slechts één keer in het drugslaboratorium aanwezig, omdat hij met [medeverdachte 1] was meegekomen om de mensen door wie [medeverdachte 1] onder druk werd gezet te confronteren. Daarnaast heeft hij [medeverdachte 1] geholpen bij het demonteren van de koeler. Het aangetroffen DNA-materiaal van verdachte past bij deze lezing.
Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat er geen sprake is geweest van een inwerking zijnd drugslaboratorium. Meer subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de ten laste gelegde periode niet kan worden bewezen en dat deze moet worden beperkt tot 1 februari 2023.
Ten aanzien van feit 2 kan volgens de raadsman enkel bewezen worden dat verdachte op 1 februari 2023 de koeler en de koelbuis voorhanden heeft gehad, waardoor hij voor de overige delen uit de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Drugslab
De rechtbank stelt voorop dat sprake was van een volledig ingericht drugslab in de schuur, gelegen aan de [adres 2] in Millingen aan de Rijn. Medewerkers van de LFO roken de kenmerkende geur van amfetamine toen zij het drugslab binnenkwamen. De LFO heeft verder gerapporteerd dat de aangetroffen productiemiddelen en chemicaliën typische middelen en chemicaliën zijn die worden aangetroffen op locaties waar op industriële schaal amfetamine is vervaardigd. Hierbij is de uitgangsstof BMK zeker voor een deel ter plaatse met behulp van fosforzuur uit een preprecursor vervaardigd. Het aantreffen van een gebruikte reactieketel van 1100 liter en de destillatieopstelling in combinatie met de lege emballage van chemicaliën en de circa 2100 liter amfetamine gerelateerd afval wijst op het eerder (ter plaatse), op grote schaal omzetten van BMK-glycidezuur in BMK, en het hieruit vervaardigen van amfetamine middels de Leuckart Synthese. [9] Het NFI heeft gerapporteerd dat in het onderzoeksmateriaal amfetamine is aangetroffen. [10]
Tussenconclusie:
Gezien bovenstaande bevindingen en analyseresultaten concludeert de rechtbank dat sprake is van een drugslab dat gedraaid heeft en waarin op grote schaal amfetamine geproduceerd is via de Leuckart Synthese.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is wie betrokken zijn geweest bij het aangetroffen drugslaboratorium, en zo ja op welke juridisch van belang zijnde wijze. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Verklaringen
De rechtbank stelt voorop dat zij de verklaring van [getuige 1] betrouwbaar acht, nu deze consistent is (zijn bij de politie afgelegde verklaringen en zijn later bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring komen in de kern op hetzelfde neer) en deze steun vindt in ander bewijsmateriaal (waarover later meer). De rechtbank gebruikt deze verklaring voor het bewijs.
[getuige 1] heeft verklaard dat begin november 2022 een man bij hen aan de deur is geweest met de vraag of zij een ruimte te huur hadden. Een paar weken later kwam hij terug en hebben zij afgesproken dat in januari 2023 het huurcontract ondertekend zou worden voor de verhuur van de linkerkant van de schuur. Op 2 januari 2023 is het huurcontract ondertekend op naam van [naam 1] In de tweede of derde week van januari 2023 kwam [getuige 1] erachter dat in de toiletruimte een deur was gemaakt. Achter deze deur bevond zich een ruimte waar twee mannen aanwezig waren. [getuige 1] zag in de ruimte één grote ketel en twee of drie kleine roestvrijstalenketels. Onder de grote ketel stonden branders aan. Eén van de mannen stelde zich voor als [bijnaam verdachte] . Hij zei dat hij de vrouw en kinderen van [getuige 1] iets zou aan doen als hij zou praten en “google mij maar eens op de naam [verdachte] dan weet je wie ik ben”. Op de avond van de inval (de rechtbank leest: 1 februari 2023) zag [getuige 1] twee mannen. Een grijze man stapte uit en pakte iets van glimmend metaal uit de auto en liep hiermee de schuur in. Dit was de man die zich eerder had voorgesteld als [bijnaam verdachte] . Volgens [getuige 1] kwamen de mannen steeds met zijn tweeën. In het begin kwamen de mannen overdag, later kwamen ze alleen in de avond. Ze kwamen bijna elke avond. De man met de grijze haren reed altijd en de andere man zat steeds als bijrijder in de auto. Op 1 februari 2023 is de politie binnengevallen. Net voordat de politie kwam, waren de twee genoemde mannen in de schuur en zijn ze weggereden. [11] Volgens [getuige 1] zijn de mannen in januari 2023 ongeveer tien keer geweest. [12]
[verdachte] heeft tijdens het verhoor bij de politie verklaard dat hij [bijnaam verdachte] wordt genoemd. [13]
Tussenconclusie:
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat het [verdachte] was die, samen met [medeverdachte 1] , ergens in januari 2023 in het drugslab aanwezig was terwijl hij daar een dreigement richting [getuige 1] uitte. Ook leidt de rechtbank hieruit af dat [verdachte] , samen met [medeverdachte 1] , in januari 2023 ongeveer 10 keer op het perceel in Millingen aan de Rijn is geweest.
Aangetroffen DNA
In het drugslab, de ruimte naast het drugslab en in de auto waarin verdachte en zijn medeverdachte zijn aangehouden is een aantal goederen bemonsterd en van een SIN-nummer voorzien. De bemonsteringen zijn onderzocht en vergeleken met het DNA-profiel van verdachte, wat heeft geleid tot de volgende resultaten:
- op een rechter handschoen die in de voetenbak van de auto lag met [SIN-nummer 1] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [14]
- op een linkerhandschoenen die in de voetenbak van de auto lag met [SIN-nummer 2] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [15]
- op een rechterhandschoen uit de rechter jaszak van een zwarte jas uit de auto met [SIN-nummer 3] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie doneren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het hoofdprofiel is verdachte [verdachte] . De mogelijke donor van het hoofdprofiel is [verdachte] en de mogelijke donor van het additionele profiel is [medeverdachte 1] . [16]
- op een blauwe latex handschoen aangetroffen in een vuilniszak in de voorruimte met [SIN-nummer 4] is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [17]
- op een blauwe latex handschoen aangetroffen in een vuilniszak in de voorruimte met [SIN-nummer 5] is een DNA-mengprofiel aangetroffen van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [18]
- op een blauwe latex handschoen aangetroffen in een vuilniszak in de voorruimte met [SIN-nummer 6] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [19]
- op de drinkrand van een blikje uit een vuilniszak in de voorruimte met [SIN-nummer 7] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [20]
- op een groene werkhandschoen uit een vuilniszak met [SIN-nummer 8] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [21]
- op de drinkrand van een flesje uit een vuilniszak in de voorruimte met [SIN-nummer 9] is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [22]
- op de drinkrand van een flesje uit een vuilniszak in de voorruimte me [SIN-nummer 11] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [23]
- op de drinkrand van een kofferbeker op een gele stoel in de voorruimte met [SIN-nummer 10] is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [24]
- op de drinkrand van een flesje in een vuilniszak met [SIN-nummer 12] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [25]
- op een gele handschoen die bovenop de rechter IBC lag met [SIN-nummer 13] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [26]
- op de binnenzijde van de rechter werkhandschoen die op de linker IBC in het drugslab lag met [SIN-nummer 14] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [medeverdachte 1] . [27]
- op de binnenzijde van de linker werkhandschoen die op de linker IBC in het drugslab lag met [SIN-nummer 15] is een DNA-profiel aangetroffen afkomstig van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [28]
-op de doseerknop van de gasbrander in het lab met [SIN-nummer 16] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [medeverdachte 1] . [29]
- op de slangklem van de reactieketel in het drugslab met [SIN-nummer 17] is een onvolledig DNA-profiel van een man verkregen. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 1] . [30]
- op een handschoen uit de linker jaszak van een zwarte jas in de auto met [SIN-nummer 18] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [31]
- op een gasmasker wat is aangetroffen in de auto met [SIN-nummer 19] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [verdachte] .
- op de hendel van de aftrapkraan van een gistingsvat achterin het drugslaboratorium met [SIN-nummer 21] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [verdachte] .
- op de slangklem van een gasfles achter de toegangsdeur van het drugslaboratorium met [SIN-nummer 20] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is [verdachte] .
- op een slangklem van een distributieketel in het drugslab met [SIN-nummer 22] is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] .
Tussenconclusie:
Op basis van de bevindingen van het NFI trekt de rechtbank de conclusie dat het DNA van [verdachte] en [medeverdachte 1] op diverse plekken in en rondom het drugslaboratorium is aangetroffen. Deze plekken (werkhandschoenen, aftapkraan, slangklem, gasbrander) duiden op rechtstreekse betrokkenheid bij het productieproces en wijzen op daderschap van betrokkenen.
Onderzoek telefoons/telefoonnummers/verkeersgegevens
Bij [medeverdachte 1] zijn tijdens zijn aanhouding twee telefoons in beslag genomen, te weten een Google Pixel telefoon ( [IMEI-nummer 1] ) en een rode Apple Iphone [IMEI-nummer 2] ). Van beide IMEI-nummers zijn historische verkeersgegevens verkregen over de periode 13 september 2022 tot en met 31 januari 2023. [32]
Uit de analyse van de historische gegevens blijkt dat de Apple Iphone voor het eerst aanstraalt op een zendmast in Millingen aan de Rijn in de nabijheid van het drugslab op de [adres 2] op 2 november 2022. Op 29 november 2022 straalt deze telefoon nog een keer aan in Millingen aan de Rijn. In december 2022 heeft de telefoon daar twee keer aangestraald en in januari 2023 elf keer. De Google Pixel telefoon heeft in januari 2023 tien keer aangestraald op de zendmast in Millingen aan de Rijn. De telefoonnummers hebben voor vier momenten meerdere dagen aaneengesloten gebruik gemaakt van de cell-id’s in Millingen aan de Rijn, te weten:
- van 9 januari 2023 tot en met 13 januari 2023;
- van 15 januari 2023 tot en met 17 januari 2023, 19 en 20 januari 2023;
- van 23 januari 2023 tot en met 27 januari 2023;
- van 31 januari 2023 tot en met 1 februari 2023.
Uit de analyse is tevens gebleken dat de telefoonnummers van [medeverdachte 1] op 19 en 20 januari 2023 gedurende de nacht ook in de omgeving van het drugslab waren.
Vanaf 27 oktober 2022 tot en met 31 december 2022 waren er belcontacten met een telefoon op naam van [naam 2] , mogelijk in gebruik bij verdachte [verdachte] . [33]
Conclusie feit 1:
Uit al het voorgaande concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] als medeplegers betrokken zijn geweest bij het productieproces van amfetamine. De nauwe en bewuste samenwerking ligt in de gezamenlijke uitvoering die volgt uit het voorgaande.
Met betrekking tot de periode overweegt de rechtbank het volgende. [getuige 1] heeft verklaard dat hij in de tweede of derde week van januari 2023 het drugslaboratorium in de schuur heeft gezien. Gedurende de maand januari 2023 heeft [getuige 1] de twee eerder beschreven mannen – waarbij de rechtbank al concludeerde dat dit [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn – ongeveer tien keer gezien, waarbij zij altijd met z’n tweeën waren. Uit de historische verkeersgegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] volgt dat zijn telefoons in januari 2023 meermaals hebben aangestraald op een zendmast in de nabijheid van het drugslaboratorium. De rechtbank acht gelet op het voorgaande bewezen dat verdachte en zijn mededader in de periode van 1 januari 2023 tot en met 1 februari 2023 opzettelijk een grote hoeveelheid amfetamine hebben geproduceerd.
Conclusie feit 2
De rechtbank gaat in haar beoordeling, of er sprake is van voorbereidingshandelingen van de productie van amfetamine, uit van de voormelde en overigens uit de bewijsmiddelen volgende feiten. Hieruit blijkt dat in en rond het laboratorium en in de auto waarin verdachte is aangetroffen naast de laboratoriumopstelling en producten zoals de voorraad chemicaliën, ook goederen als ketels, een koelbuis, een scheitrechter, gasflessen, tabletteermachines, een destillatiebuis, gasmaskers en handschoenen aanwezig waren. Verdachte heeft deze goederen in verband met de productie van amfetamine voorhanden gehad. Dit geldt voor alle aangetroffen goederen, ook de goederen die zijn aangetroffen in de paardentrailer. Ook deze goederen werden of waren immers gebruikt in/voor het drugslaboratorium. Het voorhanden hebben van deze goederen, chemicaliën en grondstoffen sluit naadloos aan op de productie van synthetische drugs en kan dan ook worden gekwalificeerd als voorbereidingshandelingen.
Met betrekking tot de periode overweegt de rechtbank het volgende. Vaststaat dat sprake was van een grootschalig lab, ingericht voor de productie van amfetamine op industriële wijze. Een drugslab dient te worden opgebouwd, dat kost - zeker bij een lab van deze omvang - tijd. Uit de historische verkeersgegevens leidt de rechtbank af dat verdachte en [medeverdachte 1] (via de telefoon van de toenmalig partner van verdachte) contact met elkaar hebben gehad vanaf 27 oktober 2022. Uit de historische verkeersgegevens leidt de rechtbank verder af dat [medeverdachte 1] op 2 november 2022 al voor het eerst aanwezig was in de omgeving van het perceel gelegen aan de [adres 2] in Millingen aan de Rijn. Diezelfde maand is hij hier nogmaals en in december is hij er eveneens twee keer. In de periode voorafgaand aan het productieproces in januari 2023 moet het drugslaboratorium zijn opgebouwd en ingericht, waardoor de rechtbank concludeert dat in de ten laste gelegde periode voorbereidingshandelingen zijn verricht.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat ook ten aanzien van dit feit sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] . Ook in dit geval is daarom sprake van medeplegen.
Conclusie:
De rechtbank acht gelet op al het voorgaande bewezen het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Eendaadse samenloop
De bewezenverklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich in dezelfde periode en in dezelfde plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot de ten laste gelegde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
Hij in
of omstreeksde periode van
1 november 20221 januari 2023tot en met 1 februari 2023 te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk heeft bereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerden
/ofvervaardigd,
in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehadeen
(grote
)hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine
(telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
Hij in
of omstreeksde periode van 1 november 2022 tot en met 1 februari 2023 te Millingen aan de Rijn, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken
, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengenvan:
een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of
(een of meer van)verdachtes mededader
(s)in een loods/stal/pand en/of op een perceel gelegen aan de [adres 2] aldaar, chemicaliën en/of stoffen te weten:
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 1175 kilogram, caustic soda en
/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 715 liter, oxomethanol (mierenzuur) en
/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 400 liter, ophosphoric acid (fosforzuur) en
/of
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 720 liter, amide C1 (formamide)
- een (grote) hoeveelheid, te weten (in totaal) 205 kilogram zout van BMK-glycidezuur en
/ofglycidezout
en
/of
goederen en
/ofvoorwerpen te weten:
- een (RVS) reactieketel (van 1100 liter) en
/of(bijbehorende) koelbuis en
/of
- een (industriële) (RVS) ketel/scheitrechter (merk Brewmonk) en
/of
- een kunststof scheitrechter en
/of
- een aantal gasflessen en
/of
- een aantal (aangesloten) gasbranders onder een destillatieketel en
/of
- een aantal (RVS) (stoomdestillatie)ketels en
/of
- een destillatiebuis en
/of
voorhanden gehad,
waarvan verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s)wist
(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden,dat
dat/die chemicaliën en
/ofstoffen en
/ofgoederen en
/ofvoorwerpen bestemd waren en
/ofbenodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en
/ofbewerking en
/ofverwerking en
/ofvervaardiging van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod
feit 2:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, door voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie wijst erop dat nog geen einddatum van de schorsing van de voorlopige hechtenis is bepaald. Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat de voorlopige hechtenis dient te herleven bij einduitspraak. De officier van justitie vordert daarom opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak. Tenslotte vordert de officier van justitie om verdachte te veroordelen tot vergoeding van de kosten gemaakt voor de vernietiging van de in het drugslaboratorium aangetroffen goederen, dit samen met [medeverdachte 1] , ieder voor de helft van de gemaakte kosten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de officier van justitie niet moet worden gevolgd in haar strafeis, met name omdat verdachte een andere rol heeft gehad dan door de officier van justitie wordt gesteld. Daarnaast heeft verdachte onterecht 228 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht in een andere zaak (parketnummer 05/720189-19), waarvoor hij nog niet is gecompenseerd. De raadsman verzoekt bij een strafoplegging dit in mindering te brengen op het onvoorwaardelijk op te leggen strafdeel. De raadsman ziet voorts geen reden om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen bij einduitspraak. Ten aanzien van de vordering maatregel kostenverhaal verzoekt de raadsman om deze maatregel niet toe te passen, gezien verdachte niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gevolgen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de productie van amfetamine. Ook heeft hij met een ander strafbare voorbereidingshandelingen gepleegd, gericht op de productie hiervan. Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid is. De handel in harddrugs is zeer lucratief. De productie en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, waaronder ernstige vormen van geweld. Daar komt bij dat het afval dat ontstaat door de productie van synthetische drugs vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, hetgeen grote schade aan het milieu veroorzaakt. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en voor het milieu. Hij heeft met zijn handelen een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie van harddrugs, met alle gevolgen van dien, zoals druggerelateerd geweld en een aanzuigende werking van internationale drugskartels en georganiseerde criminaliteit.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat het een drugslab betrof, dat bedoeld was om grote hoeveelheden amfetamine(-olie) te produceren. De paardentrailer naast de loods waar het lab zich bevond stond daarnaast vol met jerrycans met daarin verschillende stoffen en chemicaliën. Verdachte is meerdere keren in het lab geweest om het lab draaiende te houden en het productieproces te bevorderen. De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de rol die hij heeft gehad. De aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor een drugslab met deze productiecapaciteit en rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken tot uitgangspunt genomen. Een straf tussen de 40 en 50 maanden is daarmee aangewezen.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat verdachte meerdere keren is veroordeeld. Tevens blijkt hieruit dat ten tijde van onderhavige feiten sprake was van een lopende proeftijd. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om zich gedurende deze proeftijd wederom bezig te houden met criminele activiteiten. Dit rekent de rechtbank verdachte aan. De overige persoonlijke omstandigheden van verdachte zijn voor de rechtbank niet dusdanig zwaarwegend, dat dit tot een substantiële vermindering van de straf moet leiden. Daarvoor is het aan verdachte te maken verwijt te ernstig.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden passend en geboden. De tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal daarop in mindering worden gebracht. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, maar de rechtbank komt tot een kortere pleegperiode.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen. Het feit dat er sprake is van een veroordelend vonnis acht de rechtbank in het onderhavige geval onvoldoende om de voorlopige hechtenis te laten doorlopen/herleven.
Maatregel Kostenverhaal
Op 1 juli 2022 is de Maatregel Kostenverhaal in werking getreden. De maatregel is van toepassing op strafbare feiten die na de inwerkingtredingsdatum worden opgespoord en vervolgd. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp. De Maatregel Kostenverhaal is opgenomen in artikel 13d van de Opiumwet.
Bij de stukken bevindt zich een rekening voor het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en inclusief het vernietigen van hardware. De gemaakte kosten zijn vastgesteld op € 32.760,76 (zie ZD01-311 en ZD01-312).
Verder zit bij de stukken een proces-verbaal van de LFO (ZD01-314 t/m 319) waaruit blijkt dat de inbeslaggenomen voorwerpen vernietigd moesten worden, omdat zij ernstig gevaar opleverden voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid.
De rechtbank overweegt dat vast is komen te staan dat in het lab gevaarlijke goederen aanwezig waren. Eveneens is vast komen te staan dat kosten zijn gemaakt om het lab te ontmantelen, inclusief de btw. Ten aanzien van de hoogte van het gevorderd totaalbedrag overweegt de rechtbank dat deze kosten niet irreëel voorkomen. De rechtbank zal, in overeenstemming met hetgeen de officier van justitie heeft gevorderd, de kosten pondspondsgewijs verdelen. De rechtbank komt daarbij tot de volgende verdeling:
verdachte
16.380,38
[medeverdachte 1]
€ 16.380,38
Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 327 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/0011423-17)

Het hof heeft verdachte op 10 januari 2020 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering tenuitvoerlegging moet worden afgewezen gelet op de bepleitte vrijspraak. Bij een veroordeling stelt de raadsman zich op het standpunt dat de vordering moet worden afgewezen gezien het onterecht ondergane voorarrest in de zaak met parketnummer: 05/720189-19.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10, 10 a en 13d van de Opiumwet.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op de Maatregel Kostenverhaal tot een bedrag van € 16.380,38;
 bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd op 327 dagen;
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 10 januari 2020 door het hof voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden (parketnummer 21/0011423-17).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en P. Verkroost, rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2024.
mr. P. Verkroost is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant(en)] van de politie Oost-Nederland, district [district], opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL[dossiernummer], gesloten op [datum sluiting] en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van eerste bevindingen LFO, p. 86 (ZD-01).
3.Proces-verbaal van relaas, p. 8 (ZD-01).
4.Proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen LFO, p. 103-108 (ZD-01).
5.Proces-verbaal van aanhouding (PD01-4).
6.Proces-verbaal van aanhouding (PD02-5).
7.Proces-verbaal van aanhouding (PD02-5).
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34 (ZD-01).
9.Proces-verbaal van eerste bevindingen LFO, p. 86-91 (ZD-01).
10.Rapport NFI, p. 113 (ZD-01).
11.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 67-69 (ZD01).
12.Proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris, d.d. 10 oktober 2023, p. 11.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2.
14.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 139 (ZD01).
15.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 139 (ZD01).
16.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 139 (ZD01).
17.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
18.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
19.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
20.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
21.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
22.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
23.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
24.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 140 (ZD01).
25.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 141 (ZD01).
26.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
27.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
28.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 142 (ZD01).
29.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 143 (ZD01).
30.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 143 (ZD01).
31.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek TMFI d.d. 1 maart 2023, p. 139 (ZD01).
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 245-247 en p. 248-253.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.