ECLI:NL:RBGEL:2024:142

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
418064
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schadevordering uit onrechtmatige daad voor het beheer van cryptovermogen zonder recht of titel

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 januari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen met betrekking tot een schadevordering uit onrechtmatige daad. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.D. van Doleweerd, vorderde schadevergoeding van de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A.F. Willems, naar aanleiding van het beheer van cryptovaluta. De eiser stelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door zich cryptovermogen toe te eigenen en dat er geen causaal verband bestond tussen het handelen van de gedaagde en de door de eiser geleden schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde, na de ontbinding van een vennootschap, het beheer over het cryptovermogen van de eiser heeft voortgezet zonder recht of titel. Echter, de rechtbank oordeelde dat de schade van de eiser volledig was veroorzaakt door de insolventie van het beleggingsplatform FTX, waar het cryptovermogen was ondergebracht. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren en er geen causaal verband kon worden aangetoond tussen het handelen van de gedaagde en de schade van de eiser. De rechtbank heeft de eiser ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 9.103,00, en heeft de gedaagde in reconventie in het gelijk gesteld door de eiser te veroordelen tot opheffing van de gelegde beslagen.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/418064 / HA ZA 23-170
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eis.conv./verw.reconv.] ,
advocaat: mr. J.J.D. van Doleweerd te Amersfoort,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [ged.conv./eis.reconv.] ,
advocaat: mr. R.A.F. Willems te Nijmegen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 30 augustus 2023;
- de akte overlegging producties van 8 november 2023 van [eis.conv./verw.reconv.] met twee producties;
- de mondelinge behandeling van 23 november 2023, waarvan (verkort) proces-verbaal opgemaakt is.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[ged.conv./eis.reconv.] was in 2020 (via zijn persoonlijke holding) bestuurder en enig aandeelhouder van [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ).
2.2.
Medio augustus 2020 heeft [eis.conv./verw.reconv.] aan [bedrijf 1] de opdracht gegeven om voor hem cryptovaluta te beheren en daarvoor een beleggingsstrategie op te stellen en uit te voeren.
2.3.
[bedrijf 1] heeft voor [eis.conv./verw.reconv.] een wallet bij beleggingsplatform Bittrex aangemaakt.
Op 18 augustus 2020 heeft [eis.conv./verw.reconv.] de cryptovaluta naar deze wallet verplaatst. De cryptovaluta had op 19 augustus 2020 een marktwaarde van USD 322.147,11.
2.4.
Later is de cryptovaluta verplaatst naar beleggingsplatform Binance en vervolgens naar beleggingsplatform FTX.
2.5.
Op 1 maart 2022 is [bedrijf 1] bij ontbindingsbesluit ontbonden. De ontbinding en opheffing is op 28 maart 2022 in het handelsregister ingeschreven.
2.6.
Op 18 mei 2022 heeft FTX [ged.conv./eis.reconv.] bericht dat in het kader van
know your customer-verplichtingen meer informatie aangeleverd moest worden over de herkomst van de initiële 20.000 CHAINLINK van [eis.conv./verw.reconv.] (‘source of wealth’). Totdat deze verplichtingen waren doorlopen waren, er geen transacties mogelijk met de cryptovaluta en konden er geen tegoeden opgenomen worden.
2.7.
In de periode na 18 mei 2022 hebben partijen uitgebreid met elkaar gecommuniceerd over dit
know your customer-onderzoek. Dit heeft er niet toe geleid dat de cryptotegoeden zijn vrijgegeven.
2.8.
Op 8 november 2022 heeft [eis.conv./verw.reconv.] een dagvaarding in kort geding aan [ged.conv./eis.reconv.] laten betekenen. In deze dagvaarding heeft [eis.conv./verw.reconv.] gevorderd dat [ged.conv./eis.reconv.] veroordeeld wordt tot het verstrekken van afschriften van bepaalde documenten. Bij vonnis van 1 december 2022 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] afgewezen.
2.9.
Op 11 november 2022 heeft FTX haar faillissement aangevraagd. Het betreft een Chapter 11-procedure volgens de US Bankruptcy Code. Deze procedure vertoont gelijkenissen met de Nederlandse WHOA-procedure (Wet Homologatie Onderhands Akkoord).
2.10.
Op 21 maart 2023 heeft [eis.conv./verw.reconv.] , na daartoe op 23 januari 2023 verlof gekregen te hebben, beslag laten leggen op de onverdeelde helft van de eigendom van twee onroerende zaken van [ged.conv./eis.reconv.] .

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat [ged.conv./eis.reconv.] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de ten gevolge hiervan door [ged.conv./eis.reconv.] geleden en te lijden schade. Voorts vordert [eis.conv./verw.reconv.] dat de rechtbank [ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt tot vergoeding van deze schade en betaling van een voorschot op de schadevergoeding ten bedrage van € 414.182,22.
3.2.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer. [ged.conv./eis.reconv.] concludeert – samengevat – tot niet-ontvankelijkheid van [eis.conv./verw.reconv.] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] , met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de kosten van deze procedure, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt om de ten laste van [ged.conv./eis.reconv.] gelegde conservatoire beslagen op te heffen, onder verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eis.conv./verw.reconv.] met de opheffing van de beslagen in gebreke blijft.
3.5.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] zijn in de kern gebaseerd op de volgende drie verwijten:
  • i) [ged.conv./eis.reconv.] heeft frauduleus gehandeld door zich onrechtmatig cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] toe te eigenen en hij probeert met onjuiste of onvolledige informatieverstrekking te doen alsof het volledige cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] door het faillissement van FTX verloren is gegaan;
  • ii) [ged.conv./eis.reconv.] heeft na de ontbinding van [bedrijf 1] op 1 maart 2022 zonder grondslag of recht het beheer over het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] voortgezet;
  • iii) [ged.conv./eis.reconv.] heeft door onvoldoende, onjuiste en/of geweigerde informatieverstrekking bewerkstelligd dat [eis.conv./verw.reconv.] niet aan zijn
4.2.
Deze verwijten zijn, in het licht van de gemotiveerde betwisting hiervan door [ged.conv./eis.reconv.] , deels onvoldoende onderbouwd en staan voor het overige deel niet in een causaal verband tot de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde geleden schade. Daarom moeten alle vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] worden afgewezen. De rechtbank licht dit als volgt toe.
4.3.
Dat [ged.conv./eis.reconv.] zich het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] heeft toegeëigend is door [ged.conv./eis.reconv.] stellig betwist en blijkt nergens uit. De rechtbank begrijpt dat deze stelling van [eis.conv./verw.reconv.] een aanname is, die is gevoed doordat [eis.conv./verw.reconv.] zijn cryptovermogen is kwijtgeraakt en [ged.conv./eis.reconv.] in de ogen van [eis.conv./verw.reconv.] hierover bepaalde vragen onvoldoende heeft beantwoord. Hiertegenover staat echter dat beide partijen stellen dat het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] op enig moment is ondergebracht bij beleggingsplatform FTX, dat er geen aanwijzingen zijn dat hierin sindsdien een verandering is opgetreden en dat vast staat dat beleggers sinds de insolventie van FTX in november 2022 geen toegang meer hebben tot hun bij FTX ondergebrachte cryptovaluta. [ged.conv./eis.reconv.] heeft bovendien tijdens de mondelinge behandeling onweersproken toegelicht dat en hoe [eis.conv./verw.reconv.] via de blockchain kan controleren wat er met zijn cryptovermogen bij Binance en later FTX is gebeurd. In het licht van deze omstandigheden leveren de aannames van [eis.conv./verw.reconv.] onvoldoende onderbouwing op van de stelling dat [ged.conv./eis.reconv.] zich het cryptovermogen heeft toegeëigend.
4.4.
Verder verwijt [eis.conv./verw.reconv.] [ged.conv./eis.reconv.] dat hij, na de ontbinding van [bedrijf 1] , het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] zonder recht of titel is blijven beheren.
4.4.1.
Het is hierbij niet in geschil dat [ged.conv./eis.reconv.] het beheer over het cryptovermogen niet na de ontbinding van [bedrijf 1] aan [eis.conv./verw.reconv.] heeft teruggeven. Partijen geven hierbij allebei een andere lezing over de contacten die sinds de ontbinding van [bedrijf 1] over het beheer hebben plaatsgevonden. Ook verschillen partijen van mening over welke handelingen [ged.conv./eis.reconv.] sindsdien ten aanzien van het cryptovermogen heeft verricht. Deze punten kunnen echter in het midden blijven, omdat de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde geleden schade hiermee geen verband houdt.
4.4.2.
In dit kader stelt de rechtbank voorop dat ervan moet worden uitgegaan dat het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] al voor de ontbinding van [bedrijf 1] volledig was ondergebracht bij FTX. Hierbij is van belang dat tussen partijen niet in geschil is dat het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] in de zomer van 2021 bij beleggingsplatform Binance stond, dat Binance destijds heeft bericht over een dienstverleningsstop aan Nederlandse klanten en dat partijen toen hebben gesproken over het overplaatsen van het cryptovermogen naar FTX. [ged.conv./eis.reconv.] heeft vervolgens onweersproken gesteld dat [eis.conv./verw.reconv.] hem op 6 november 2021 heeft gevraagd om een overboeking naar een ‘whitelisted’-tegenrekening, dat ten aanzien van het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] alleen bij FTX met een dergelijke tegenrekening gewerkt werd en dat [eis.conv./verw.reconv.] daarvan op de hoogte was. Hieruit blijkt dat in ieder geval een deel van het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] toen ook daadwerkelijk bij FTX is ondergebracht, terwijl het – gelet op de klantenstop bij Binance –voor de hand ligt dat destijds de gehele cryptoportefeuille is weggehaald bij Binance. Voor zover [eis.conv./verw.reconv.] heeft willen stellen dat het onderbrengen bij FTX pas heeft plaatsgevonden na de ontbinding van [bedrijf 1] , en daarmee door [ged.conv./eis.reconv.] op persoonlijke titel, geldt dat deze stelling in het licht van het voorgaande onvoldoende is onderbouwd. Dit betekent bovendien dat het eventueel ten onrechte onderbrengen van het cryptovermogen bij FTX.com in plaats van FTX.US, waarover [eis.conv./verw.reconv.] klaagt, heeft plaatsgevonden door [bedrijf 1] en niet door [ged.conv./eis.reconv.] in privé en daarmee geen verdere bespreking behoeft.
4.4.3.
[eis.conv./verw.reconv.] heeft niet gesteld dat [ged.conv./eis.reconv.] op enig moment het cryptovermogen weer heeft weggehaald bij FTX, nog daargelaten overigens dat hiervoor ook geen aanwijzing bestaat. Dit betekent dat moet worden aangenomen dat het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] ten tijde van de insolventie van FTX bij FTX stond. Verder moet worden aangenomen dat cryptovermogen dat ten tijde van de insolventie van FTX bij FTX stond, hierdoor verloren is gegaan.
4.4.4.
Dit leidt tot de conclusie dat ook als zou komen vast te staan dat [ged.conv./eis.reconv.] na de ontbinding van [bedrijf 1] op persoonlijke titel beheershandelingen heeft verricht en dat [ged.conv./eis.reconv.] hiertoe niet gerechtigd was, dit niet verandert dat de schade van [eis.conv./verw.reconv.] volledig door de insolventie van FTX is veroorzaakt en dus niet door enige door [ged.conv./eis.reconv.] onrechtmatig verrichte beheershandeling.
4.5.
Tot slot verwijt [eis.conv./verw.reconv.] [ged.conv./eis.reconv.] dat hij onjuist heeft gehandeld in het kader van het
know your customer-onderzoek van FTX. Ook hiervoor geldt dat in het midden kan blijven wat er precies is gebeurd en wie wat had moeten doen. Zelfs als ervan zou worden uitgegaan dat [ged.conv./eis.reconv.] in dit verband onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eis.conv./verw.reconv.] , geldt namelijk ook hier dat er geen verband bestaat tussen dit onrechtmatige handelen en de door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde geleden schade. Een eventuele fout in de afhandeling van het
know your customer-onderzoek heeft er wellicht toe geleid dat het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] langer bevroren is geweest bij FTX, maar niet dat dit vermogen ten tijde van de insolventie van FTX nog steeds bij FTX was ondergebracht. Hierbij is van belang dat [eis.conv./verw.reconv.] , zo begrijpt de rechtbank zijn verklaring tijdens de mondelinge behandeling, op zich achter de verplaatsing van het cryptovermogen naar FTX stond. Dat [eis.conv./verw.reconv.] de wens had om het vermogen weer bij een ander platform onder te brengen, is niet gesteld. Verder is niet gebleken dat [eis.conv./verw.reconv.] rekening hield met een naderende insolventie van FTX en daarom zijn vermogen daar zou hebben weggehaald, in welk verband [eis.conv./verw.reconv.] onweersproken heeft gelaten dat in de enkele dagen voor het faillissement van FTX namens hem uitgebrachte dagvaarding in kort geding niets staat vermeld over een dreigend faillissement of liquiditeitsproblemen bij FTX. Tegen deze achtergrond moet worden aangenomen dat, ook als het
know your customer-onderzoek eerder was afgerond, het cryptovermogen van [eis.conv./verw.reconv.] nog bij FTX had gestaan ten tijde van haar faillissement. Dit betekent dat er geen verband bestaat tussen de gestelde schade van [eis.conv./verw.reconv.] en een eventueel door [ged.conv./eis.reconv.] rond dit
know your customer-onderzoek gemaakte fout.
Proceskosten
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat [eis.conv./verw.reconv.] de partij is die ongelijk krijgt. Hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [ged.conv./eis.reconv.] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.277,00
- salaris advocaat
6.826,00
(2,00 punten × € 3.413,00)
Totaal
9.103,00
in reconventie
4.7.
[ged.conv./eis.reconv.] eist opheffing van de door [eis.conv./verw.reconv.] gelegde beslagen. [eis.conv./verw.reconv.] heeft geen verweer gevoerd.
4.8.
Bij afwijzing van de vorderingen in conventie, is reeds sprake van summierlijk gebleken ondeugdelijkheid van het door [eis.conv./verw.reconv.] ingeroepen recht. Een afweging van belangen noopt niet tot handhaving van de beslagen. De beslagen die gelegd zijn op het onverdeelde eigendom van de onroerende zaken van [ged.conv./eis.reconv.] zullen daarom moeten worden opgeheven, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal als na te melden worden toegewezen.
4.10.
[eis.conv./verw.reconv.] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [ged.conv./eis.reconv.] als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
299,00
(een half punt × € 598,00)
Totaal
299,00
in conventie en in reconventie
4.11.
Van de proceskosten maakt deel uit de kosten die een partij maakt na het vonnis. Een veroordeling in de proceskosten houdt daarmee ook in een veroordeling tot betaling van deze nakosten. Omdat sprake is van een veroordeling in conventie en in reconventie, geldt hiervoor een totaaltarief van € 271,-. Dit bedrag wordt vermeerderd op de na te melden wijze indien niet wordt voldaan aan de veroordelingen en betekening van het vonnis volgt.
4.12.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in te beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] af,
5.2.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten van € 9.103,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
5.3.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] om de ten laste van [ged.conv./eis.reconv.] op 21 maart 2023 gelegde conservatoire beslagen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te laten opheffen,
5.4.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] tot betaling van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [eis.conv./verw.reconv.] geen uitvoering geeft aan de veroordeling onder overweging 5.3, met een maximum van € 10.000,00;
5.5.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten van € 299,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.6.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] in de nakosten van € 271,00, met bepaling dat indien [eis.conv./verw.reconv.] niet tijdig aan de veroordelingen in dit vonnis voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, [eis.conv./verw.reconv.] € 90,00 extra moet betalen plus de kosten van betekening,
5.7.
veroordeelt [eis.conv./verw.reconv.] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten, als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.8.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de overwegingen 5.2 tot en met 5.7 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Schippers en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.