ECLI:NL:RBGEL:2024:1316
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een faillissementsverzoek en summierlijke vaststelling van vorderingsrecht in een civiele procedure
In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, Team Insolventies, is op 16 januari 2024 een verzoek tot faillietverklaring van [verweerster] B.V. afgewezen. Het verzoek werd ingediend door [verzoekster] ltd., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.J. de Haan. [Verweerster] B.V. was vertegenwoordigd door haar bestuurder en advocaat mr. E. Hermsen. De rechtbank heeft het verloop van de procedure vastgesteld op basis van het ingediende verzoekschrift, aanvullende producties, en het verweerschrift van [verweerster].
[Verzoekster] verzocht de rechtbank om [verweerster] in staat van faillissement te verklaren, maar [verweerster] voerde aan dat er een inhoudelijk geschil was dat in een bodemprocedure moest worden beslecht. [Verweerster] stelde ook dat zij niet in een toestand verkeerde van niet kunnen betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerster] erkende een aanzienlijk bedrag aan [verzoekster] te moeten voldoen, maar betwistte de opeisbaarheid van dit bedrag. De rechtbank was niet overtuigd van de stellingen van [verzoekster] en concludeerde dat het vorderingsrecht niet summierlijk was komen vast te staan.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een inhoudelijk geschil dat niet geschikt was voor beslechting in een faillissementsprocedure. Daarom werd het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. Tevens werd [verzoekster] veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 1.196,-. Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, in tegenwoordigheid van de griffier.