ECLI:NL:RBGEL:2024:1309

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
415733 en 424793
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en overeenkomsten van opdracht in renovatiezaak met terugbetaling en schadevergoeding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 20 maart 2024, gaat het om een geschil tussen twee eisende partijen en een aannemer over de uitvoering van renovatiewerkzaamheden aan een woning. De eisende partijen hebben de aannemer opdracht gegeven voor interieurontwerp, renovatie en projectbegeleiding. De rechtbank oordeelt dat de aannemer tekort is geschoten in zijn verplichtingen, waardoor de eisende partijen de overeenkomsten hebben ontbonden. De aannemer wordt veroordeeld tot terugbetaling van een aanzienlijk deel van de betaalde facturen, evenals vergoeding van gevolgschade. De rechtbank wijst de vorderingen van de aannemer in vrijwaring af, omdat deze niet in verzuim is geraakt. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de aannemer en de rechten van de opdrachtgevers in het kader van de aanneming van werk en overeenkomsten van opdracht, met verwijzing naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Vonnis van 20 maart 2024
in de hoofdzaak met zaaknummer C/05/415733 / HA ZA 23-83 van:

1.[eisende pp. 1 hoofdzaak] ,2. [eisende pp. 2 hoofdzaak] ,

beiden te [plaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisende pp 1+2 hoofdzaak] ,
advocaat: mr. R.V. van den Wildenberg te Vught,
tegen
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] , h.o.d.n. [handelsnaam],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ,
advocaat: mr. W.F. Schovers te Prinsenbeek.
en in de vrijwaring met zaaknummer C/05/424793 / HA ZA 23-404 van:
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] , h.o.d.n. [handelsnaam],
te [plaats] ,
eiser in conventie,
gedaagde in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ,
advocaat: mr. W.F. Schovers te Prinsenbeek,
tegen
[ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] , h.o.d.n. [handelsnaam],
te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] ,
advocaat: mr. S.H. Bloembergen-Nooter te Arnhem.

1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 20 december 2023, en de daarin genoemde processtukken;
  • het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 februari 2024.
1.2.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] is niet bij de mondelinge behandeling verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling in de hoofdzaak

Wat is de kern van deze zaak?
2.1.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] opdracht gegeven om voor hun woning een interieurontwerp te maken, de woning te renoveren en dat project te begeleiden. Volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] het interieurontwerp te laat en onvolledig aangeleverd en zijn de renovatiewerkzaamheden ondeugdelijk verricht. Ook de projectbegeleiding was ver onder de maat. Omdat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] er geen vertrouwen meer in hadden dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] – na daartoe de gelegenheid te hebben gekregen – de gebreken zou herstellen, hebben zij de overeenkomsten met [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ontbonden. Zij vorderen nu terugbetaling van de facturen voor de onjuist/niet uitgevoerde werkzaamheden en vergoeding van de gevolgschade. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] stelt dat de werkzaamheden grotendeels correct zijn uitgevoerd maar laat na om de gestelde gebreken gemotiveerd te betwisten. Hij stelt zich op het standpunt dat sprake is van eigen schuld aan de kant van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] , dat het een overmachtssituatie is en dat sprake is van schuldeisersverzuim. De rechtbank oordeelt dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] zich niet als goed opdrachtnemer heeft gedragen bij de uitvoering van het interieurontwerp en de projectbegeleiding. Ook zijn de renovatiewerkzaamheden ondeugdelijk verricht. De verweren van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] slagen niet. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] moet daarom een deel van de facturen voor de onjuist/niet uitgevoerde werkzaamheden terugbetalen en een deel van de gevolgschade van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] vergoeden. Hierna worden deze oordelen uitgelegd.
Wat is er gebeurd?
2.2.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ingeschakeld om hun woning aan de Maandenweg 12 in Almere te laten renoveren. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft op 1 oktober 2021 twee offertes uitgebracht; een offerte voor het ontwerpen en uitvoeren van een all-in interieurontwerp en een offerte voor de begeleiding van het renovatieproject. Partijen spraken af dat het interieurontwerp op 2 december 2021 zou worden aangeleverd. Op 21 oktober 2021 heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] een derde offerte uitgebracht voor de renovatiewerkzaamheden. Die werkzaamheden zijn in twee fases opgedeeld. De eerste fase bestond met name uit sloopwerkzaamheden, verstevigen van de fundering, leiding- en elektrawerk, een cementdekvloer leggen en de vloerverwarming infrezen, de toiletruimte en de badkamer vernieuwen, het stuken en schilderen van de volledige woning, een nieuwe vloerafwerking voor de begane grond en eerste verdieping maken en deuren vervangen. De tweede fase bestond uit het opbouwen van onder meer de bad- en slaapkamer. Partijen zijn betalingsvoorwaarden overeengekomen. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] moest vooraf 40% van het bedrag betalen, tweemaal 25% van het bedrag na afronding van werkzaamheden en 10% van het bedrag bij oplevering.
2.3.
Op 1 april 2022 is [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] gestart met de uitvoering van de werkzaamheden. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft hiervoor verschillende externe partijen ingeschakeld. Op de afgesproken opleverdatum van 23 mei 2022 waren de werkzaamheden nog niet volledig uitgevoerd; zo waren de badkamer, de slaapkamer en de keuken nog niet gereed en was er geen elektriciteit. Op
3 juli 2022 hebben [eisende pp 1+2 hoofdzaak] [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] per brief een ingebrekestelling gestuurd. Op
16 augustus 2022 heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] een interieurontwerp aangeleverd. Op 30 september 2022 hebben [eisende pp 1+2 hoofdzaak] de overeenkomst ontbonden. Daarna hebben zij op 19 oktober 2022 door de heer [naam 1] van de [bedrijf 2] B.V. een bouwtechnische keuring laten uitvoeren. [naam 1] heeft verschillende gebreken en schadeposten geconstateerd en heeft een rapport opgesteld waarin de schade is begroot op € 63.756,90 (hierna: het schaderapport).
De vordering van [eisende pp 1+2 hoofdzaak]
2.4.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen dat de rechtbank [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 113.903,16. De vordering is als volgt opgebouwd:
I. de terug te betalen facturen van € 91.289,45;
II. de gevolgschade van € 20.970,56;
III. de kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid van € 1.643,15.
Daarnaast vorderen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] dat de rechtbank het totaalbedrag van € 113.903,16 vermeerdert met de bijbehorende wettelijke rente en met de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.914,03 en de proceskosten.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] moet een deel van de facturen aan [eisende pp 1+2 hoofdzaak] terugbetalen
2.5.
Vast staat dat tussen partijen drie overeenkomsten tot stand zijn gekomen uit hoofde waarvan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] – kort gezegd – gehouden was om voor de woning van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] een interieurontwerp aan te leveren, de projectbegeleiding van de renovatie in goede banen te leiden en de complete verbouwing uit te voeren. De eerste twee overeenkomsten kwalificeren als overeenkomsten van opdracht zoals bedoeld in artikel 7:400 BW en de laatste als een overeenkomst van aanneming van werk zoals bedoeld in artikel 7:750 BW.
2.6.
Niet in geschil is dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] het interieurontwerp te laat heeft aangeleverd. Verder heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ter zitting niet meer weersproken dat het uiteindelijk (met ruim acht maanden vertraging) opgeleverde ontwerp onvolledig was en als mosterd na de maaltijd kwam. Daarmee staat vast dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen en dat hij tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen.. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] beroept zich op eigen schuld aan de kant van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] , omdat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zelf zouden hebben bijgedragen aan de vertragingen in het interieurontwerp. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben dit tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd weersproken. Zij hebben toegelicht dat zij zich constant aan de wijzigingsrondes voor het interieurontwerp hebben gehouden en dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] zelf onvoldoende uren aan de interieurontwerpster heeft toegekend om het ontwerp af te kunnen maken. Het had gelet op deze gemotiveerde betwisting op de weg van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] gelegen zijn standpunt nader toe te lichten. Nu [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet ter zitting is verschenen, heeft hij dit niet gedaan. Dit maakt dat het beroep op eigen schuld faalt. Ook het beroep van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] op overmacht slaagt niet. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] legt aan dit beroep hetzelfde feitencomplex ten grondslag, namelijk dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zelf voor vertragingen hebben gezorgd. Van een overmachtssituatie in de zin van artikel 6:74 BW is hier echter geen sprake, nu [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] meende dat de schuld daarvan was gelegen bij zijn wederpartij. Overmacht dient te komen van een van buiten komende oorzaak, dus buiten partijen om. De verweren van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] slagen op dit punt dan ook niet.
2.7.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben verder onderbouwd gesteld dat van een professionele projectbegeleiding geen sprake is geweest. De projectmanagers wisselden voortdurend, ze waren slecht of helemaal niet bereikbaar voor overleg of informatie, en bleken, behalve degenen die al snel op een zijspoor werden gezet, niet geschikt voor de aan hen opgedragen taak. Ook heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] geen projectplan gemaakt, waardoor [eisende pp 1+2 hoofdzaak] dit uiteindelijk maar zelf hebben opgesteld. In de conclusie van antwoord heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] deze stellingen niet betwist, en al helemaal niet gemotiveerd betwist, en ter zitting is hij niet verschenen. Daarmee staat vast dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ook is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de projectbegeleidingsovereenkomst.
2.8.
Uit de rapportage van de door [eisende pp 1+2 hoofdzaak] ingeschakelde deskundige van de [bedrijf 2] blijkt genoegzaam dat de aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] opgedragen renovatiewerkzaamheden ondeugdelijk of niet zijn uitgevoerd. Dit is door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ook niet gemotiveerd betwist. De enkele stelling dat de werkzaamheden grotendeels correct zijn uitgevoerd, is daarvoor onvoldoende. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] is ten aanzien van zijn verbintenissen uit hoofde van de aannemingsovereenkomst dus eveneens tekortgeschoten in de nakoming.
2.9.
Verder staat vast dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] over de gebreken hebben geklaagd en dat zij [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] bij brief van 3 juli 2022 een laatste kans hebben gegeven om de gebreken binnen acht weken te herstellen. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt en is daarmee op grond van artikel 6:82 lid 1 BW in verzuim geraakt. Anders dan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft betoogd is een termijn van acht weken in dit geval een redelijke termijn. Daarbij is relevant dat de afgesproken opleverdatum van 23 mei 2022 al geruime tijd was verstreken en [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] keer op keer toezeggingen had gedaan die niet waren nagekomen. Illustratief is in dit verband het volgende onweersproken relaas van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] . Toen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] de woning op afgesproken opleverdatum van 23 mei 2022 betrokken, was er nog geen elektriciteit en waren noch de badkamer noch de slaapkamer noch de keuken klaar. Zij hebben van 6 juni tot 12 juni 2022 noodgedwongen in een hotel doorgebracht. Ondanks vele toezeggingen van de zijde van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] was de woning nog steeds niet leefbaar toen zij in de woning terugkeerden op 12 juni 2022. Alleen het toilet in de badkamer werkte inmiddels maar er was nog steeds geen elektriciteit waardoor [eisende pp 1+2 hoofdzaak] na twee dagen wederom genoodzaakt waren om de woning te verlaten. Op 18 juni 2022 ontstond een lekkage in de woning doordat het toilet en de douches niet goed waren aangesloten en de badkuip niet goed was geplaatst. Uiteindelijk reageerde [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ook niet meer op terugbelverzoeken en WhatsApp-berichten, terwijl de woning eind juni 2022 nog steeds niet bewoonbaar was en [eisende pp 1+2 hoofdzaak] noodgedwongen in een vakantiehuisje verbleven.
Onder deze omstandigheden is de in de ingebrekestelling vermelde termijn van acht weken alleszins redelijk te noemen.
2.10.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] stelt dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] in schuldeisersverzuim zijn geraakt, omdat zij voor het herstel van een deel van die gebreken (de badkamer) een andere aannemer hebben ingeschakeld. Op grond van artikel 6:58 BW dient de partij die zich beroept op schuldeisersverzuim te stellen en zo nodig te bewijzen dat de nakoming verhinderd is door de schuldeiser. Dit heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet gedaan. In een e-mail van 24 september 2022 aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] (productie 26 bij dagvaarding) schrijven [eisende pp 1+2 hoofdzaak] dat [bedrijf 3] (de onderaannemer van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ) niet meer met [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] wilde samenwerken maar nog wel enkele werkzaamheden rechtstreeks voor [eisende pp 1+2 hoofdzaak] wilde uitvoeren. Uit de genoemde e-mail blijkt dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] pas op 23 september 2022 met [bedrijf 3] hebben afgesproken dat hij enkele werkzaamheden rechtstreeks voor hen zou verrichten en dit was dus nadat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] al enkele weken in verzuim was. Reeds hierdoor kunnen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] niet in schuldeisersverzuim zijn geraakt. Ook staat vast dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hun deel van de overeenkomst, de betaling van de facturen, tijdig hebben verricht en dat zij zelfs meer hebben betaald dan vooraf was geoffreerd. Het beroep op schuldeisersverzuim slaagt daarom niet.
2.11.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] mochten dus op grond van artikel 6:265 BW de overeenkomsten ontbinden. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben dit bij brief van 30 september 2022 gedaan. Deze buitengerechtelijke ontbinding heeft tot gevolg dat partijen worden bevrijd van de daardoor getroffen verbintenissen. Hierdoor ontstaan voor partijen ongedaanmakingsverbintenissen van de al door hen ontvangen prestaties. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft een deel van de werkzaamheden uitgevoerd. Die werkzaamheden kunnen niet meer ongedaan worden gemaakt. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] moeten daarvoor een vergoeding aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] betalen, zoals bedoeld in artikel 6:272 lid 1 BW. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] moeten als ontvangers van de prestatie in principe de waarde vergoeden die in het economisch verkeer normaal aan de prestatie wordt toegekend. Voor het geval dat de prestatie niet aan de verbintenis heeft beantwoord, bepaalt artikel 6:272 lid 2 BW dat niet de economische waarde hoeft te worden vergoed, maar de subjectieve waarde die de prestatie voor de ontvangers heeft gehad. Omdat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zich op het standpunt stellen dat een deel van de werkzaamheden niet aan de overeenkomsten heeft beantwoord, moet de subjectieve waarde van die werkzaamheden worden bepaald.
2.12.
Volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben zij in totaal een bedrag van € 130.169,71 aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] betaald. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben de volgende facturen van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ontvangen en betaald (productie 31 bij dagvaarding):
Factuurnummer
Factuurdatum
Omschrijving
Bedrag
BL2021-237
22-10-2021
Offerte OFBL-204 ontwerpplan 50%
1.875,00
BL2021-258
30-11-2021
Factuur aanvraag vergunning
2.750,00
BL2022-313
01-03-2022
Offerte OFBL-225 verbouwing 40%
37.359,69
BL2022-316
11-11-2022
Offerte OFBL-205 projectbegeleiding 50%
1.750,00
BL2022-332
26-03-2022
Factuur warmteverliesberekening
429,55
BL2022-348
10-04-2022
Offerte OFBL-204 ontwerpplan 50%
1.875,00
BL2022-324
14-04-2022
Factuur stofzuigsysteem
5.468,64
BL2022-340
14-04-2022
Factuur sanitair
5.440,70
BL2022-345
15-04-2022
Factuur materiaalkosten
3.775,20
BL2022-343v.2
15-04-2022
Factuur sanitair winkel
15.897,94
BL2022-346
15-04-2022
Factuur diverse materialen
7.481,17
BL2022-354
01-05-2022
Offerte OFBL-225 v.3 verbouwing 25%
13.844,59
BL2022-355
01-05-2022
Factuur extra elektra
12.100,00
BL2022-369
03-05-2022
Factuur kooflijsten plaatsen
5.760,16
BL2022-367
06-05-2022
Factuur huur containers
1.574,89
BL2022-374
10-05-2022
Factuur Topdeuren
11.396,49
BL2022-433
25-08-2022
Factuur vensterbanken
1.275,20
BL2022-441
01-09-2022
Factuur [bedrijf 4]
1.113,24
BL2022-456
22-09-2022
Factuur [bedrijf 4]
277,45
In totaal
130.169,71
2.13.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] stellen dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] de werkzaamheden behorende bij de gecursiveerde facturen onjuist of niet (volledig) heeft uitgevoerd. Deze facturen komen samen op een bedrag van € 91.280,45. Volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zijn de werkzaamheden behorende bij de resterende facturen, gezamenlijk ter hoogte van € 38.880,26, wel volledig en correct geleverd.
2.14.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft weersproken dat hij nog een bedrag van € 91.280,45 verschuldigd is. Hij voert het volgende aan. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] heeft geen recht op volledige terugbetaling van de aanbetalingen van 40% en 25% voor de verbouwing, omdat die werkzaamheden grotendeels correct zijn uitgevoerd. Daarnaast is het ontwerpplan uiteindelijk aangeleverd, zodat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hiervoor terecht hebben betaald. Verder heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ook de gefactureerde uren aan de projectbegeleiding besteed. Het extra elektrawerk en het plaatsen van de kooflijsten is deels uitgevoerd en zou daarom voor de helft moeten worden betaald en de diverse materialen zijn volledig geleverd en moeten ook volledig worden betaald, aldus [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] .
2.15.
Kortgezegd heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] de stellingen van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] over de volgende facturen weersproken:
Factuurnummer
Factuurdatum
Omschrijving
Bedrag
BL2021-237
22-10-2021
Offerte OFBL-204 ontwerpplan 50%
1.875,00
BL2022-313
01-03-2022
Offerte OFBL-225 verbouwing 40%
37.359,69
BL2022-316
11-11-2022
Offerte OFBL-205 projectbegeleiding 50%
1.750,00
BL2022-348
10-04-2022
Offerte OFBL-204 ontwerpplan 50%
1.875,00
BL2022-346
15-04-2022
Factuur diverse materialen
7.481,17
BL2022-354
01-05-2022
Offerte OFBL-225 v.3 verbouwing 25%
13.844,59
BL2022-355
01-05-2022
Factuur extra elektra
12.100,00
BL2022-369
03-05-2022
Factuur kooflijsten plaatsen
5.760,16
2.16.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de vraag welke waarde de werkzaamheden bij de aangewezen facturen hebben als volgt.
2.17.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben de kosten voor het ontwerpplan volledig betaald. Dat de werkzaamheden voor het ontwerpplan van enige waarde zijn geweest, is echter onvoldoende gebleken. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben gemotiveerd gesteld dat het ontwerpplan onvolledig en te laat is aangeleverd. Het ontwerpplan moest al in december 2021 door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] worden aangeleverd, maar [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft dit pas in augustus 2022 gedaan. De werkzaamheden waren toen al een aantal maanden daarvoor (april 2022) van start gegaan. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat aan het ontwerpplan geen waarde kan worden toegekend. Dit maakt dat vast staat dat de werkzaamheden die horen bij de twee facturen voor het ontwerpplan(€ 1.875,00 + € 1.875,00) voor [eisende pp 1+2 hoofdzaak] geen waarde hebben gehad en dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] een bedrag van € 3.750,00 dient terug te betalen.
2.18.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben 50% van de projectbegeleiding betaald. Ook ten aanzien van de projectbegeleiding heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] onvoldoende weersproken dat die werkzaamheden geen waarde hebben gehad. Volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] telkens verschillende personen op het project gezet, wisselden deze projectbegeleiders elkaar voortdurend af en waren zij niet of slecht bereikbaar voor overleg of het opvragen van informatie. Bovendien heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] zelf ook geen tijdsplanning aan het project gekoppeld. Hier heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niets tegen ingebracht. Hierdoor komt dus vast te staan dat de werkzaamheden die horen bij de offerte van de projectbegeleiding van € 1.750,00 dan ook geen waarde hebben gehad.
2.19.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben 65% van de aanneemsom aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] betaald voor de verbouwingswerkzaamheden. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben met het schaderapport van de bouwtechnische keuring van 19 oktober 2022 (productie 30 bij dagvaarding) uitgebreid onderbouwd dat de uitgevoerde werkzaamheden ofwel onjuist zijn verricht ofwel niet zijn afgerond. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft dit rapport onvoldoende weersproken. Van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] had mogen worden verwacht dat hij zijn betwisting verder zou toelichten en – zo nodig – zou onderbouwen.
Nu hij dit niet heeft gedaan, is de waarde van de werkzaamheden behorende bij de twee facturen van € 37.359,69 en € 13.844,59 (samen € 51.204,28) gelijk aan nul.
2.20.
Op de factuur ‘diverse materialen’ staan werkzaamheden van onderaannemer ‘ [bedrijf 5] ’, kosten voor het plaatsen van kasten en het plaatsen van een haard. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] menen dat die werkzaamheden, op het plaatsen van de haard na, niet zijn uitgevoerd. De door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ingeschakelde aannemer ‘ [bedrijf 5] ’ zou namelijk sierlijsten komen maken, maar is uiteindelijk niet bij de woning van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] op komen dagen. Dit kwam doordat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] de onderaannemer niet had betaald. Ook de kasten, die in de factuur zijn opgenomen, zijn niet gemaakt. De haard van € 2.681,36 (inclusief btw) is wel geleverd, maar volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] is die verder niet omgebouwd zoals is afgesproken. Dit heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet weersproken, zodat de tegenover deze factuur staande werkzaamheden en materialen slechts een waarde van € 2.681,36 hebben gehad. Het restant van het betaalde bedrag van € 7.481,17, te weten € 4.799,81, dient door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] te worden terugbetaald.
2.21.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft [eisende pp 1+2 hoofdzaak] een factuur ‘extra elektra’ toegestuurd voor de uitvoering van extra werkzaamheden aan het elektra. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat een groot deel hiervan niet is uitgevoerd en dat het uitgevoerde deel verkeerd is uitgevoerd. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben de elektra volledig opnieuw moeten laten doen. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft dit niet weersproken, zodat is komen vast te staan dat ook de tegenover de factuur van € 12.100,00 staande werkzaamheden geen waarde hebben gehad.
2.22.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben over de factuur ‘kooflijsten plaatsen’ tijdens de zitting laten weten dat de kooflijsten allemaal beschadigd waren en verwijderd moesten worden. De kooflijsten waren van schuim gemaakt en daardoor niet herbruikbaar Zonder weerlegging van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] , kunnen ook de tegenover de factuur van € 5.760,16 staande werkzaamheden gelijk aan nul worden gesteld.
2.23.
Tot slot hebben [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zich bij de berekening van hun vordering ook op het standpunt gesteld dat de werkzaamheden behorende bij de factuur voor het stofzuigsysteem van € 5.468,64 en de materiaalkosten van € 3.775,20 geen waarde hebben gehad. De werkzaamheden voor het stofzuigersysteem zijn volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] niet correct uitgevoerd en dat heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] ook niet weersproken, zodat de werkzaamheden behorende bij die factuur geen waarde hebben gehad. De materiaalkosten van € 3.775,20 zien op werkzaamheden van Warmland aan de verwarming. Deze kosten zijn volgens [eisende pp 1+2 hoofdzaak] dubbel betaald, omdat zij rechtstreeks aan Warmland hebben betaald en diezelfde werkzaamheden ook door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] zijn gefactureerd. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft dit niet weersproken zodat ook dit ten onrechte gefactureerde bedrag van € 3.775,20 door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] dient te worden terugbetaald.
2.24.
Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank ten aanzien van het terug te betalen bedrag tot de volgende conclusie. De subjectieve waarde van de werkzaamheden van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] is € 41.561,62 (€ 130.169,71 - € 3.750,00 - € 1.750,00 - € 51.204,28 - € 4.799,81 - € 12.100,00 - € 5.760,16 - € 5.468,64 - € 3.775,20). Omdat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] alle facturen van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] , gezamenlijk ter hoogte van € 130.169,71, al hebben betaald, betekent dit dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] een bedrag van € 88.608,09 (€ 130.169,71 - € 41.561,62) moet terugbetalen. Vordering I van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] wordt tot dit bedrag toegewezen.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] moet ook grotendeels de schade van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] betalen
2.25.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen ook de schade die is ontstaan als gevolg van de onjuist/niet uitgevoerde werkzaamheden van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] . Zij hebben die schade van € 20.970,56 als volgt opgebouwd:
Schadeposten
Bedrag
Zonnepanelen
2.517,52
Overnachtingen
9.350,00
Laadkosten
1.400,00
Onderzoek stofzuigersysteem
1.825,00
+ p.m.
Overschilderen houtwerk
1.046,50
Herstelkosten bestaand houtwerk
452,24
Herstelkosten hardhouten trap
1.349,15
Herstelkosten meterkast
195,00
Vervangen buitenlamp
78,65
Herstelkosten gat garage
605,00
Herstel en kosten afvoer garage
1.905,75
Herstel straatwerk
629,20
Herstel beplanting
123,00
Herstel buitenkraan
217,80
Herstel HDMI-kabel
84,95
Herstel verplaatsen keukenkast naar schuur
p.m.
In totaal
20.970,56
2.26.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] zijn hierbij uitgegaan van het schaderapport van 19 oktober 2022. Het door [eisende pp 1+2 hoofdzaak] gevorderde bedrag van € 2.517,52 als schade voor het gemiste gebruik van de zonnepanelen wijkt echter af van het bedrag van € 1.708,32 dat de deskundige voor deze schade heeft gerekend. Tijdens de mondelinge behandeling hebben [eisende pp 1+2 hoofdzaak] zich op het standpunt gesteld dat de norm van de deskundige afwijkt van hun norm, maar zij hebben niet nader uitgelegd waarom van de norm van de deskundige moet worden afgeweken. De rechtbank zal daarom van het schadebedrag uit het schaderapport (€ 1.708,32) uitgaan. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen ook een schadebedrag voor nader onderzoek naar het verwijderen van het stofzuigsysteem. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben in hun overzicht (productie 32 bij dagvaarding) een bedrag van € 1.500,00 gehanteerd, terwijl zij een bedrag van € 1.825,00 hebben gevorderd. De deskundige is in zijn schaderapport van een bedrag van € 1.500,00 exclusief btw uitgegaan, dus € 1.815,00 inclusief btw. De rechtbank begrijpt dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] op dit punt het rapport hebben willen aanhouden, zodat zij van het bedrag van € 1.815,00 uitgaat. Nu [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] de overige schadeposten en het bijbehorende rapport (zie 2.19) niet heeft weersproken, betekent het bovenstaande dat van vordering II een bedrag van € 20.151,36 (€ 20.970,56 - € 809,20 - € 10,00) kan worden toegewezen.
De kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
2.27.
Daarnaast vorderen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid van € 1.643,15, bestaande uit € 899,00 aan kosten voor onderhandelingen met [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] en € 744,15 aan expertisekosten. Uitgangspunt is dat op de voet van artikel 6:96 lid 2 sub b BW deze kosten, waaronder expertisekosten, als vermogensschade voor rekening van de aansprakelijke partij kunnen worden gebracht, maar dan moet voldaan zijn aan de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets. Die toets houdt in dat buitengerechtelijke werkzaamheden alleen voor vergoeding in aanmerking komen indien het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk was deze te verrichten én de ter zake gevorderde kosten naar hun aard en omvang redelijk zijn. Dat de kosten voor de onder-handelingen van DAS ook onder kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid vallen, is onvoldoende gebleken. Deze kosten worden doorgaans gekwalificeerd als buitengerechtelijke incassokosten en [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben niet toegelicht waarom deze kosten toch als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid zouden moeten worden toegewezen. Het bedrag van € 899,00 wordt daarom afgewezen. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] hebben wel voldoende gemotiveerd waarom zij de expertisekosten noodzakelijk achtten. Mede gelet op de aanzienlijke te verwachten hoogte van de schade acht de rechtbank het redelijk dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] een uitvoerig, zorgvuldig en gedegen onderzoek hebben verlangd. Dit betekent dat het gefactureerde bedrag van € 744,15 voor het rapport van [bedrijf 2] (zie productie 33 bij dagvaarding) kan worden toegewezen.
De buitengerechtelijke incassokosten
2.28.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen ook vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 1.914,03. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De rechtbank stelt vast dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] voldoende hebben gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incasso-werkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het bedrag dat [eisende pp 1+2 hoofdzaak] op basis van het in het Besluit bepaalde tarief toekomt. De rechtbank wijst het bedrag dan ook toe tot het wettelijke tarief van € 1.879,03.
De wettelijke rente
2.29.
Daarnaast vorderen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] de wettelijke rente over de verschillende vorderingen. [eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen over het terug te betalen bedrag van € 88.608,09 de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de betaalde facturen. Bij ontbinding ontstaat een ongedaanmakingsverbintenis, die pas ontstaat bij het uitspreken van de ontbinding. Dat is in dit geval per 30 september 2022. De wettelijke rente kan dus niet eerder verschuldigd zijn. De rechtbank wijst de wettelijke rente over het bedrag van € 88.608,09 daarom toe vanaf
30 september 2022.
2.30.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen over de gevolgschade van € 20.151,36 de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is veroorzaakt, gelijkgesteld met de datum van de ingebrekestelling van 3 juli 2022. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft daartegen geen inhoudelijk verweer gevoerd zodat deze rente wordt toegewezen zoals gevorderd.
2.31.
[eisende pp 1+2 hoofdzaak] vorderen over de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de bijbehorende facturen. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft daartegen geen verweer gevoerd zodat deze rente over de factuur van [bedrijf 2] wordt toegewezen zoals gevorderd, en dus vanaf 3 november 2022, de vervaldatum van de factuur.
De proceskosten
2.32.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
128,30
- griffierecht
2.277,00
- salaris advocaat
4.822,50
(2,5 punten × € 1.929,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
7.405,80
2.33.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beoordeling in de vrijwaring

Wat is de kern van deze zaak?
3.1.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft de uitvoering van de werkzaamheden in de woning van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] uitbesteed aan derden, waaronder aan [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] . [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] heeft in de periode van mei 2022 tot en met halverwege juni 2022 renovatiewerkzaamheden in de woning van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] uitgevoerd. Op 12 juni 2022 heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] opgedragen om zich te richten op een ander project van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] . [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] stelt dat [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] fouten heeft gemaakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. Volgens [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft hij [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] daarvoor in gebreke gesteld en heeft [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] die gebreken niet hersteld, waardoor [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] in verzuim is geraakt. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] vordert daarom dat [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] de schade vergoedt waartoe [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in de hoofdzaak wordt veroordeeld. [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] betwist dat hij fouten heeft gemaakt en dat hij door [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in gebreke is gesteld. Het gelijk ligt bij [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] ; hij is niet in verzuim geraakt. De rechtbank licht dit hieronder toe.
Wat wordt er over en weer gevorderd?
3.2.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] vordert (in conventie) dat [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] , indien mogelijk tegelijk met de hoofdzaak, wordt veroordeeld om aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] het bedrag waartoe [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in de hoofdzaak tegen [eisende pp 1+2 hoofdzaak] wordt veroordeeld en de proceskosten in de hoofdzaak, te betalen. Daarnaast vordert hij dat de rechtbank [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] veroordeelt tot betaling van de proceskosten in vrijwaring.
3.3.
[ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] vordert (in voorwaardelijke reconventie) dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] , als [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] ertoe gehouden is een bedrag aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] te betalen, wordt veroordeeld tot betaling van de facturen van [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] zoals overgelegd bij de producties, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente. Daarnaast vordert hij dat de rechtbank [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
[ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] is niet in verzuim geraakt
3.4.
Voor een geslaagd beroep op vergoeding van de schade, is het noodzakelijk dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in verzuim was. [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] hem niet in gebreke heeft gesteld, zodat hij niet in verzuim is geraakt. Verzuim treedt in door een schriftelijke aanmaning waarin de schuldenaar een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft (artikel 6:82 lid 1 BW). Nadat op 22 juli 2022 de boekhouder van [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] de facturen voor die werkzaamheden aan [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] had verstuurd, ontving [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] de volgende e-mail van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] (productie 2 bij conclusie van antwoord in het incident):

Bedankt voor het toesturen van de facturen.
Zoals besproken zijn we niet akkoord gegaan met betalingen van bepaalde opdrachten door diverse redenen. Hier volgt een samenvatting wat is besproken met Michael [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] over betalingen en nog openstaande betalingen voor Refixus en [handelsnaam] opdrachten.
Wat is overeengekomen:
(…)
7. Maandenweg 12, Almere. Schaderapport en ingebrekestelling wordt opgemaakt.
(…)
Uit onze administratie hebben we opgemerkt dat er reeds bedragen zijn verwerkt. Dit zal de komende dagen door afdeling administratie verder uitgezocht worden.
Voor de opgelopen schade, herstel, inkoop nieuwe materialen van de diverse projecten zal dit zoals besproken (deels) op u worden verhaald. Daarover volgt binnenkort meer informatie.
3.5.
[ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] heeft hierop gereageerd dat hij zijn werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] verzocht de facturen te betalen. Vervolgens ontving [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] op
15 augustus 2022 een e-mail waarin [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] het volgende heeft laten weten (productie 3 bij conclusie van antwoord in het incident):

(…) In een eerdere mail van vrijdag 22 juli 2022 hebben we u medegedeeld dat u in gebreke wordt gesteld voor de gemaakte schade van diverse projecten.
Ik stel u aansprakelijk voor deze schade en vraag u om een schadevergoeding. Ook voor het niet nakomen van gemaakte afspraken.
De hoogte van de schade bedraagt op dit moment minimaal €70.000 incl. btw.
Ik verzoek u mij binnen 5 dagen schriftelijk op de hoogte te stellen hoe u dit zal vergoeden.”.
3.6.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in deze e-mails [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] niet de gelegenheid geboden om de gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen en zijn deze daarom niet als schriftelijke ingebrekestelling als bedoeld in artikel 6:82 BW aan te merken. Zo schrijft [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in zijn e-mail van 22 juli 2022 juist dat er nog een ingebrekestelling wordt opgemaakt. [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] wordt er vervolgens alleen over geïnformeerd dat er schade is en dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] die op enig moment bij [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] wenst te verhalen, maar een mogelijkheid om te controleren wat die gebreken zijn en/of te beoordelen of [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] die gebreken kan herstellen, krijgt hij daarmee niet. Dit maakt dat de e-mail van 22 juli 2022 niet als ingebrekestelling kan worden aangemerkt. In zijn e-mail van 15 augustus 2022 verwijst [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] naar de e-mail van 22 juli 2022 als ingebrekestelling, zodat ook die e-mail niet als ingebrekestelling kwalificeert. Bovendien specificeert [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] het gestelde schadebedrag van € 70.000,- in deze e-mail niet en wordt ook niet duidelijk gemaakt om welke gebreken het precies gaat. Verder is niet gesteld of gebleken dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] al eerder de gelegenheid heeft geboden de gebreken te herstellen. Hierdoor is niet komen vast te staan dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] in gebreke heeft gesteld, waardoor [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] niet in verzuim is geraakt. Zonder verzuim aan de kant van [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] moet de vordering van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] van de door hem gestelde schade als gevolg van de werkzaamheden van [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] dus worden afgewezen.
3.7.
Omdat de vordering in conventie wordt afgewezen, behoeft de voorwaardelijke vordering in reconventie geen bespreking meer.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft niet aan de substantiëringsplicht voldaan
3.8.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet aan zijn substantiëringsplicht als bedoeld in artikel 111 lid 2 onder d Rv heeft voldaan. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft zijn stellingen in de dagvaarding onderbouwd door zonder verdere concretisering naar de dagvaarding van [eisende pp 1+2 hoofdzaak] te verwijzen. [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] heeft daarmee de gronden van zijn eis onjuist kenbaar gemaakt. Omdat de vordering van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] al wordt afgewezen zal de rechtbank hieraan geen verdere consequenties verbinden.
De proceskosten
3.9.
[ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Aangezien de hoogte van de vordering is gekoppeld aan de vordering in de hoofdzaak, zal voor het salaris gemachtigde worden uitgegaan van tariefgroep V en dus van € 1.929,00 per punt. De proceskosten van [ged.pp.vrijw./eis.reconv.vrijw.] worden begroot op:
- griffierecht
314,00
- salaris advocaat
3.858,00
(2,5 punten × € 1.929,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.350,00
3.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak
4.1.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] om aan [eisende pp 1+2 hoofdzaak] te betalen een bedrag van € 88.608,09 in verband met de ongedaanmakingsverbintenissen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf 30 september 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] om aan [eisende pp 1+2 hoofdzaak] te betalen een bedrag van € 20.151,36 in verband met de gevolgschade, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf 3 juli 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] om aan [eisende pp 1+2 hoofdzaak] te betalen een bedrag van € 744,15 in verband met de kosten van vaststelling schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf
3 november 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.4.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] tot betaling aan [eisende pp 1+2 hoofdzaak] van € 1.879,03 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten,
4.5.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in de proceskosten van € 7.405,80, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in de vrijwaringszaak
4.8.
wijst de vorderingen van [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] af,
4.9.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] in de proceskosten van € 6.313,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.10.
veroordeelt [ged.pp.hfdz./eis.vrijw./ged.reconv.vrijw.] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.11.
verklaart de veroordeling in de proceskosten waaronder de nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2024.