ECLI:NL:RBGEL:2024:1192

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
ARN 24/812
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake intrekking Nederlanderschap

Op 5 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak ARN 24/812. Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die zijn Nederlanderschap op 7 februari 2024 ingetrokken zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de rechtsgevolgen totdat op het bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien verzoeker door de intrekking van zijn Nederlanderschap zijn recht op bijstandsuitkering, zorgtoeslag en huurtoeslag verliest. Gezien de urgentie van de situatie heeft de voorzieningenrechter besloten om de rechtsgevolgen van het besluit van 7 februari 2024 te schorsen. Dit betekent dat verzoeker voorlopig moet worden behandeld als ware hij in het bezit van de Nederlandse nationaliteit. De zaak zal op 21 maart 2024 verder worden behandeld, waarbij partijen nader bericht zullen ontvangen over het tijdstip van de zitting. De voorzieningenrechter heeft tevens aangegeven dat een beslissing over eventuele proceskosten later zal volgen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/812

uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 maart 2024 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. I.C. van Krimpen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. J.V. de Kort).

Inleiding

1. In deze uitspraak treft de voorzieningenrechter een ordemaatregel naar aanleiding van het verzoek van verzoeker tot het treffen van een voorlopige voorziening.
1.1.
Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris het Nederlanderschap van verzoeker ingetrokken. Verzoeker heeft op 8 februari 2024 bezwaar ingesteld tegen het bestreden besluit en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat de rechtsgevolgen van het besluit van het bestreden worden opgeschort tot zes weken nadat op het bezwaar is beslist.

Beoordeling

2. De voorzieningenrechter schorst het besluit van 7 februari 2024 totdat op het verzoek om een voorlopige voorziening is beslist.
2.1.
De beoordeling van een verzoek om een voorlopige voorziening vergt, als het spoedeisend belang niet geheel ontbreekt, in de regel een voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, en, voor zover aangewezen, een afweging van de betrokken belangen. Deze beoordeling is niet bindend voor de rechter in de hoofdzaak.
2.2.
De voorzieningenrechter treft een ordemaatregel, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat een behandeling op zitting nodig is gezien de bij de zaak betrokken belangen. Het spoedeisend belang bij de zaak is groot omdat verzoeker ten gevolge van het besluit van 7 februari 2024 geen recht meer heeft op zijn bijstandsuitkering, zorgtoeslag en huurtoeslag. Deze uitkering en toeslagen ontvangt hij met ingang van deze maand niet meer. Het is echter niet mogelijk de zaak op zeer korte termijn op zitting te behandelen, gelet op de omvang van het dossier en de aard van de zaak. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom bij wijze van ordemaatregel toe, in die zin dat de rechtsgevolgen van het besluit worden geschorst en verzoeker moet worden behandeld als ware hij in het bezit van de Nederlandse nationaliteit, totdat inhoudelijk op het verzoek om een voorlopige voorziening is beslist.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het verzoek zo spoedig mogelijk moet worden behandeld en is daarom voornemens de zaak op 21 maart 2024 (in de ochtend op een nog nader te bepalen tijdstip) op zitting te behandelen. Partijen zullen hierover nog nader bericht ontvangen.

Conclusie en gevolgen

4. De voorzieningenrechter treft een ordemaatregel, inhoudende dat de rechtsgevolgen van het besluit van 7 februari 2024 worden geschorst en verzoeker moet worden behandeld als ware hij in het bezit van de Nederlandse nationaliteit. Over een eventuele proceskostenveroordeling zal de voorzieningenrechter later beslissen.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • schorst de rechtsgevolgen van het besluit van 7 februari 2024;
  • bepaalt dat verzoeker moet worden behandeld als ware hij in het bezit van de Nederlandse nationaliteit;
  • bepaalt dat deze voorziening geldt totdat definitief op het verzoek is beslist.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.C.M. Pijnenburg, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 5 maart 2024.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.