ECLI:NL:RBGEL:2024:1169

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
05-880749-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verlenging terbeschikkingstelling en verlening zorgmachtiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 februari 2024 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de betrokkene, die eerder was veroordeeld voor brandstichting. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de TBS voor een jaar, terwijl er ook een verzoek tot verlening van een zorgmachtiging was ingediend. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de TBS afgewezen, omdat de betrokkene stabiel is gebleven en er voldoende beschermende factoren zijn in zijn leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de noodzakelijke medicatie kan worden gewaarborgd via de zorgmachtiging, die tegelijkertijd is verleend. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van deskundigen, waaronder een psychiater en een reclasseringswerker, in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat er geen noodzaak meer bestaat voor de verlenging van de TBS, aangezien het recidiverisico op een aanvaardbaar niveau is en de betrokkene in staat is om zijn leven zonder TBS verder vorm te geven. De beslissing houdt in dat de terbeschikkingstelling wordt beëindigd zodra deze beslissing onherroepelijk wordt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-880749-18
Datum uitspraak: 9 februari 2024
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[bestandsnaam]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
raadsman: mr. S.J. Nijhof, advocaat te Apeldoorn.

Procedure

Betrokkene is op 22 januari 2019 bij vonnis van deze rechtbank veroordeeld ter zake van brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, tot terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze maatregel is ingegaan op 6 februari 2019 en het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 24 februari 2023.
Bij vordering van 2 januari 2024, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van één jaar.
Op 29 december 2023 heeft de officier van justitie bij de griffie van deze rechtbank een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, voor de duur van zes maanden, ingediend. Dit verzoek is tegelijkertijd met bovengenoemde vordering behandeld op de zitting van 26 januari 2024.

Het onderzoek ter terechtzitting

Ter zitting van 26 januari 2024 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsman;
- mevrouw [reclasseringswerker] , reclasseringswerker;
- dr. [psychiater] , psychiater;
- de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarin volhard.
Meer in het bijzonder heeft hij aangevoerd dat dit nog niet het juiste moment is om over te stappen naar een ander (civiel) kader. De problematiek van betrokkene is voor een deel niet behandelbaar en de medicatie wordt momenteel nog afgebouwd. Betrokkene heeft nog niet lang een eigen woning en heeft een verleden van zorgmijding. Daarnaast is hij recent nog teruggevallen in middelengebruik. De officier van justitie verzoekt afwijzing van het eveneens aanhangige verzoekschrift zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3 Wfz en toewijzing van de vordering om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.

Het standpunt van betrokkene

De raadsman van betrokkene heeft het woord gevoerd en gepleit voor beëindiging van de maatregel.

De beoordeling

De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het adviesrapport van Tactus verslavingszorg van 5 december 2023. In dit advies wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden te beëindigen, mits er een zorgmachtiging afgegeven wordt.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van een psychiatrische rapportage van dr. [psychiater] van 28 november 2023 met een gelijkluidend advies.
In bovengenoemd adviesrapport van Tactus verslavingszorg staat -onder meer- het volgende vermeld:

Het ingesteld zijn op het antipsychoticum(depotvorm) in combinatie met zijn abstinentie in
middelengebruik dient blijvend gemonitord te worden. Betrokkene is vanuit het verleden bekend met zorgmijdende houding en een beperkt ziektebesef in combinatie met zijn nu in remissie zijnde verslavingsproblematiek. Dit maakt dat een zorgmachtiging aanwezig dient te zijn op het moment dat de maatregel tbs met voorwaarden beëindigd wordt.
Mocht het onverhoopt niet mogelijk blijken om tot een succesvolle aanvraag te komen van een zorgmachtiging, dan adviseert Tactus Reclassering om de maatregel tbs met voorwaarden voor de duur met één jaar te verlengen. Dit om zodoende de verkregen stabiliteit te kunnen behouden, de inname van zijn antipsychoticum te kunnen garanderen en zijn abstinentie in middelengebruik te kunnen behouden.”
In bovengenoemd psychiatrisch rapport staat -onder meer- het volgende vermeld:

Onderzoeker concludeert al met al dat het psychiatrisch evenwicht van onderzochte
weliswaar kwetsbaar blijft maar dat de omgevingsprothese optimaal wordt vormgegeven. De anti psychotische medicatie per depot is cruciaal en een goede tegenhanger tegen het gebrek aan ziektebesef en inzicht. Daarnaast is abstinentie van middelen zeer belangrijk. Onderzochte woont sinds enkele maanden zelfstandig. Er wordt nog gesleuteld aan de voor hem noodzakelijke anti psychotische medicatie. Onderzochte staat hier ambivalent tegenover. Dat zal ook in de toekomst wel zo blijven. Het is allemaal nogal pril. Er is een risico op decompensatie en als hij decompenseert is het risico hoog en is er een forensische setting nodig. Het ligt dan in de lijn om de tbs-maatregel te verlengen. Desalniettemin wordt vanuit de behandeling gesteld dat bij decompensatie een zorgmachtiging toereikend zal zijn maar dat hij dan wel opgenomen moet kunnen worden in een forensische setting bij decompensatie. Met een zorgmachtiging kan iemand niet meer naar een forensische setting. Onderzoeker weet niet hoe dat in Apeldoorn is geregeld. Belangrijk is ook om te weten of de kliniek (welke kliniek is onduidelijk) het doel van de zorgmachtiging weet en of de kliniek na een ½ jaar de zorgmachtiging zal gaan verlengen en of de kliniek dit haalbaar acht. De reclassering liet weten dat destijds de BOOG te Warnsveld had toegezegd onderzochte te kunnen opnemen bij een crisis. Hoe dan ook, er is goede voorbereiding nodig om onderzochte over te dragen aan de GGZ. Tactus reclassering adviseert aan het Openbaar Ministerie om de procedure voor een zorgmachtiging op te starten, middels het artikel 2.3 van de Wet Forensische Zorg. Mocht het onverhoopt niet mogelijk blijken om tot een succesvolle
aanvraag te komen van een zorgmachtiging dan adviseert Tactus reclassering om de maatregel tbs met voorwaarden voor de duur met één jaar te verlengen om zodoende de verkregen stabilisatie te kunnen behouden, de inname van zijn antipsychoticum te kunnen garanderen en zijn abstinentie in middelengebruik te kunnen behouden.
Bij een succesvolle aanvraag van een zorgmachtiging met de garanties van de op onderzochte afgestemde (intensiteit van) zorg sluit onderzoeker zich aan bij het advies van de reclassering om de tbs-maatregel te beëindigen. Mocht het niet mogelijk blijken om tot een succesvolle aanvraag te komen van een zorgmachtiging dan adviseert onderzoeker de tbs-maatregel met voorwaarden nog met een jaar te verlengen om de positieve ingeslagen weg verder te hel-
pen bestendigen.”
Ter zitting heeft de psychiater het rapport aangevuld in die zin dat betrokkene hard heeft gewerkt om te bereiken waar hij nu is. Hij heeft het maximale behaald wat er te halen is. Alles valt en staat met het innemen van medicatie. Het depot is belangrijk om zeker te weten dat hij antipsychoticum inneemt. Het aandeel clozapine daarin wordt nog wel verder afgebouwd, maar dat zal naar verwachting geen problemen opleveren. De recente eenmalige terugval in middelengebruik hoort erbij en betrokkene is daarover meteen eerlijk geweest. Dit heeft dus geen invloed op het eerder uitgebrachte advies.
Namens Tactus is ter zitting aangevuld dat betrokkene ondanks alle veranderingen van de afgelopen tijd stabiel is gebleven. Hij heeft er hard voor gewerkt. Indien de maatregel verlengd zou worden, dan is niet de verwachting dat er nog meer bereikt zal worden dan op dit moment het geval is. Het is nu een kwestie van vasthouden van de stabiele situatie en monitoring, met name op het gebied van medicatiegebruik.
Gelet op de inhoud van de rapporten en wat ter zitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat er onder de huidige omstandigheden geen noodzaak meer bestaat om de terbeschikkingstelling te verlengen. Beide deskundigen hebben ter zitting verklaard dat een zorgmachtiging voldoende is. Dat betrokkene met oud en nieuw een terugval heeft gehad in de zin dat hij drugs heeft gebruikt, maakt dit advies niet anders. Daarbij heeft de psychiater aangegeven dat medicatiegebruik de belangrijkste beschermende factor is, meer dan het niet gebruiken van middelen. De noodzakelijke medicijninname is gewaarborgd door middel van een zorgmachtiging die bij beschikking van de rechtbank van heden wordt verleend. Gelet op deze zorgmachtiging is er een vangnet waardoor het recidiverisico, dat inmiddels is gedaald naar een aanvaardbaar niveau, laag kan worden gehouden. Er zijn nu naar het oordeel van de rechtbank voldoende beschermende factoren in het leven van betrokkene die mogelijk maken dat hij zijn leven zonder de maatregel van terbeschikkingstelling verder kan vormgeven.
De rechtbank zal daarom de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afwijzen, wat betekent dat de terbeschikkingstelling wordt beëindigd zodra deze beslissing onherroepelijk wordt.

De beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. Steenweg, als voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en mr. J.M. Breimer, als rechters in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 februari 2024.