Uitspraak
1.De procedure
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 10 november 2023;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen STICHTING TALIS, de verhuurder, en een huurder. De verhuurder vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 3.760,90. De huurder erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat deze was ontstaan door een afwijzing van haar uitkeringsaanvraag door de gemeente, wat achteraf onterecht bleek te zijn. De huurder had inmiddels hulp gezocht en was in staat om de huur te betalen en de achterstand af te lossen.
De kantonrechter overwoog dat de huurachterstand in beginsel de gevorderde ontbinding en ontruiming rechtvaardigde, maar besloot deze vordering af te wijzen. De reden hiervoor was dat de huurder met twee minderjarige kinderen in het gehuurde woont en dat de verhuurder te laat had aangemeld voor gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit had mogelijk kunnen voorkomen dat de huurachterstand zo hoog opliep. De kantonrechter benadrukte dat de huurder wel degelijk haar betalingsverplichtingen moet nakomen en dat zij verstandig moet omgaan met de hulp die zij ontvangt.
De vordering tot betaling van de huurachterstand werd toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De huurder werd veroordeeld in de proceskosten van de verhuurder. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.