ECLI:NL:RBGEL:2024:1147

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
05/083482-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van uitvoer van cocaïne met EncroChat-bewijs

Op 6 maart 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die samen met twee medeverdachten is beschuldigd van het medeplegen van de uitvoer van ongeveer 18 kilogram cocaïne. De zaak is gebaseerd op bewijs verkregen via EncroChat, een versleuteld communicatieplatform dat door criminelen werd gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het transport van de cocaïne vanuit Nederland naar Turkije. De verdachte en zijn medeverdachten hebben uitgebreid over het transport overlegd, waarbij ook de aankoop van een vrachtwagen en de te ontvangen vergoeding aan de orde kwamen. De rechtbank concludeert dat de handelingen van de verdachte vallen onder de definitie van 'buiten het grondgebied van Nederland brengen' zoals bedoeld in de Opiumwet. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van het feit en de maatschappelijke impact van drugshandel. De rechtbank heeft ook de eerdere veroordelingen van de verdachte in het kader van de Opiumwet meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/083482-21
Datum uitspraak : 6 maart 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [username 5] (Turkije),
wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. A.D. Kloosterman, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 april 2020 te Tiel en/of te Ede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 18 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 23 april 2020 tot en met 12 mei 2020 te Tiel en/of te Ede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 18 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit, te weten het medeplegen van uitvoer van 18 kilogram cocaïne.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Hiertoe is primair naar voren gebracht dat verdachte niet gekoppeld kan worden aan het EncroChat-account [username 1] en subsidiair, dat niet kan worden vastgesteld dat het daadwerkelijk ging om cocaïne.
Beoordeling door de rechtbank
[medeverdachte 1] (hierna: ‘ [medeverdachte 1] ’) heeft zich op woensdag 6 mei 2020 gemeld en deed aangifte op het politiebureau in Arnhem. Hier gaf hij aan een verklaring af te willen leggen over een transport dat hij heeft gedaan, waarbij een door hem bestuurde vrachtauto in brand vloog. Vervolgens gaf hij aan bedreigd te worden en is er bij zijn moeder door de voordeur van de woning geschoten. [2]
Vanuit een ander onderzoek genaamd “26LEMONT” werden verschillende chatgesprekken verstrekt ten behoeve van het onderzoek DAF. Deze chats zijn bekeken en daarbij is geconstateerd dat er sprake was van mogelijke relevante chats gevoerd door onder andere het account [username 2] (hierna: ‘ [username 2] ’) [3] , het account [username 1] (hierna: ‘ [username 1] ) [4] en het account [username 3] (hierna: ‘ [username 3] ’). Voordat de rechtbank aan de beoordeling van de inhoud van de relevante tekstberichten toekomt die onder andere tussen de voornoemde accounts zijn verzonden, zal de rechtbank eerst de vraag beantwoorden of vastgesteld kan worden welke personen gebruik maakten van de voornoemde accounts en zo ja, wie dit zijn.
Identificatie EncroChat-account ‘ [username 2] ’
Bij de vaststelling van de gebruiker van het EncroChat account ‘ [username 2] ’ zijn de volgende bevindingen van belang.
 De gebruiker van het chatID ‘ [username 2] ’ heeft op 30 maart 2020 een gesprek met de gebruiker van het chatID ‘ [username 1] ’ over geld ophalen bij ‘de juwelier’. [username 1] zegt dat [username 2] iemand moet sturen om het geld op te halen. [username 2] zegt dat hij zijn neef zal sturen en stuurt daarna een foto van een persoon. Onder deze foto schrijft [username 2] dat de naam van degene op de foto, [naam 1] is. [5]
 De gebruiker van het account [username 1] heeft op 24 april 2020 een gesprek met de gebruiker van het account ‘ [username 3] ’ over het transport naar Turkije en de chauffeur van dat transport. [username 3] vraagt wat de naam van de chauffeur is, waarop [username 1] antwoordt “ [medeverdachte 1] ”. Hij stuurt daarbij een foto van het paspoort van de chauffeur. Op het paspoort staan de volgende gegevens: [medeverdachte 1] , geboren op 2 [geboortedatum] in Yemisli (Turkije). [6] Deze gegevens komen overeen met de gegevens van [medeverdachte 1] .
 Ten slotte hebben de gebruikers van de chatID’s [username 1] en [username 4] op 5 mei 2020 een gesprek over het beschieten van familie en de woning van ‘de chauffeur’. Dit komt zowel overeen met hetgeen [medeverdachte 1] in zijn aangifte heeft benoemd als met de informatie die via een rechtshulpverzoek is ontvangen van de Turkse politie. [7]
Gelet op de hiervoor weergegeven bevindingen, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] gebruiker was van het chatID ‘ [username 2] ’.
Identificatie EncroChat-account ‘ [username 1] ’
Bij de vaststelling van de gebruiker van het EncroChat account ‘ [username 1] ’ zijn de volgende bevindingen van belang.
 In politiesystemen beschikbaar voor analyse bleek uit de data van het chatID [username 1] , dat [username 1] onder andere onder de namen “ [username 5] ”,“ [username 5] ” en “ [username 5] ” is opgeslagen door zijn contactpersonen. De usernames “ [username 5] ” en “ [username 5] ” lijken op de voornaam van [verdachte] , namelijk [verdachte] [8] . Navraag in de politiesystemen laat zien dat [verdachte] is geboren in [username 5] in Turkije [9] ;
 De gebruiker van het account [username 1] wordt in een chat op 7 april 2020 door de gebruiker van het chatID [username 6] “ [verdachte] ” genoemd. Tevens stelt [username 1] zich in ditzelfde gesprek op 5 mei 2020 voor als “ [verdachte] ” [10] ;
 Het IMEI-nummer van de telefoon van de gebruiker van het account [username 1] straalt veelvuldig aan op zendmasten in de omgeving van Tiel. Daarnaast blijkt uit de inhoud van de berichten van [username 1] dat de gebruiker van dit account veel aanwezig is in de omgeving van Tiel en daar ook vaak verblijft. In chatgesprekken van [username 1] met de gebruiker van het account [username 6] komt naar voren dat [username 1] zegt dat hij uit Tiel komt en in Tiel al een toplocatie heeft. Verder wordt de term “ [adres 1] ” genoemd in een chat waarin [username 1] [username 6] de weg lijkt te wijzen. Navraag in de politiesystemen levert als gba-adres van [verdachte] op de [adres 1] [11] ;
 De gebruiker van het account [username 1] geeft in een gesprek op 9 april 2020 aan dat hij beschikt over een [auto] uit 2014. Dit bevestigt de gebruiker van het account [username 1] nogmaals in een gesprek op 18 mei 2020. In de gesprekken tussen de chatID’s [username 1] en [username 6] wordt een foto van een witte [auto] opgemerkt, welke foto op 21 mei 2020 wordt gestuurd. Op deze foto is te zien dat het kenteken begint met [kenteken 1] -… Navraag van de openbare database van het RDW laat zien dat het kenteken mogelijk [kenteken 1] betreft. Bevraging van dit kenteken in de politiesystemen over de periode van 9 april 2020 tot en met 21 mei 2020 levert de volgende kentekenhouders op: [naam 2] van 28 mei 2019 tot en met 10 april 2020 en [naam 3] van 10 april 2020 tot en met 9 juni 2020. Navraag in de politiesystemen laat zien dat [verdachte] een zus heeft, genaamd [naam 3] , geboren op 28 april 1975. Daarnaast staat zij ingeschreven op hetzelfde adres als [verdachte] , [adres 1] [12] ;
 In een gesprek waarin de gebruiker van het account [username 1] aangeeft op 3 april 2020 een haartransplantatie te zullen ondergaan stuurt voornoemde gebruiker op 2 april 2020 foto’s van een hoofd/haar. [13] De verbalisant die het proces-verbaal van identificatie van de gebruiker van het chatID [username 1] heeft opgesteld constateert dat de persoon op die foto’s gelet op de vorm van het hoofd, de neus, de mond en de haardracht sterke overeenkomsten met de foto uit de strafrechtsketendatabank van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] , vertoont [14] ;
 De gebruiker van het account [username 1] geeft in een conversatie op 31 maart 2020 met de gebruiker van het account [username 7] aan dat hij ‘een belofte doet’ op het hoofd van [naam 4] . Op 23 april 2020 zweert [username 1] op het hoofd van “ [naam 4] en [naam 4] ”. [naam 4] is veelvuldig gebruikt als wachtwoord van [username 1] , evenals daarvan afgeleide vormen zoals ‘ [naam 4] ’ en ‘ [naam 4] ’. [verdachte] heeft een kind genaamd [naam 4] . [15] ;
Gelet op de hiervoor weergegeven bevindingen, stelt de rechtbank vast dat [verdachte] gebruiker was van het chatID [username 1] .
Identificatie EncroChat-account ‘ [username 3] ’
Bij de vaststelling van de gebruiker van het EncroChat account ‘ [username 3] ’ zijn de volgende bevindingen van belang.
 De gebruiker van het account [username 3] stuurt op 17 mei 2020 aan het account [username 1] dat hij woont aan de [adres 2] te Amsterdam in de buurt van een school, een geel gebouw. [16] Verder stuurt de gebruiker van het account [username 3] op 3 april 2020 aan het account [username 8] dat hij de man uit Karakoçan is. [17] Uit chatgesprekken op 3 maart 2020 met de gebruiker van het account [username 9] blijkt verder dat de gebruiker van het account [username 3] als voornaam [medeverdachte 2] heeft. [18] Daarop heeft een verbalisant onderzoek gedaan in de politiesystemen om tot een identiteit van [username 3] te komen, waarbij de volgende bijzonderheden aan de zoekvraag zijn toegevoegd: 1) wonend in Amsterdam, 2) wonend op de [adres 2] in de nabijheid van een school, 3) voornaam [medeverdachte 2] en 4) geboortestad/gebied is Karakçan (Turkije). Uit het onderzoek kwam één persoon naar voren die voldeed aan de bovengenoemde criteria en na controle in de Gemeentelijke Basisadministratie bleek dit te zijn: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] te Karakoçan (Turkije), GBA adres: [adres 2] . Verder blijkt uit een zoekslag op internet (Google Maps), in de nabijheid van deze woning ook een school gevestigd te zijn.
 De gebruiker van het account [username 3] stuurt op 3 april 2020 aan de accounts [username 10] en [username 1] dat [naam 5] is overleden aan een hartaanval en dat zijn stoffelijk overschot wordt onderzocht. In het gesprek met [username 10] geeft [username 1] aan dat [naam 5] bij een persoon genaamd Deniz thuis was. In de politiesystemen is vervolgens gecontroleerd of [medeverdachte 2] een familielid met een voornaam ‘ [naam 5] ’ had die rond 3 april 2020 overleden zou zijn. Daarbij werd gezien dat [medeverdachte 2] in 2017 gehoord werd in een andere zaak en dat daarbij aan hem werd gevraagd op welke telefoonnummers hij bereikbaar was. [medeverdachte 2] antwoordde daarop dat hij bereikbaar was via zijn neef [naam 5] : [naam 5] zou zijn roepnaam zijn. Het telefoonnummer waarop deze [naam 5] bereikbaar zou zijn was (zo volgt uit de politiesystemen) gekoppeld aan [naam 5] , roepnaam [naam 5] , geboren op 22 april 1986 te ’s-Gravenhage, overleden op 31 maart 2020. Nader onderzoek naar het overlijden van deze [naam 5] leidde tot een registratie, opgestart onder een locatie in Voorburg, waarbij het stoffelijk overschot van overledene [naam 5] inbeslaggenomen werd voor een gerechtelijke sectie. Verder bleek dat de woning, waar het stoffelijk overschot aangetroffen werd, gehuurd werd door Deniz Yildiz. Uit de gerechtelijke sectie, die op 4 april 2020 afgerond werd, bleek dat [naam 5] aan een natuurlijke dood overleden was. [19] ;
 Het IMEI-nummer van de telefoon van de gebruiker van het account [username 3] hoort bij een mobiele telefoon van het merk BQ. [medeverdachte 2] is in december 2017 door de politie gecontroleerd en was toen in het bezit van een mobiele telefoon van het merk BQ. [20]
Gelet op de hiervoor weergegeven bevindingen, in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] gebruiker was van het chatID [username 3] .
De rechtbank zal in het hiernavolgende de voor het bewijs relevante tekstberichten, verstuurd door gebruikers van de hiervoor besproken accounts ( [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] ) weergeven.
Berichtenverkeer
In het proces-verbaal van bevindingen ‘EncroChats bedreiging en export drugs’ zijn in een tijdlijn de samengevatte chats weergegeven die betrekking hebben op het onderzoek Daf. De originele chats waren veelal in de Turkse taal en werden vertaald door een tolk. De vertaalde berichten zijn opgenomen in de tijdlijn. In het hiernavolgende worden de berichten weergegeven zoals deze in de voornoemde tijdlijn zijn weergegeven:
31-03-2020, 06:59:09 en 08:39:14 uur, [username 2] en [username 1]
en [username 2] hebben het over een transport, waarbij Bulgarije en Turkije worden genoemd. Er is een vergoeding van 1000 Lira. [username 2] vindt dat te weinig. Hij
verwijt [username 1] dat nadat [username 2] al twee transporten heeft gedaan voor hem er gekort wordt. Volgens [username 1] is het transport tot Bulgarije gemakkelijk. [username 2] vindt van niet omdat het niet om 'watermeloenen' gaat. Dan gaat het over het hebben van een stash of verborgen ruimte en het maken daarvan. Dat zou 100-150 duizend kosten. Volgens [username 2] is de hele vrachtauto een stash. [username 1] heeft al honderd keer in een
vrachtwagen geplaatst en vind die plekken geen stash. [username 2] wil het transport niet doen en [username 1] vraagt of hij er nog eens over wil nadenken. 15 klussen gaan anders naar een ander. [username 2] moet ook een andere vrachtwagenchauffeur aanspreken, instructies geven en het regelen, maar die ander chauffeur niet betrekken bij geldzaken aldus
[username 1]
. [21]
02-04-2020, 07:41:30 en 07:53:42 uur, [username 2] en [username 1]
[username 2] zegt dat hij de 13e naar Europa kan komen en zal er op de 16e zijn. Hij stelt voor om een voertuig te kopen/halen, net zoals het andere voertuig dat ze hebben gekocht/gehaald. Hij vraagt wat [username 1] er van vindt om alleen voor Turkije 20 ‘steen’ te maken. Ook kan het een lading zijn voor Bulgarije en Turkije als ze het gemengd doen. [username 1] wil wel maar die lading was zwaar. Er zijn er nu nog 5 volgens [username 1] en 2 dagen geleden is er wat naar Bulgarije gegaan. Volgens [username 2] is de kans nu groot, door het virus dat het rustig in Turkije is en daar moeten ze gebruik van maken. [username 1] neemt dit in
overweging. […] [22]
04-04-2020, 16:20:31 uur, [username 3] en [username 1]
geeft aan dat [username 2] een chauffeur is. [23]
13-04-2020, 00:18:31 en 11:53:21 uur, [username 2] en [username 1]
zegt dat [username 2] meteen moet schrijven als hij de telefoon heeft. Volgens [username 1] is er een lading van wiet. Ook is er 'steen'. Er is sprake van 40/50 duizend euro transportgeld/vergoeding alleen voor de wiet. Er is echter een probleem met een chauffeur die dat niet wil doen. Deze wil alleen het 'steen' doen. [username 2] gaf aan dat hij het zelf zou doen als het zijn eigen voertuig was. [username 1] stelt voor dat hij en [username 2] een voertuig zelf kopen en dan alleen de trekker. Volgens [username 1] kan dat niet omdat er in de oplegger ruimte gemaakt wordt. [username 2] geeft aan dat ze in de trekker dan een stash maken. Daarmee gaat [username 1] akkoord. De steen moet [username 1] regelen en de stash regelt [username 2] . De wiet moet eruit worden gedaan. […] [24]
13-04-2020, 11:45:14 uur, [username 2] en [username 1]
vraagt als zij een vrachtauto kopen of [username 2] dan veilig kan lossen in Turkije. [username 2] bespreekt de stash dat vermoedelijk de [username 11] zal worden. [username 1] probeert ook wiet en pillen mee te sturen omdat ze dat altijd doen, echter [username 2] zegt daar nog niet klaar voor te zijn. De kosten van de aankoop van het voertuig gaan wel van het transportgeld af volgens [username 1] . De steen is geregeld.
Ze gaan het donderdag (16e) halen. [25]
13-04-2020, 18:00:27 en 23:53:21 uur, [username 2] en [username 1]
en [username 2] hebben het over de hoeveelheid die mee gaat. 10 vindt [username 1] heel weinig. Het is voor [username 12] en [username 13] . [username 2] is niet met een eigen vrachtauto en is met nog een chauffeur. [username 1] wil 15 voor [username 12] en 3 voor [username 13] . [username 2] wil dat de pakken half zo dik worden zodat ze mee kunnen. De chauffeur die mee is wordt niets gegund. Uiteindelijk besluiten beide dat er een andere vrachtauto zal worden gekocht door [username 1] waarin de steen zal worden gedaan. Op die manier hebben ze geen last van de andere chauffeur. De kostprijs van een vrachtauto wordt besproken. Omdat de andere chauffeur niet zoveel mee wil nemen praten beide over lagere hoeveelheden. Dat gaat volgens [username 1] gepaard met een lagere vergoeding, nl 1750. Het is 2500 tot 10 en over de 15 is het 2000 volgens [username 1] . Er ontstaat onenigheid en [username 2] wil niet voor zo'n laag bedrag werken. […] [26]
14-04-2020, 00:03:58 en 00:34:39 uur, [username 2] en [username 1]
chat: Broeder, kijk, ik wil de zaak niet forceren, lukt het, dan lukt het, zo niet, ook goed. Ik geef € 1750 en de hoeveelheid is 15/18 kg, je houdt mooi bedrag over. Als het je bevalt, doe je het, als het je niet bevalt, doe je het niet, geen probleem. Maar, zeg alsjeblieft niet ik ga mijn chauffeur overtuigen/overhalen, ik lever mijn werk aan jou, als je
arriveert, lever je het werk en krijg je je geld. (…) [username 2] zal met zijn vriend (chauffeur) gaan praten om hem over te halen. [27]
14-04-2020, 14:07:47 en 22:06:04, [username 2] en [username 1]
[username 2] is in Servië. Hij heeft zijn vriend overgehaald en ze zullen donderdag bij [username 1] zijn (16e).
15-04-2020, 00:32:07 en 15:32:02, [username 2] en [username 1]
[username 2] is in Hongarije, maandag (20e) zal het voertuig laden en donderdag lossen (23e). De chat telefoon van [username 2] zal de 18e worden afgesloten. Hij wil wel de steen maar niet de pillen meenemen. Er wordt gesproken over de vrachtauto die gekocht gaat worden voor [username 2] . Vrachtauto's hebben grote tanks waarin die een miljoen wel zal passen. [username 2] vraagt hoeveel het transport gaat worden. [username 1] wil dat bespreken op het moment dat [username 2] er is.
17-04-2020, 11:39:40 uur, [username 2] en [username 1]
[…] [username 1] geeft aan dat er chauffeurs zijn die voor 25 duizend met het door [username 1] gekochte voertuig het transport doen. [username 2] heeft 8000 en vraagt of [username 1] hem wil helpen. Dat wil hij wel en ze gaan samen vrachtauto's kijken, maar het transport moet dinsdag uiterlijk woensdag vertrekken. [28]
19-04-2020, 19:54:37 uur, [username 1] en [username 3]
[username 1] bericht [username 3] dat de iemand nu in het hotel is, dicht bij hem in de buurt. [29]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij vanaf 20 april in een hotel in Tiel zat en dat hij daar twee mensen heeft ontmoet, waaronder [verdachte] (
[verdachte]). [30] De camerabeelden van het hotel Van der Valk in Tiel van 20 april 2020 zijn bekeken en daarop is [medeverdachte 1] te zien met twee andere mannen. Door de verbalisant werd opgemerkt dat een van die twee mannen een zeer grote gelijkenis vertoonde met de politiefoto van [verdachte] . [31]
21-04-2020, 15:46:35 en 15:48:51 uur, [username 3] en [username 1]
[…] “
Mijn broer, ga morgen om 15/16 uur 18 "steen" eruit doen/halen, ik zal jou het adres gooien/sturen - We zullen in de kant/buurt van Ede in de vrachtwagen gooien/doen.
Zei je 18
Ja
Hij zei 15 en 3 voor [username 14]” […] [32]
21-04-2020, 17:46:12 en 19:06:20, [username 3] en [username 1]
[…] “We moeten 189 duizend geven voor 7 stuks”[…] [33]
22-04-2020, 09.43.24 en 09.45.19 uur, [username 3] en [username 1]
zegt dat de chauffeur 8000 had en dat hij de vrachtwagen voor 10.000 heeft kunnen kopen, kenteken en alles zit erbij in. [username 1] zegt dat de vrachtwagen heel mooi is, het is een DAF uit 2010. [34]
Een medewerker van [bedrijf] is als getuige gehoord. Hij heeft verklaard dat de man die op de kopie van het paspoort staat dat op tafel lag, degene is geweest die de vrachtwagen met kenteken [kenteken 2] destijds heeft gekocht. In het betreffende proces-verbaal van verhoor wordt hierbij de opmerking door de verhorende verbalisanten geplaatst dat er een kopie paspoort op tafel lag op naam van [medeverdachte 1] , geboren op 2 [geboortedatum] . De betreffende medewerker wist gelet op het tijdsverloop niet met zekerheid te zeggen of deze koper alleen was of met iemand anders. [35] Deze persoon ( [medeverdachte 1] ) was ook degene geweest die de vrachtwagen heeft opgehaald. [36] Verder heeft de getuige verklaard het verzoek te hebben ontvangen een kopie van het paspoort door te sturen toen het voertuig was afgebrand (
nb rechtbank: de passages in de tekstberichten hierover worden verderop weergegeven). Bij het betreffende Whatsappgesprek afkomstig van telefoonnummer [telefoonnummer] staat bij de contactinformatie de naam [naam 4] , zo constateren de verbalisanten die het betreffende gesprek bekijken. [37] Uit de stukken die door de getuige aan de politie zijn overhandigd en bij het proces-verbaal zijn gevoegd blijkt dat het ging om een vrachtwagen van het merk DAF uit 2010 die voor 10.000 euro werd aangekocht. [38]
22-04-2020, 12:01:21 en 12:04:24 uur, [username 3] en [username 1]
zegt dat het voertuig klaar is en [username 3] vraagt wanneer hij gaat vertrekken. [username 1] zegt dat hij vanavond zal vertrekken. [username 1] stuurt een foto van de vrachtwagen. [39]
22-04-2020, 12:04:52 en 12:06:21 uur, [username 3] en [username 1]
“Waar moeten deze 11 naartoe
Naar de kant van Ede/in de buurt van Ede (…)
Is het vacuüm geworden/gelukt
Ja, is geworden
We gaan 11/7 samen in de vrachtwagen gooien/doen
[adres 1]
We gaan het halen/kopen, dat is

1 steviger/betrouwbaarder/veiliger (…)

Mijn broer cakta(?)(hoe laat?) komt 11, zodat we ons klaar
kunnen maken
Ze hebben gebeld, het voertuig is klaar
Ja
[adres 1]
Wat is dit
Stuur hem, zodat hij hier die 7 stuks gaat halen/kopen
Adres
Met het geld, of niet
?
Is er iemand die zonder geld geeft/verkoopt
(emoji)
Er is 186
Er is een tekort van 3 duizend, maar geef dat even, ik zal wel
regelen
Oke [40]
22-04-2020, 15:50:49 en 17:53:04 uur, [username 15] en [username 1]
vraagt of [username 15] om 17.00 uur bij de [adres 1] in Amsterdam kan zijn. [username 15] zegt dat hij in een witte Seat rijdt. [username 1] zegt dat [username 15] naar de viswinkel moet lopen. [username 15] zegt dat het geregeld is, hij heeft de tas afgegeven en een andere meegenomen. [41]
22-04-2020, 17:56:04 en 20:01:45 uur, [username 15] en [username 1]
vraagt of [username 15] om 19.50 uur bij de Plataanstraat 3 kan zijn voor 10 stuks. Degene waar hij het moet ophalen/die het komt brengen is een Hollander met bril.
[username 1] stuurt om 19.55.46 uur een foto door van de plek waar degene geparkeerd staat (doorgestuurde foto). Vervolgens zegt [username 15] om 20.01.45 uur dat hij het
gepakt heeft. [42]
22-04-2020, 19:55:12 en 20:03:08 uur, [username 3] en [username 1]
[username 3] zegt dat het voertuig op het adres is. [username 1] stuurt een foto van een boodschappen tas vol pakketten. [43]
22-04-2020, 20:46:48 en 21:22:53 uur, [username 3] en [username 1]
vraagt of de 7kg 'de kroon' is. [username 3] zegt dat hij ze open moet maken en een foto moet sturen. [username 1] maakt ze open en stuurt 3 foto's. [44]
22-04-2020, 23:53:26 en 23:55:43 uur, [username 15] en [username 1]
[username 15] vraagt hoe laat ze morgen zullen afspreken. [username 1] zegt dat [username 15] rond 10/11 uur wakker moet zijn en dat ze het daarna gauw afgeven. [username 1]
zegt dat ze daarvoor de wagen eruit gaan halen. [username 15] vraagt of [naam 8] de vrachtwagen naar Ede brengt. [username 1] zegt dat dat zo is of dat hij het zelf doet. [username 1] zegt dat
het het beste is om met twee auto's die kant op te gaan. [username 15] vraagt of de vrachtwagen al klaar is, kentekens en alles gecheckt. [username 1] geeft aan dat de vrachtwagen rijklaar is. [45]
23-04-2020, 16:16:00 en 16:41:16 uur, [username 15] en [username 1]
[username 15] zegt dat hij in de auto van [username 1] rijdt en over één minuut op de afgesproken locatie is. [username 1] zegt dat 'hij' er zo aankomt, want hij was even wat halen. [username 1] stuurt chatberichten door tussen hem en [username 16] waarin [username 16] zegt dat hij even wat halen was en dat hij er zo aankomt. [username 15] stuurt om 16.39.03 uur dat het gelukt is. [username 1] zegt dat [username 15] gelijk door moet rijden, zodat ze met twee auto's zijn. [46]
24-04-2020, 09:33:14 en 14:03:15 uur, [username 3] en [username 1]
zegt dat de chauffeur in Tsjechië is en dat hij contact heeft gehad met de chauffeur, want er is deze ochtend een brand geweest op de snelweg. De chauffeur heeft aangegeven dat de trekker van de vrachtwagen is verbrand. [username 1] vermoed dat het een spel is. [username 3] zegt dat als de chauffeur een fout heeft gemaakt, de eigenaar van de 10 stuks, hem zal vermoorden. [username 1] zegt dat hij de chauffeur al bedreigd heeft door te zeggen dat als er fouten zijn gemaakt hem te gaan vermoorden […] [47]
24-04-2020, 11:13:23 en 11:20:54 uur, [username 6] en [username 1]
zegt dat de vrachtwagen met 18 kg steen verbrand is. Ze hebben het erover of het misschien een spelletje kan zijn. [username 1] zegt dat hij de chauffeur bedreigd heeft en heeft gezegd dat de chauffeur zich moet verantwoorden. [48]
24-04-2020, 14:28:58 en 14:40:36 uur, [username 3] en [username 1]
[username 3] zegt dat de chauffeur zal creperen. [username 1] zegt dat hij van de chauffeur een video heeft gekregen en dat daarop te zien is dat er niets meer over is van de trekker, maar dat er ook geen spoor te zien is van de 'steen'. [49]
Uit de beantwoording van het rechtshulpverzoek aan Tsjechië blijkt dat er op 24 april 2020 een brand in een vrachtwagen werd gemeld op de snelweg en dat het ging om een DAF die werd bestuurd door [medeverdachte 1] . [50]
01-05-2020, 19:29:02 en 19:32:16 uur [username 1] en [username 3]
[username 1] zegt dat de chauffeur, de dief, met [naam 6] praat. [username 1] zegt dat zijn familie in de gaten wordt gehouden. [username 1] zegt dat een aantal zijn broer in de gaten houden en dat er mannen naar zijn moeder toegaan, ze worden niet met rust gelaten. [username 1] zegt dat op ieder moment, vandaag, morgen een kogel op zijn broer schieten als hij niet komt. [51]
03-05-2020, 10:06:18 en 12:09:51 uur, [username 7] en [username 1]
[username 7] geeft aan dat het morgen gaat gebeuren. Als er niets uit komt zal het huis en broer worden beschoten. [naam 7] is aan het wachten. Eerst de ene broer, dan de andere. [username 1]
is hiermee akkoord. [username 7] is bereid om dit voor [username 1] te doen. [52]
03-05-2020, 12.55.11 en 12.57.12 uur, Alcaponeforever en [username 1]
zegt dat hij morgen in [username 5] gaat beginnen. Alcaponeforever zegt dat ze maandag weer gaan kijken naar zijn familie. [username 1] zegt dat hij aan zijn vriend
goedkeuring heeft gegeven en dat het eerste wat ze morgen gaan doen is het huis beschieten. [53]
03-05-2020, 19.36.02 uur, [username 3] en [username 1]
zegt tegen [username 3] dat hij heeft gezegd dat ze zijn huis moeten beschieten. [54]
04-05-2020, 22.59.19 en 23.04.21, [username 3] en [username 1]
stuurt chatberichten tussen hem en [username 17] . Daarin schrijft [username 17] dat 'ze' kogels hebben geschoten, alles is overhoop. [username 17] zegt dat de politie erbij is
gekomen en dat hun huizen leeg zijn gemaakt. (…) [username 17] zegt dat de kinderen ook thuis waren en dat hij (de chauffeur?) in de auto is gestapt en toen hebben ze het vuur
geopend op de auto, waarna hij uit is gestapt en het huis binnen is gegaan. [username 17] zegt dat ze ook op het huis hebben geschoten. [55]
Uit de beantwoording van het rechtshulpverzoek aan Turkije blijkt dat er op 4 mei 2020 om 23:00 uur het geluid van een geweerschot werd gehoord in de wijk [wijk] ( [username 5] ) en dat de volgende dag een gaatje in de tuindeur van dit adres en het restant van een kogel werd aangetroffen. Het betreft het adres van de moeder van [medeverdachte 1] . [56]
10-05-2020, 12:15:23 en 17:16:14 uur, [username 6] en [username 1]
zegt dat de 18 terug zal komen, want het is afgelopen met de leugens. [username 1] zegt dat hij het vuur heeft laten openen, de hele familie heeft bedreigd en het vuur heeft geopend op het huis en auto's. [57]
11-05-2020, 11:13:40 en 13:27:57 uur, [username 3] en [username 1]
zegt dat de dief morgen komt voor de overdracht, maar dat hij hem of de Arabier niet wilde zien. [username 1] zegt dat degene uit [stad] (stad in Turkije) de
overdracht in ontvangst zal nemen.
11-05-2020, 22:41:44 en 22:57:49 uur, [username 3] en [username 1]
zegt dat de dief 's ochtends om 7/8 uur zou bellen. [username 3] zegt dat de dief [username 1] heeft aangegeven bij de politie en heeft gezegd dat zijn huis beschoten is.
11-05-2020, 22:51:58 en 23:10:09 uur, [username 15] en [username 1]
zegt dat [username 15] morgen een wekker moet zetten, want om 7/8 uur is de dief in Tiel. [username 1] zegt dat [username 18] het aan zal pakken en dat zijzelf op afstand
staan. [58]
12-05-2020, 13:30:48 en 13:43:22 uur, [username 3] en [username 1]
[username 3] vraagt of de ‘steen’ compleet is. [username 1] zegt dat het compleet is, maar dat het lijkt alsof er iets vanaf is gehaald. [username 1] stuurt een foto met 18 pakken, waarvan 4 in een roze ballon. […] [59]
12-05-2020, 14:26:21 en 14:26:28 uur, [username 15] en [username 1]
zegt dat hij de coke hier thuis heeft en stuurt een foto van 18 pakketten, waarvan 4 ingepakt in een roze ballon. [60]
Voordat de rechtbank op grond van de bovenstaande chatberichten, die op onderdelen worden ondersteund door andere bewijsmiddelen, tot conclusies komt, zal zij zich eerst buigen over de vraag wat er wordt bedoeld met de term ‘stenen’ of ‘steen’ waarover in de chatberichten herhaaldelijk wordt gesproken.
In de hiervoor aangehaalde chatberichten worden onder meer door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gesprekken met elkaar en anderen gevoerd over ‘steen’. In de hiervoor als laatst weergegeven berichten van 12 mei 2020 wordt door [verdachte] aan de gebruiker van het account ‘ [username 15] ’ letterlijk aangegeven dat ‘hij de coke hier thuis heeft’, waarna hij een foto stuurt van 18 pakketten, waarvan 4 ingepakt in een roze ballon. Enkele minuten daarvoor stuurt [verdachte] deze foto ook toe aan [medeverdachte 2] in antwoord op diens vraag of ‘de steen compleet is’. Uit de berichten kan verder worden afgeleid dat nadat bekend is geworden dat de trekker van de vrachtwagen is verbrand, op enig moment wordt gesproken over het bedreigen van de familie van de chauffeur van de steen/stenen en, in dat kader, het beschieten van een woning. Het feit dat [verdachte] in het bericht van 12 mei 2020 het heeft over ‘de coke’ en daarbij een foto stuurt, die hij daarvoor ook aan [medeverdachte 2] heeft gestuurd in antwoord op zijn vraag of ‘de steen compleet is’ en de vermiste goederen een zodanige respons aanwakkeren als hierboven vermeld, leidt tot de conclusie dat waar gesproken wordt over steen/stenen, het om waardevolle goederen gaat. Daarbij komt dat in de chats wordt gesproken over 189 duizend (de rechtbank begrijpt: 189.000 euro) voor zeven stuks. Het bedrag dat wordt genoemd kan goed stroken met de inkoopprijs van zeven kilo cocaïne. Tot slot heeft [medeverdachte 1] – eerst als getuige en later ook als verdachte – steevast verklaard dat het over cocaïne ging. [61] Gelet op al het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat waar in de chatberichten wordt gesproken over steen of stenen, blokken van 1 kilo cocaïne wordt bedoeld.
Uit de inhoud van de chatberichten leidt de rechtbank verder het volgende af.
[medeverdachte 1] en [verdachte] hebben plannen gemaakt voor het transport van 18 kilo cocaïne vanuit Nederland naar Turkije. [medeverdachte 1] zou de partij cocaïne naar Turkije vervoeren in een vrachtwagen. Die vrachtwagen kocht hij samen aan met [verdachte] , waarbij zij beiden een geldbedrag inlegden [naam 2] pleegde daarover overleg met [medeverdachte 2] en informeerde hem over de bedragen en de aankoop van de vrachtwagen. Vervolgens is de cocaïne – en terwijl [medeverdachte 2] daarvan op de hoogte werd gehouden – in de vrachtwagen geladen. [medeverdachte 1] heeft als verdachte verklaard dat hij met de lading drugs in de vrachtwagen vanuit Ede is vertrokken. [62] Nadat de vrachtwagen afbrandde, informeerde [verdachte] [medeverdachte 2] opnieuw en overlegde met hem over de te zetten stappen tegen [medeverdachte 1] , waarbij uit de chatberichten naar voren komt dat [medeverdachte 2] hierin een sturende rol had en zeggenschap had over de handelingen.
De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de 18 kilogram cocaïne buiten het grondgebied van Nederland is gebracht.
Opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen?
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of sprake is van uitvoer in de zin van artikel 1 vijfde lid van de Opiumwet. Uit de wettekst en uit jurisprudentie blijkt dat het begrip buiten het grondgebied van Nederland brengen extensief moet worden geïnterpreteerd. De begripsomschrijving is ruimer dan wat in het spraakgebruik onder buiten het grondgebied brengen wordt verstaan. Alle handelingen die betrekking hebben op de middelen waarvan het de bedoeling is dat ze de grens over worden gebracht, zijn hier inbegrepen. Ook het ten vervoer aannemen of aanbieden van verdovende middelen of de voorwerpen waarin die middelen verpakt zijn, is buiten het grondgebied van Nederland brengen in de zin van de Opiumwet. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen is dan ook niet vereist dat de cocaïne Nederland daadwerkelijk heeft verlaten.
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] vallen onder deze ruime uitleg van het begrip. Uit de chatberichten blijkt dat voor het uiteindelijke vertrek met de vrachtwagen vrij uitgebreid is besproken hoe het transport met bestemming Turkije zou worden georganiseerd en uitgevoerd. Ter uitvoering van dit plan zijn, na de aanschaf van de vrachtwagen door [medeverdachte 1] en [verdachte] , de pakketten met 18 kilo cocaïne in de vrachtwagen gestopt. De pakketten met cocaïne zijn daartoe in de vrachtwagen gelegd en [medeverdachte 1] is daarmee gaan rijden. Daarmee is sprake van buiten het grondgebied van Nederland brengen als bedoeld in de Opiumwet.
Bij zowel [medeverdachte 1] , [verdachte] als [medeverdachte 2] bestond ook opzet op die uitvoer. Er wordt uitvoerig overleg gevoerd over de opzet van het transport, de vergoeding die [medeverdachte 1] daarvoor zal ontvangen en de aankoop van de vrachtwagen. Daarnaast blijkt uit de chats tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] dat [verdachte] [medeverdachte 2] informeert over het halen van de 18 kilo cocaïne en waar ze het in de vrachtwagen zullen laden. Hij informeert [medeverdachte 2] tevens over het verloop van de brand van de vrachtwagen in Tsjechië.
Tot slot dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of er met betrekking tot de uitvoer van de partij cocaïne sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] .
Het ten laste gelegde medeplegen vindt de rechtbank bewezen, omdat de chats blijk geven van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] , waarbij gezamenlijk uitvoer werd gegeven aan het plan. Daarbij was [medeverdachte 1] de transporteur, en [verdachte] de tussenpersoon. [medeverdachte 2] werd telkens geïnformeerd over de voortgang, met name ook bij belangrijke gebeurtenissen zoals de aankoop van de vrachtwagen. Hij heeft een nauwe betrokkenheid bij het transport en beslissingsmacht die op verschillende momenten blijkt.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van 18 kilogram cocaïne.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks23 april 2020
te Tiel en/of te Ede, in elk gevalin Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
ongeveer18 kilogram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 3 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering gesteld is geweest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit rekening te houden met het feit dat de partij cocaïne het Nederlands grondgebied niet daadwerkelijk heeft verlaten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van 18 kilo cocaïne. Door de uitvoer van harddrugs naar het buitenland wordt de handel in verdovende middelen in stand gehouden. Het gebruik van drugs is schadelijk voor de volksgezondheid en de handel erin gaat vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit die maatschappelijk een ontwrichtend effect hebben.
Voor de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank de LOVS-oriëntatiepunten als uitgangspunt genomen die uitgaan van een gevangenisstraf van vier tot vijf jaar. De rechtbank neemt daarbij in acht dat verdachte al eerder is veroordeeld in het kader van de Opiumwet. De rechtbank weegt ook mee dat het gaat om een grote partij cocaïne met een hoge straatwaarde, waarbij – zoals in deze zaak ook blijkt – het toepassen van (buitensporig) geweld en of het dreigen hiermee niet wordt geschuwd. Dat laatste is een schrijnend gevolg van de illegale handel waartegen politie en justitie hard moeten optreden. Gelet hierop zal de rechtbank een hogere gevangenisstraf opleggen dan de officier van justitie heeft geëist.
Alles overwegende zal de rechtbank een hogere straf opleggen dan gevorderd door de officier van justitie, te weten een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht opleggen. Het feit dat niet kan worden bewezen dat de partij cocaïne daadwerkelijk het land heeft verlaten, maakt het oordeel niet anders.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren en 6 (zes) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem, voorzitter, mr. M.A. van Leeuwen en mr. S. Jansen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Aarts, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 maart 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, districtsrecherche district Gelderland-Midden opgemaakte proces-verbaal, behorend bij onderzoek ON4R020065 DAF op 6 oktober 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 377
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 376
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 335
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 377
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 383-384
7.De processen-verbaal van bevindingen, p. 379 en het proces-verbaal nr. 20211109.1030, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 336-337
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 337
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 337
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 337
12.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 338
13.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 338
14.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 348
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 338-339
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 387
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 387
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 387
19.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 388-390
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 390
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 265
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 265
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 266
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 267
25.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 267
26.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 267
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 267 en 268
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 268
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 268
30.Het proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 1] , p. 120
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 172-173
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 268
33.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 269
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 270
35.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 154
36.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 155
37.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 156
38.Het schriftelijk bescheid, te weten een factuur van [bedrijf] d.d. 20 april 2020, p. 159 en 161
39.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 270-271
40.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 271
41.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 271
42.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 272
43.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 272
44.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
45.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
46.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
47.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
48.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
49.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 273
50.Het antwoord van Tsjechië op het rechtshulpverzoek d.d. 7 mei 2020, p. 199
51.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 278
52.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 278
53.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 278
54.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 278-279
55.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 279
56.Het proces-verbaal van bevindingen antwoord rechtshulpverzoek Turkije met nummer 20211109.1030 (aanvullend proces-verbaal)
57.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 281
58.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 281
59.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 281
60.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 265-281
61.Het proces verbaal van verhoor getuige, p. 120 en het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 21
62.Het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 21