In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Autohopper c.s. en gedaagden, naar aanleiding van een ontbinding van een franchiseovereenkomst. Eiseres in conventie, Autohopper c.s., heeft schadevergoeding gevorderd na de ontbinding van de overeenkomst met gedaagden. De rechtbank heeft vastgesteld dat Autohopper c.s. haar vordering voldoende heeft onderbouwd, onder andere door het overleggen van schaderapporten van HeMeX. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering in conventie wordt toegewezen, terwijl de vordering in reconventie van gedaagden wordt afgewezen. De rechtbank heeft de hoogte van de schadevergoeding vastgesteld op € 116.474,32, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en beslagkosten. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten betalen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de wettelijke rente over de proceskosten toewijsbaar is. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. I.W.M. Olthof.