ECLI:NL:RBGEL:2024:1100

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
05.101276.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake strafzaak met betrekking tot uitvoer van verdovende middelen en vuurwapenbezit

Op 16 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de uitvoer van verdovende middelen, het aanwezig hebben van handelshoeveelheden hennep, het voorbereiden van internationale handel in harddrugs en vuurwapenbezit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De zaak kwam voort uit een onderzoek waarbij versleutelde berichten van de aanbieder Sky-ECC zijn geanalyseerd. De verdachte erkende dat hij het Sky-ECC-account gebruikte en de rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering, waaronder chatgesprekken, voldoende was om de betrokkenheid van de verdachte bij de handel in harddrugs en vuurwapens aan te tonen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het medeplegen van de handel in vuurwapens, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk handelde in vuurwapens. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en hennep, en dat hij betrokken was bij de voorbereiding van drugstransporten naar Denemarken en Duitsland. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en concludeerde dat alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was. De verdachte had intensief contact onderhouden met een crimineel netwerk en was mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten van de handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft ook de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven en de in beslag genomen telefoon verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.101276.22
Datum uitspraak : 16 februari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .
Raadslieden: mr. T.H.L. Kneepkens en mr. F. van den Brink, advocaten in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 juni 2022 te Apeldoorn een wapen van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, te weten vuurwapen, van het merk Walther Creed, zijnde een vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
2.
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2020 tot en met 23 december 2020 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/of alleen,
(telkens) (een) vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of categorie III voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft doen binnenkomen en/of heeft doen uitgaan, terwijl hij daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2020 tot en met 16 december 2020 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland en/of Denemarken en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
- buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of
- heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2020 tot en met 14 december 2020 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland en/of Denemarken,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
- buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of
- heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
5.
hij in of omstreeks de periode van 14 juli 2020 tot en met 30 december 2020 te Apeldoorn en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of Denemarken en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen/buiten het grondgebied van Nederland brengen van
- een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- een hoeveelherid heroïne, zijnde heroïne en/of
- een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA en/of
- een hoeveelheid (meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine,
in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door (telkens)
- aan een en/of meerdere (encrypted Sky-ECC)groepschats deel te nemen die vrijwel uitsluitend betrekking heeft/hebben op de (internationale) handel in cocaïne, heroïne, MDMA en/of
(meth)amfetamine, althans verdovende middelen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken te voeren met betrekking tot het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of invoeren en/of uitvoeren van (handels)hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, heroïne, MDMA en/of (meth)amfetamine, althans verdovendemiddelen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken te voeren met betrekking tot de prijs van de cocaïne, heroïne, MDMA en/of (meth)amfetamine, althans verdovende middelen en/of de levering van het hiervoor te betalen geldbedrag
- in encrypted Sky-ECC) chatgesprekken aan te geven dat hij, verdachte gegevens heeft van personen die a-olie kunnen maken en/of gegevens heeft van (potentiële) chauffeurs voor (drugs)transportenten en/of gegevens heeft van zogenoemde uithalers op Schiphol.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat met uitzondering van feit 2, wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1 kan worden bewezen. Voor feit 4 moet vrijspraak volgen voor zover het tenlastegelegde ziet op de uitvoer van hennep en productie gerelateerde handelingen. Van de feiten 2, 3 en 5 moet verdachte, al dan niet integraal, worden vrijgesproken. Niet kan worden bewezen dat verdachte daadwerkelijk heeft gehandeld in vuurwapens of harddrugs dan wel deze goederen voorhanden heeft gehad. Met de uitvoer van harddrugs heeft verdachte niets te maken gehad. Van een nauwe en bewuste samenwerking was geen sprake. Opzet op de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen ontbreekt.
Beoordeling door de rechtbank
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van bevindingen uit het onderzoek [onderzoeksnaam] . In dat onderzoek zijn versleutelde berichten, verzonden via aanbieder Sky-ECC, beschikbaar gekomen en (deels) leesbaar gemaakt. Uit die berichten zijn diverse nieuwe verdenkingen ontstaan.
De chats tussen de gebruikers van cryptocommunicatie aanbieder Sky-ECC zijn (geautomatiseerd) geanalyseerd en geclassificeerd. Die analyse heeft in de categorie vuurwapens hits opgeleverd op onder andere de woorden Gun, AK, Glock. Op basis van deze hits zijn berichten naar voren gekomen van de gebruiker van SKY-ID [nummer 1] , met gebruikersnaam/namen [naam 1] , met andere gebruikers van Sky-ECC.
Sky-ECC account [nummer 1]
Verdachte heeft verklaard dat Sky-ECC account [nummer 1] in de ten laste gelegde periodes bij hem in gebruik was en dat dit account aan zijn telefoon was gekoppeld. Hij heeft met dit account een groot aantal chatgesprekken gevoerd die betrekking hebben op de handel in verschillende soorten harddrugs en hennep. [2] Dat een deel van deze chatberichten door hem is gestuurd namens anderen of door anderen aan wie hij zijn telefoon met Sky-ECC account soms ter beschikking zou hebben gesteld, zoals verdachte heeft aangevoerd, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden. Alle aangetroffen gesprekken lijken enkel betrekking te hebben op verboden goederen, wat maakt dat de gesprekken naar hun aard vertrouwelijk zijn. De rechtbank acht voorts van belang dat de chatgesprekken in meerdere gevallen doorlopen over meerdere dagen. Nergens in de gesprekken wordt vermeld dat de afzender van de berichten andermans telefoon gebruikt of dat de gebruiker van de telefoon zijn reactie wil afstemmen met een ander namens wie de berichten worden gestuurd. Uit het verloop van de chatgesprekken blijken ook geen hiaten of vertragingen in reacties die erop zouden kunnen wijzen dat een ander dan verdachte degene was die deelnam of namens wie werd deelgenomen in een bepaalde chat, een en ander ook in samenhang bezien met de overige middels het account gevoerde conversaties (ten aanzien waarvan de verdachte zijn eigen deelname wel heeft erkend). Alle in het dossier opgenomen chatberichten gestuurd door Sky-ECC account [nummer 1] worden dan ook toegeschreven aan verdachte. Verder overweegt de rechtbank dat uit de inhoud van de door verdachte verstuurde chatberichten is op te maken dat hij beschikt over kennis van de diverse besproken (illegale) materies, een actieve gesprekspartner is die door de andere chatdeelnemers ook als gesprekspartner wordt geaccepteerd respectievelijk vertrouwd en (ook) uit zichzelf handelshoeveelheden harddrugs te koop aanbiedt. Het verweer dat een deel van de chatberichten slechts stoere praat van verdachte is geweest, wordt dan ook eveneens verworpen.
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 januari 2024, gelezen in onderlinge samenhang met het proces-verbaal van binnentreden p. 894-895;
- het proces-verbaal van onderzoek wapen p. 946-947.
Feit 2
Met de officier van justitie en de raadsman
,acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan.
In het dossier bevinden zich enkele chatberichten waarin verdachte kennelijk als tussenpersoon vuurwapens te koop aanbiedt dan wel op zoek is naar vuurwapens. Bewijs dat deze berichten daadwerkelijk hebben geleid tot een deal of steunbewijs dat verdachte heeft gehandeld in vuurwapens of munitie dan wel deze als (mede)pleger voorhanden heeft gehad, ontbreekt. Verdachte wordt daarom van dit feit vrijgesproken.
Feit 3, 4 en 5
Gelet op de onderlinge samenhang, zal de rechtbank de feiten 3, 4 en 5 deels gezamenlijk bespreken. Daarbij zien de bewijsmiddelen op het feit of de feiten waarop het blijkens de inhoud betrekking heeft.
5 juli 2020-17 juli 2020
[naam 2] ik heb hier een kilo bij me zonder thc
[naam 2] Kun je het door jou mattie laten bewerken met thc?
[nummer 1] Heb de spul ga morgen het regelen
[naam 2] Al wat gehoord over die takken?
[nummer 1] Spullen zijn goed je wordt goed goed stoned van
[nummer 1] Heb je handel al laten roken ik heb net aan Duitsers gegeven en ze vonden het
goed en wilde ervoor 44 45 betalen als we het brengen Na hun koln
[nummer 1] Maar kunnen we morgen zitten wil als kan snel handelen want wil echt
volgende week al starten als het kan
[naam 2] Ja is goed (…)
[nummer 1] die is weg gegeven die laat ik los weg zetten (…) [3]
11 en 12 augustus 2020
[nummer 1] 5 kilo weer, I have weed
[naam 3] Maybe I'll take it all
[naam 3] I'll come now
[nummer 1] u make a foult I have to gives u (…) back money [4]
Chatgesprek van 13 augustus 2020 met [naam 3]
[nummer 1] If people need weed I have 6 kilo at home likes the next time price [5]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode heeft gehandeld in wiet. [6] In een eerdere verklaring heeft hij ten aanzien van de chat van 11 en 12 augustus 2020 verklaard dat hij een transactie heeft uitgevoerd met betrekking tot wiet, waarbij verdachte degene is geweest die de prijs bepaalt en het spul levert aan de klant. [7]
Chatberichten m.b.t transport naar Denemarken
14 juli 2020
[naam 4] kunnen we nog een andere lading in die bakwagen krijgen
[naam 4] bedoel iets anders als die flesjes
[nummer 1] Pak de wagen dan ga ik erna kijken ik kan wel dingen erin doen
[nummer 1] daar ben ik mee bezig (…)
[nummer 1] Bakwagen is Apeldoorn
[nummer 1] Zet het bij pand
15 juli 2020
[naam 5] Morgen test na Dk
[naam 5] En overmorgen laden (…)
[naam 5] Waar is die chaff (…) [8]
[naam 4] is hij al dk???
[nummer 1] Moet nu adres hebben
[nummer 1] Hij is al binnen (…)
[naam 5] Vrijdag met spull
[naam 5] Morgen spullen verzamelen (…)
[naam 4] [naam 14] laat jij hem terug rijden (…)
[naam 4] hebben niet in bak gekeken
[nummer 1] ik ga hem laten terug rijden zonder papieren
[nummer 1] Hij is al terugweg
16 juli 2020
[naam 5] Hoelaat haal je bakwagen op.
[naam 4] ik heb al geregeld [9]
Chatbericht naar [naam 2] op 19 juli 2020
[nummer 1] ik heb een probleem deze dagen tp is gevallen ik ben nu andere tp regelen maar
ben nog niet uitgekomen want ik wil en moet kosten wat het kost volgende
week gaan [10]
2 augustus 2020
[nummer 1] Er is geen nieuws van hem wel Moeder die boos is (…)
[nummer 1] (…) moet het met haar ook goed afhandel
[naam 5] Oké wat zegt die moeder dan.ze heeft tog geld gekregen 15k. En we zorgen voor hem tog
[nummer 1] Hij zit in [plaats 1] arrest in denenmarkt [11]
Aanhouding en veroordeling [naam 6] in Denemarken
Uit een vonnis van 20 december 2022, gewezen door de rechtbank in [plaats 1] , blijkt dat [naam 6] op 17 juli 2020 is aangehouden in Denemarken en is veroordeeld voor de invoer en het bezit van 40 kilo hash op 15 juli 2020 en de invoer en het bezit van 172 kilo hash en 14 kilo cocaïne op 17 juli 2020. Hij had ook pallets lege flessen bij zich. De drugs waren verborgen in een holle ruimte van de vrachtwagen waarmee hij van Nederland naar Denemarken is gereden. [naam 6] heeft in zijn procedure in Denemarken verklaard dat de rit van 15 juli 2020 een test was. Bij terugkeer in Nederland, de dag na 16 juli 2020, heeft hij met de man van de vrachtwagen besproken hoe de rit was verlopen en met hem afgesproken dat hij ook de rit op 17 juli 2020 zou maken. De man van de vrachtwagen had daarbij gesproken over hash. De man was een goede vriend van hem en kende ook zijn moeder. [12] Ter zitting van
19 januari 2024 heeft verdachte verklaard dat hij goed bevriend was met [naam 6] . Na diens aanhouding in Denemarken is hij met de moeder van [naam 6] gaan praten en heeft hij haar geld betaald om zaken voor [naam 6] op te lossen. [13]
Overwegingen feit 3 en 4
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat [naam 6] de chauffeur was van de transporten naar Denemarken die worden voorbereid in bovenstaande chatberichten van 14 en 15 juli 2020. Middels het transport van 17 juli 2020 is 172 kilo hash en 14 kilo cocaïne buiten het grondgebied van Nederland gebracht. Uit voornoemde chatberichten leidt de rechtbank af dat verdachte de vrachtwagen heeft klaar gezet voor de proefrit naar Denemarken en betrokken was bij het laden. Voorts stond hij tijdens beide transporten in nauw contact met de chauffeur en gaf hij hem instructies. Dat verdachte verantwoordelijk was voor het regelen van het drugstransport vindt bevestiging in bovenstaand chatbericht dat hij op 19 juli 2020 heeft gestuurd. In de bewijsmiddelen ligt besloten dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, de andere deelnemers aan de chatgesprekken en de chauffeur. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat sprake is van medeplegen.
Het voorwaardelijke verzoek van de verdediging tot het horen van de overige deelnemers aan de chatgesprekken over de transporten naar Denemarken, is in het geheel niet onderbouwd en wordt dan ook afgewezen. Daarbij neemt de rechtbank mede in overweging dat zij eerder al gemotiveerd op dit verzoek heeft beslist en dat van nieuwe invalshoeken geen sprake is.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte zich in vereniging schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en hennep, zoals onder feit 3 en 4 ten laste is gelegd. Ook acht de rechtbank op basis van de hierboven opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte in de onder feit 4 ten laste gelegde periode op meerdere momenten in vereniging handelshoeveelheden hennep aanwezig heeft gehad.
Voor de overige onder feit 3 ten laste gelegde handelingen en middelen acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig. In het dossier bevinden zich chatberichten waarin verdachte handelshoeveelheden harddrugs te koop aanbiedt. Bewijs dat deze berichten hebben geleid tot een deal of ander steunbewijs voor deze handelingen ontbreekt. Verdachte wordt hiervan daarom vrijgesproken.
Ook ziet de rechtbank geen bewijs voor de overige onder feit 4 ten laste gelegde handelingen zodat in zoverre vrijspraak volgt. Daarbij merkt de rechtbank op dat verdachte heeft bekend dat hij in de ten laste gelegde periode heeft gedeald in hennep en dat het dossier aanwijzingen bevat voor betrokkenheid bij een transport van hennep naar Duitsland, maar deze handelingen zijn niet ten laste gelegd.
De tenlastegelegde periode bij feit 3 is ingekort zoals in de bewezenverklaring verwerkt.
Feit 5
Chatberichten m.b.t. stash maken (verborgen ruimte [14] ) op 21 juli 2020
[nummer 1] (…) heb een vraag nieuwe 5 serie
[nummer 1] Kan die laten brengen voor stash wat kan het hebben
[nummer 1] En kan het zo gemaakt worden dat hij de scanner overleeft
[naam 7] Die kan alleen achter de achterbank
[nummer 1] Ja dat is goed wat kan hij aan
[nummer 1] station car 2020 (…)
[nummer 1] Oké is goed
[nummer 1] Ik ben het aanschaffen [15]
Chatberichten m.b.t. verschillende harddrugs
3 augustus 2020
[nummer 1] If u now people for A olie please tel me I have
[nummer 1] Lot of
[nummer 1] Is the price
[naam 8] How much?
[nummer 1] 800
[naam 3] Sounds good [16]
1 augustus 2020
[naam 9] Wat kost die M
[nummer 1] 1000
[nummer 1] Per 1 heb nu gelijk 15 k
[naam 9] Champagne
[nummer 1] Zwaar champ (…)
[nummer 1] dit is echt de prijs [17]
13 en 16 december 2020 met [naam 15]
[nummer 1] I send butt u want this blok
[nummer 1]
stuurt foto's van wat ogenschijnlijk cocaïne in blokken en poedervorm is
[nummer 1] This the blok we have know
[nummer 1] ik heb spullen gevonden maar zijn best duur
[nummer 1] Heb ook andere gevonden maar is in poeder vorm hier gekomen [18]
14 december 2020
[nummer 1] Broeder heb blokken nodig
[nummer 1] Blokken zwaar colo
[naam 10] Heb ook poeder in zakken van 25 kilo. Kostb 29
[nummer 1] lk moet gewoon inkoop dan ik deel wel met je wat geld betreft
[nummer 1] Wel gewoon coke
[naam 10] Ja [19]
Verdachte heeft bevestigd dat hij bij de stashmaker is geweest en dat hij in de ten laste gelegde periode als tussenpersoon voor handel in harddrugs heeft gefungeerd. [20]
Chatberichten m.b.t. transport ice (methamfetamine) en bruin (heroïne) naar Duitsland [21]
14 juli 2020
[naam 5] Wat moet er heen ice? 2 kilo ?
[naam 5] Wat nog meer ?
[naam 5] En na waar
[naam 11] Na Duitsland.
[naam 11] Borken hessen
[naam 11] 2ice 3bruin
[naam 5] Wanneer kan chaff gaan ?
[nummer 1] Chauffeur gaat al weg
[nummer 1] Pak dan die meid
[naam 11] 2k
[nummer 1] Lijkt me redelijk maar dan pak ik niks
[nummer 1] Wanneer deze
[nummer 1] Dan maak ik alle klaar
[nummer 1] (…) ik kan nu direct regelen
[nummer 1] Ice
15 juli 2020
[nummer 1] Chauffeur is al geregeld heen en weer. Dat is klaar
[naam 11] Met stash?
[nummer 1] Zeker weten stash
[nummer 1] Ja is alles rond spullen enz moet weten wanneer chauffeur klaar moet staan [22]
26 juli 2020
[naam 2] En wat voor moois heb jij?
[nummer 1]
stuurt afbeelding waarop de landen Brazilië, Peru, Ecuador,
Colombia en Panama te lezen zijn (…)
[nummer 1] heb mensen vanuit Schiphol die spullen willen uithalen mensen
die binnen werken we kunnen zitten en praten [23]
29 augustus 2020
[nummer 1] Kan aan kok en keuken komen
[naam 12] En wat maakt de kok
[nummer 1] A olie
[naam 12] Oke
[nummer 1] Ik heb mensen die alles al hebben enige wat ze nodig hebben
is alleen mensen die mee willen doen om als ware tp vol te houden [24]
Overwegingen feit 5
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte chatgesprekken heeft gevoerd die gericht zijn op de (internationale) handel in verschillende harddrugs. Verdachte heeft hierin harddrugs te koop aangeboden en gecommuniceerd over de aanschaf van een bakwagen met stash. Ook heeft hij belangrijke informatie verstrekt en/of aangeboden voor de productie en aflevering van drugs. Voorts leidt de rechtbank uit de berichten af dat verdachte een drugstransport naar Duitsland heeft voorbereid en hiervoor een chauffeur heeft geregeld. Hierboven onder feit 3 is al is vastgesteld dat verdachte ook actief betrokken was bij het proeftransport naar Denemarken op 15 juli 2020. Al het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte handelingen heeft verricht gericht op de voorbereiding en bevordering van de (internationale) handel in harddrugs, zoals beschreven in de tenlastelegging. Dat zijn opzet hierop ook was gericht, ligt besloten in de inhoud van de chatberichten. Uit de bewijsmiddelen spreekt ook de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking. De rechtbank acht het feit dan ook bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks7 juni 2022 te Apeldoorn een wapen van categorie
II en/ofIII van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Walther Creed, zijnde een vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 15 juli 2020 tot en met 17 juli 2020 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland en/of Denemarken
en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, opzettelijk
- buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
en/of
- heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij
in ofomstreeks
de periode van18 juli 2020
tot en met 14 december 2020te Apeldoorn, in elk geval in Nederland en/of Denemarken,
tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, opzettelijk
- buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of
- heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid hennep, in elk gevaleen hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 14 juli 2020 tot en met 30 december 2020
te Apeldoorn en/of Amsterdam,in elk geval in Nederland en/of Denemarken
en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,(telkens)
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen/buiten het grondgebied van Nederland brengen van
- een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne en
/of
- een hoeveelheid heroïne, zijnde heroïne en
/of
- een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA en
/of
- een hoeveelheid (meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine,
in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
en/ofvoor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
-
een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
-
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,door (telkens)
- aan een en/of meerdere (encrypted Sky-ECC)groepschats deel te nemen die vrijwel uitsluitend betrekking heeft/hebben op de (internationale) handel in cocaïne, heroïne, MDMA en/of
(meth)amfetamine, althans verdovende middelen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken te voeren met betrekking tot het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of invoeren en/of uitvoeren van (handels)hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, heroïne, MDMA en/of (meth)amfetamine, althans verdovende middelen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken te voeren met betrekking tot de prijs van de cocaïne,
heroïne, MDMA en
/of(meth)amfetamine, althans verdovende middelen
en/of de levering van het hiervoor te betalen geldbedrag
- in encrypted Sky-ECC) chatgesprekken aan te geven dat hij, verdachte gegevens heeft van persoon die a-olie kan maken en/
of gegevens heeft van (potentiële) chauffeurs voor (drugs)transportenten en/ofgegevens heeft van zogenoemde uithalers op Schiphol;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot vuurwapen van categorie III
eendaadse samenloop van feit 3 en 4:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en feit 3 tevens:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 5:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde en/of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Daarbij heeft de officier van justitie verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis bij vonnis op te heffen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging, die minder bewezen vindt, heeft een deels voorwaardelijke straf bepleit en verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd doorgebracht in voorarrest. Verdachte heeft een reguliere baan en twee minderjarige kinderen. Verzocht is om opheffing van het geschorste bevel tot voorlopig hechtenis.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de uitvoer van in ieder geval 14 kilo cocaïne en 172 kilo hash naar Denemarken. Ook heeft hij chatgesprekken gevoerd gericht op de voorbereiding en de bevordering van de (internationale) handel in verschillende harddrugs. Hij heeft harddrugs te koop aangeboden en een drugstransport naar Duitsland voorbereid. Verdachte heeft hiervoor intensief contact onderhouden met een crimineel netwerk. Door zijn gedragingen is verdachte mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Het is algemeen bekend dat harddrugs en ook hash verslavend en schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Met de georganiseerde drugshandel wordt veel geld verdiend. Vaak gaat de handel gepaard met ernstige vormen van ondermijnende criminaliteit zoals witwassen en het gebruik van en de bedreiging met geweld, die de samenleving ernstig ontwrichten. Ook heeft verdacht zich schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en de samenleving. De ten laste gelegde en bewezenverklaarde periode ziet op juli tot en met december 2020.
In het reclasseringsrapport met betrekking tot verdachte wordt beschreven dat de kans op herhaling wordt ingeschat als hoog. Bij verdachte is sprake van antisociale denkpatronen, een gebrek aan moreel besef en berekenend gedrag. Ook heeft de reclassering geconcludeerd dat verdachte niet intrinsiek gemotiveerd is om zijn gedrag te veranderen.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten. Hierin wordt voor de uitvoer van 14 kilo cocaïne een gevangenisstraf van minimaal 52 maanden als vertrekpunt genomen. Voor verboden vuurwapenbezit wordt 4 maanden gevangenisstraf als maatstaf gehanteerd. De uitvoer van hash en de voorbereidingshandelingen komen daar nog bij. Alles afwegend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar passend en geboden.
Opheffing bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis
Voorts ziet de rechtbank grond om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, zoals de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank acht het niet aanvaardbaar dat verdachte, van wie nu betrokkenheid bij internationale handel in verdovende middelen is vastgesteld, een (eventueel) hoger beroep in vrijheid zou mogen afwachten. Verwezen wordt naar de ondermijnende werking die van deze handel uitgaat. De eerder aangenomen recidivegrond acht de rechtbank nog onverkort van toepassing.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

Onder verdachte is een iPhone 11 Pro Max in beslag genomen. Hierop heeft de politie een grote hoeveelheid chatgesprekken en afbeeldingen aangetroffen die gerelateerd zijn aan de handel in verdovende middelen. Hieruit volgt dat de telefoon is gebruikt bij het plegen van voorbereidingshandelingen ten aanzien van handel/aanwezig hebben van softdrugs. De rechtbank zal de telefoon daarom verbeurd verklaren, zoals gevorderd door de officier van justitie en onbestreden gebleven door de verdediging.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3,10, 10 a, 11 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
 wijst af het voorwaardelijk verzoek van de verdediging tot het horen van getuigen;
 spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte voor het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de onder verdachte in beslag genomen iPhone 11 Pro Max;
 heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.H. Duinkerke, voorzitter, mr. C.H. van Breevoort-de Bruin
en mr. M.C. van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.M. Fransen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 februari 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam 13] van de politie [plaats 2] , opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 2] , gesloten op 31 augustus 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 19 januari 2024.
3.Proces-verbaal van bevindingen p. 737-739.
4.Proces-verbaal van bevindingen p. 743-744.
5.Proces-verbaal van bevindingen p. 744.
6.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 januari 2024.
7.Proces-verbaal van verhoor verdacht, p. 134.
8.Proces-verbaal van bevindingen p. 781.
9.Proces-verbaal van bevindingen p. 784-786.
10.Proces-verbaal van bevindingen p. 786, ‘tp’ is ‘transport’ p. 740.
11.Proces-verbaal van bevindingen p. 786-788.
12.Informatie Europol p. 4 en vonnis m.b.t. [naam 6] p. 2-7 (niet doorgenummerd).
13.Verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 19 januari 2024.
14.Proces-verbaal van bevindingen p. 780.
15.Proces-verbaal van bevindingen p. 779-780.
16.Proces-verbaal van bevindingen p. 728.
17.Proces-verbaal van bevindingen p. 754-755.
18.Proces-verbaal van bevindingen p. 757-760.
19.Proces-verbaal van bevindingen p. 760-761.
20.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 januari 2024.
21.Proces-verbaal van bevindingen woordenlijst p. 791.
22.Proces-verbaal van bevindingen p. 782-784.
23.Proces-verbaal van bevindingen p. 740-741.
24.Proces-verbaal van bevindingen p. 731.